Boekverslag: Blauwe maandagen
1a Arnon Grunberg
b Blauwe maandagen, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 1998-17, 270 blz. (eerste
druk 1994)
c Idee?nroman
2a Ik heb ongeveer een half jaar geleden ‘Fantoompijn’ gelezen van Arnon
Grunberg, dat sprak me wel aan. Het was een erg grappig en makkelijk te lezen
boek. Daarna heb ik ook ‘Figuranten’ gelezen, wat ik ook een erg leuk boek vond.
En daarom wilde ik ook ‘Blauwe maandagen’ lezen.
b Ik vond het boek erg grappig en maf. Het boek is een soort verzameling bizarre
situaties. Mijn eerste indruk is dat het een leuk en makkelijk te lezen boek is.
3a In het boek wordt het leven van Arnon Grunberg beschreven. Er komen stukken
van zijn jeugd, puberteit en studententijd in voor.
Er komen behoorlijk veel personen in het boek voor. Dat verschilt van bijpersonen
tot personen die voor een hoofdstuk de hoofdpersoon zijn tot personen waar hij
het vaak over heeft tot de werkelijke hoofdpersoon.
De echte hoofdpersoon is een ikpersoon: Arnon Grunberg.
Door dat hij een ikpersoon is, kan hij zijn belevingen heel persoonlijk aan jouw
vertellen, alsof hij een gesprek met jou aangaat en vertelt wat hij allemaal heeft
beleefd.
Mensen waar hij het vaak over heeft en waar hij veel mee beleeft zijn Rosie,
zijn vader en moeder en zijn huisgenoot Sergius.
Het is moeilijk te omschrijven wat er allemaal gebeurt in het boek omdat het boek
boek niet echt een verhaal is maar het zijn meer aan elkaar geregen situaties.
Er worden gebeurtenissen beschreven van zijn jeugd.
Er wordt in het stuk over zijn jeugd voornamelijk verteld over zijn middelbare
school en zijn eerste vriendinnetje.
Daarna worden er gebeurtenissen beschreven van zijn studententijd.
Er wordt beschreven hoe zijn vader langzaam aftakelt, hoe hij gesprekken
heeft met mensen in caf?s, hoe hij probeert werk te vinden en hoe hij in
aanraking komt met hoeren.
Dit alles gebeurt in Amsterdam.
Het thema is de wereld aan de lelijke kant.
Het boek omschrijft hoe lelijk de wereld eigenlijk kan zijn.
In alle gebeurtenissen in het boek schijnt de lelijke kant van de wereld door.
b De schrijfstijl van het boek is zeer humoristisch. Het boek is zo geschreven dat
het makkelijk leest.
Het verhaal speelt zich af in Amsterdam, tussen de jaren 1975 en, volgens mij,
het jaar van uitgave.
Hij verteld over zijn jeugd in Amsterdam en daarna over zijn studententijd in
Amsterdam.
De verhaalfiguren zijn gewone, doorsnee mensen. Alleen maken ze nogal bizarre
dingen mee. Maar alle gebeurtenissen en personages zouden echt kunnen zijn.
De situaties zijn bizar en meestal ook erg grappig.
Het zijn situaties die elke Nederlander zouden kunnen overkomen.
Het boek is grofweg chronologisch verteld, ondanks dat het eigenlijk allerlei losse
verhalen zijn uit het leven van de hoofdpersoon, die tot een verhaal zijn verweven.
Maar het begint wel van voor af aan; van school, naar Rosie, naar zijn baantjes,
dan zijn vader en later diens overlijden, naar zijn bezoek aan de hoeren en het
zelf hoer worden.
c Het thema is de lelijke wereld. De hoofdpersoon maakt allemaal typerende
gebeurtenissen mee die laten zien hoe lelijk de wereld kan zijn.
Zoals bijvoorbeeld zijn meestal ongezellige bezoekjes aan de hoeren en
het contact met zijn ouders, wat niet echt gezellig verloopt, en zijn zoektocht naar
baantjes, die bijna altijd faalt.
De titel 'Blauwe Maandagen', komt van zijn gedrag.
Hij drinkt namelijk veel in het weekend. ’s Maandags houdt hij daar een kater aan
over. Zo’n maandag noemt men ook wel een blauwe maandag.
Een blauwe maandag is ook een stukje uit een lelijke wereld, dat is het verband
tussen de titel en het thema.
d Het boek is in 1994 voor het eerst gepubliceerd.
Op dit moment woont en werkt Arnon Grunberg in New York.
Ik zal vertellen wat er allemaal vooraf ging.
Arnon Grunberg werd op 22 februari 1971 in Amsterdam geboren. Hij is van
joodse afkomst.
De eerste elf jaar woonde hij in de rivierenbuurt.
Van 1977 tot 1982 zat hij op de Montessori School in Amsterdam.
In 1982 ging Arnon naar het Vossius Gymnasium in Amsterdam.
Hij maakte deze school niet af, maar werd er in 1988 afgestuurd.
Hierna had Arnon Grunberg allerlei baantjes zoals afwasser, hulp bij een
apotheek en een baantje bij een uitgeverij.
Arnon Grunberg wilde toen toneelspeler worden, maar de toneelscholen van
Maastricht en Amsterdam vonden hem ‘technisch ongeschikt’.
In 1991 kreeg hij een schrijfopdracht voor een toneelstuk van het Amsterdams
Fonds voor Kunst
In 1991 begint Arnon Grunberg een eigen uitgeverij; de 'Kasjmir Uitgeverij', met als
specialisme 'niet-arische Duitse literatuur. In 1992 geeft hij 5 boeken uit, maar
dan krijgt hij te kampen met betalingsproblemen.
In 1992 krijgt hij weer een schrijfopdracht. Deze keer van Toneelgroep
Amsterdam.
Arnon Grunberg debuteerde met 'Blauwe maandagen' toen hij 23 was.
Het boek werd goed ontvangen en hij kreeg er de Anton Wachter-prijs voor
en het Gouden Ezelsoor.
Van 'Figuranten' werden binnen vier maanden 50.000 exemplaren verkocht.
Met zijn 27 jaar was Arnon Grunberg in 1998 de jongste schrijver van een
Boekengeschenk ooit. Hij 'passeerde' daarmee Hella S. Haasse die als jongste
Boekenweekgeschenkschrijfster te boek stond sinds 1948 (met 'Oeroeg').
'De heilige Antonio' had een oplage van 701.000 stuks.
Arnon Grunberg heeft in 1998 het Letterkundig Museum laten weten te
zijner tijd als mummie opgenomen te willen worden in de verzameling van het
museum. Het Letterkundig Museum heeft al een sarcofaag laten maken.
4a De humor en de mafheid van het boek hadden voor mij een positieve werking.
Ik vond het een vrolijk boek.
Het einde van het boek sprak me het sterkste aan. Ik vond dat hij het einde
mooi had geschreven. Hij had net een rare dag gehad. In de laatste regels
gaat hij een paar gebeurtenissen in die week na en maakt daar een verhaaltje
van dat precies in elkaar past.
Er waren voor mij geen negatieve verhaalelementen. Ik vond het boek goed
geschreven.
Het boek is te vergelijken met zijn boeken die hij daarna heeft geschreven.
Dat zijn ‘Fantoompijn’ en ‘Figuranten’. Zijn schrijfstijl is goed te herkennen.
Zoals in dit voorbeeld uit Blauwe Maandagen: ‘Hij fluisterde altijd in mijn oor:’
Ik heb een mes in mijn jas, daarom houd ik hem aan.’
Maar ik had geen mes in mijn jas, ik was gewoon bang dat ze hem zouden stelen.
Ik wilde met hem trouwen. Ik wilde dat we elkaar alles lieten zien. Voor een stuk
worst. Toen moest hij mij alles laten zien, maar dat deed hij niet. Hij zei:’ Dat kan
niet, want dan zie je mijn mes, en niemand mag mijn mes zien.’
Dit soort rare en droge situaties komen ook in zijn andere boeken voor, dat is
typerend in zijn schrijfstijl.
In alle drie de boeken is er niet echt een verhaallijn, het boek bestaat meer uit
losse situaties.
Het boek makkelijk te lezen. Ook komt er in alle drie de boeken dezelfde, typische
humor van Arnon in voor.
Ook hebben de boeken allemaal een open einde.
Het boek heeft me aan het denken gezet. Hij laat zien hoe raar en simpel
het leven werkelijk is.
Het taalgebruik is zeer gemakkelijk en humoristisch. Het is fijn om te lezen.
Ik vind het boek zeker een aanrader als je gewoon een lekker boek wilt dat
makkelijk leest. Alleen is het geen aanrader voor mensen die een verhaal
willen met een duidelijk einde en een begin en een raadsel dat moet worden
opgelost.
b Blauwe maandagen, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 1998-17, 270 blz. (eerste
druk 1994)
c Idee?nroman
2a Ik heb ongeveer een half jaar geleden ‘Fantoompijn’ gelezen van Arnon
Grunberg, dat sprak me wel aan. Het was een erg grappig en makkelijk te lezen
boek. Daarna heb ik ook ‘Figuranten’ gelezen, wat ik ook een erg leuk boek vond.
En daarom wilde ik ook ‘Blauwe maandagen’ lezen.
b Ik vond het boek erg grappig en maf. Het boek is een soort verzameling bizarre
situaties. Mijn eerste indruk is dat het een leuk en makkelijk te lezen boek is.
3a In het boek wordt het leven van Arnon Grunberg beschreven. Er komen stukken
van zijn jeugd, puberteit en studententijd in voor.
Er komen behoorlijk veel personen in het boek voor. Dat verschilt van bijpersonen
tot personen die voor een hoofdstuk de hoofdpersoon zijn tot personen waar hij
het vaak over heeft tot de werkelijke hoofdpersoon.
De echte hoofdpersoon is een ikpersoon: Arnon Grunberg.
Door dat hij een ikpersoon is, kan hij zijn belevingen heel persoonlijk aan jouw
vertellen, alsof hij een gesprek met jou aangaat en vertelt wat hij allemaal heeft
beleefd.
Mensen waar hij het vaak over heeft en waar hij veel mee beleeft zijn Rosie,
zijn vader en moeder en zijn huisgenoot Sergius.
Het is moeilijk te omschrijven wat er allemaal gebeurt in het boek omdat het boek
boek niet echt een verhaal is maar het zijn meer aan elkaar geregen situaties.
Er worden gebeurtenissen beschreven van zijn jeugd.
Er wordt in het stuk over zijn jeugd voornamelijk verteld over zijn middelbare
school en zijn eerste vriendinnetje.
Daarna worden er gebeurtenissen beschreven van zijn studententijd.
Er wordt beschreven hoe zijn vader langzaam aftakelt, hoe hij gesprekken
heeft met mensen in caf?s, hoe hij probeert werk te vinden en hoe hij in
aanraking komt met hoeren.
Dit alles gebeurt in Amsterdam.
Het thema is de wereld aan de lelijke kant.
Het boek omschrijft hoe lelijk de wereld eigenlijk kan zijn.
In alle gebeurtenissen in het boek schijnt de lelijke kant van de wereld door.
b De schrijfstijl van het boek is zeer humoristisch. Het boek is zo geschreven dat
het makkelijk leest.
Het verhaal speelt zich af in Amsterdam, tussen de jaren 1975 en, volgens mij,
het jaar van uitgave.
Hij verteld over zijn jeugd in Amsterdam en daarna over zijn studententijd in
Amsterdam.
De verhaalfiguren zijn gewone, doorsnee mensen. Alleen maken ze nogal bizarre
dingen mee. Maar alle gebeurtenissen en personages zouden echt kunnen zijn.
De situaties zijn bizar en meestal ook erg grappig.
Het zijn situaties die elke Nederlander zouden kunnen overkomen.
Het boek is grofweg chronologisch verteld, ondanks dat het eigenlijk allerlei losse
verhalen zijn uit het leven van de hoofdpersoon, die tot een verhaal zijn verweven.
Maar het begint wel van voor af aan; van school, naar Rosie, naar zijn baantjes,
dan zijn vader en later diens overlijden, naar zijn bezoek aan de hoeren en het
zelf hoer worden.
c Het thema is de lelijke wereld. De hoofdpersoon maakt allemaal typerende
gebeurtenissen mee die laten zien hoe lelijk de wereld kan zijn.
Zoals bijvoorbeeld zijn meestal ongezellige bezoekjes aan de hoeren en
het contact met zijn ouders, wat niet echt gezellig verloopt, en zijn zoektocht naar
baantjes, die bijna altijd faalt.
De titel 'Blauwe Maandagen', komt van zijn gedrag.
Hij drinkt namelijk veel in het weekend. ’s Maandags houdt hij daar een kater aan
over. Zo’n maandag noemt men ook wel een blauwe maandag.
Een blauwe maandag is ook een stukje uit een lelijke wereld, dat is het verband
tussen de titel en het thema.
d Het boek is in 1994 voor het eerst gepubliceerd.
Op dit moment woont en werkt Arnon Grunberg in New York.
Ik zal vertellen wat er allemaal vooraf ging.
Arnon Grunberg werd op 22 februari 1971 in Amsterdam geboren. Hij is van
joodse afkomst.
De eerste elf jaar woonde hij in de rivierenbuurt.
Van 1977 tot 1982 zat hij op de Montessori School in Amsterdam.
In 1982 ging Arnon naar het Vossius Gymnasium in Amsterdam.
Hij maakte deze school niet af, maar werd er in 1988 afgestuurd.
Hierna had Arnon Grunberg allerlei baantjes zoals afwasser, hulp bij een
apotheek en een baantje bij een uitgeverij.
Arnon Grunberg wilde toen toneelspeler worden, maar de toneelscholen van
Maastricht en Amsterdam vonden hem ‘technisch ongeschikt’.
In 1991 kreeg hij een schrijfopdracht voor een toneelstuk van het Amsterdams
Fonds voor Kunst
In 1991 begint Arnon Grunberg een eigen uitgeverij; de 'Kasjmir Uitgeverij', met als
specialisme 'niet-arische Duitse literatuur. In 1992 geeft hij 5 boeken uit, maar
dan krijgt hij te kampen met betalingsproblemen.
In 1992 krijgt hij weer een schrijfopdracht. Deze keer van Toneelgroep
Amsterdam.
Arnon Grunberg debuteerde met 'Blauwe maandagen' toen hij 23 was.
Het boek werd goed ontvangen en hij kreeg er de Anton Wachter-prijs voor
en het Gouden Ezelsoor.
Van 'Figuranten' werden binnen vier maanden 50.000 exemplaren verkocht.
Met zijn 27 jaar was Arnon Grunberg in 1998 de jongste schrijver van een
Boekengeschenk ooit. Hij 'passeerde' daarmee Hella S. Haasse die als jongste
Boekenweekgeschenkschrijfster te boek stond sinds 1948 (met 'Oeroeg').
'De heilige Antonio' had een oplage van 701.000 stuks.
Arnon Grunberg heeft in 1998 het Letterkundig Museum laten weten te
zijner tijd als mummie opgenomen te willen worden in de verzameling van het
museum. Het Letterkundig Museum heeft al een sarcofaag laten maken.
4a De humor en de mafheid van het boek hadden voor mij een positieve werking.
Ik vond het een vrolijk boek.
Het einde van het boek sprak me het sterkste aan. Ik vond dat hij het einde
mooi had geschreven. Hij had net een rare dag gehad. In de laatste regels
gaat hij een paar gebeurtenissen in die week na en maakt daar een verhaaltje
van dat precies in elkaar past.
Er waren voor mij geen negatieve verhaalelementen. Ik vond het boek goed
geschreven.
Het boek is te vergelijken met zijn boeken die hij daarna heeft geschreven.
Dat zijn ‘Fantoompijn’ en ‘Figuranten’. Zijn schrijfstijl is goed te herkennen.
Zoals in dit voorbeeld uit Blauwe Maandagen: ‘Hij fluisterde altijd in mijn oor:’
Ik heb een mes in mijn jas, daarom houd ik hem aan.’
Maar ik had geen mes in mijn jas, ik was gewoon bang dat ze hem zouden stelen.
Ik wilde met hem trouwen. Ik wilde dat we elkaar alles lieten zien. Voor een stuk
worst. Toen moest hij mij alles laten zien, maar dat deed hij niet. Hij zei:’ Dat kan
niet, want dan zie je mijn mes, en niemand mag mijn mes zien.’
Dit soort rare en droge situaties komen ook in zijn andere boeken voor, dat is
typerend in zijn schrijfstijl.
In alle drie de boeken is er niet echt een verhaallijn, het boek bestaat meer uit
losse situaties.
Het boek makkelijk te lezen. Ook komt er in alle drie de boeken dezelfde, typische
humor van Arnon in voor.
Ook hebben de boeken allemaal een open einde.
Het boek heeft me aan het denken gezet. Hij laat zien hoe raar en simpel
het leven werkelijk is.
Het taalgebruik is zeer gemakkelijk en humoristisch. Het is fijn om te lezen.
Ik vind het boek zeker een aanrader als je gewoon een lekker boek wilt dat
makkelijk leest. Alleen is het geen aanrader voor mensen die een verhaal
willen met een duidelijk einde en een begin en een raadsel dat moet worden
opgelost.
Grunberg volgde het Amsterdamse Vossius Gymnasium, maar hij werd van de school verwijderd. Vervolgens werkte hij onder meer als jongste bediende bij een apotheek en als bordenwasser. Ook had hij een uitgeverijtje: Kasimir. In 1991 kreeg hij een toneelschrijfopdracht van het Amsterdams Fonds voor de Kunsten.
Boek informatie
- Blauwe maandagen
- Arnon Yasha Yves Grünberg
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Arnon Grunberg of Marek van der Jagt