Boekverslag: De Wetten
Geschreven door: Connie Palmen
(1993, twintigste druk)
Na het lezen van Joost Zwagerman's 'De Buitenvrouw' vroeg ik mij af wat nou het verschil was tussen een filosofisch boek en gewone literatuur. In de literatuur, zoals bij Zwagerman, gaat het toch voor een groot deel over gedachten en gevoelens van mensen. Waar zit hem dan toch het verschil in? Om dit te onderzoeken vroeg ik om de titel van een filosofisch boek en kreeg de titel 'De Wetten' om mijn oren geslingerd. Ik ging op zoek... en vond meer!
Wat betreft het verschil tussen een filosofisch en een 'gewoon' boek, daar was ik snel uit: het enige dat ik kon bespeuren was dat de schrijfster diep op de gedachten van de hoofdperso- nen in gaat, maar ik kan nou niet zeggen dat andere boeken wat dat punt betreft veel van 'De Wetten' verschilt. Bij deze betitel ik hierbij dus het merendeel van de schrijvers tot filosoof.
Wat mij het meeste trof in dit boek was het thema van 'vallen en opstaan'; steeds weer kom je er in je leven achter dat je er nog niet bent, dat je eigenlijk nog niets voorstelt en geen eigen persoonlijkheid hebt. De manier waarop de hoofdpersoon in dit boek probeert verder te komen, door zich in de filosofien van de verschillende mannen die zij ontmoet te verdiepen, herkende ik, want ik heb last van hetzelfde trekje: kijken wat voor een ander de moeite waard is in het leven en proberen daar iets van op te steken en je eigen leven daar misschien leuker mee te maken. Misschien niet de beste manier, zoals aan het eind van dit boek blijkt bij Marie Deniet, ik denk dat het ook positief kan werken zolang je niet t? afhan- kelijk wordt van de personen waar je wat van op steekt.
Wat ik jammer vond van het boek was dat ik geen compleet beeld kreeg tijdens het lezen. Dit heeft meerdere oorzaken, zoals het weglaten van citaten uit eigen werk (dat ze anderen laat lezen, maar voor de lezer weg laat), ontbreken van voldoende ruimte omschrijving (het verhaal speelt zich af in Amsterdam, maar dat idee krijg ik helemaal niet, want ze schrijft er enkel terloops iets over) en (maar dat is mijn gebrek aan kennis) ze schrijft over bepaalde filosofen en filosofie?n van hen, maar diept ze niet uit, zodat er stukken verhaal langs me heen gaan. Dit alles vond ik zonde, want op zich bevat het boek mooie filosofien.
Het laatste wat ik over dit boek kwijt wil, is dat ik de persoon Marie Deniet niet menselijk vind. Ik kon me totaal niet in haar verplaatsen (behalve dan wat ik hierboven schreef); haar manier van handelen vond ik totaal niet logisch, hierbij een voorbeeld om dat te illustreren: de vierde man in het boek, de priester, is een lelijke en afschrikwekkende man. Toch verricht zij enige sexuele handelingen bij hem, met als enige argument dat zij medelijden met hem heeft en zijn le- vensovertuiging haar raakt. Tijdens deze scene is zij vervuld van afschuwen ik ook! Het zijn sc?nes waar ik niet van begrijp dat de dingen gebeu- ren zoals ze gebeuren en dat maakt Marie Deniet voor mij een ontastbaar persoon.
Discussiepunten:
1. De negatieve ontvangst van het boek bij vrouwen, omgekeerde ontvangst bij mannen.
2. Vraag mijnerzijds: na wat achtergronden doorzocht te hebben las ik dat 'vallen' in het motto: 'Als ik val zal ik huilen van geluk' symbolisch bedoeld is voor 'het schrijven'. Waar haalt men dit vandaan - is het een pure gok (die mooi blijkt te kloppen) of is het ergens te vinden in het boek? (Ik kon het niet plaatsen.)
3. Filosofie 'vallen en opstaan'.
(1993, twintigste druk)
Na het lezen van Joost Zwagerman's 'De Buitenvrouw' vroeg ik mij af wat nou het verschil was tussen een filosofisch boek en gewone literatuur. In de literatuur, zoals bij Zwagerman, gaat het toch voor een groot deel over gedachten en gevoelens van mensen. Waar zit hem dan toch het verschil in? Om dit te onderzoeken vroeg ik om de titel van een filosofisch boek en kreeg de titel 'De Wetten' om mijn oren geslingerd. Ik ging op zoek... en vond meer!
Wat betreft het verschil tussen een filosofisch en een 'gewoon' boek, daar was ik snel uit: het enige dat ik kon bespeuren was dat de schrijfster diep op de gedachten van de hoofdperso- nen in gaat, maar ik kan nou niet zeggen dat andere boeken wat dat punt betreft veel van 'De Wetten' verschilt. Bij deze betitel ik hierbij dus het merendeel van de schrijvers tot filosoof.
Wat mij het meeste trof in dit boek was het thema van 'vallen en opstaan'; steeds weer kom je er in je leven achter dat je er nog niet bent, dat je eigenlijk nog niets voorstelt en geen eigen persoonlijkheid hebt. De manier waarop de hoofdpersoon in dit boek probeert verder te komen, door zich in de filosofien van de verschillende mannen die zij ontmoet te verdiepen, herkende ik, want ik heb last van hetzelfde trekje: kijken wat voor een ander de moeite waard is in het leven en proberen daar iets van op te steken en je eigen leven daar misschien leuker mee te maken. Misschien niet de beste manier, zoals aan het eind van dit boek blijkt bij Marie Deniet, ik denk dat het ook positief kan werken zolang je niet t? afhan- kelijk wordt van de personen waar je wat van op steekt.
Wat ik jammer vond van het boek was dat ik geen compleet beeld kreeg tijdens het lezen. Dit heeft meerdere oorzaken, zoals het weglaten van citaten uit eigen werk (dat ze anderen laat lezen, maar voor de lezer weg laat), ontbreken van voldoende ruimte omschrijving (het verhaal speelt zich af in Amsterdam, maar dat idee krijg ik helemaal niet, want ze schrijft er enkel terloops iets over) en (maar dat is mijn gebrek aan kennis) ze schrijft over bepaalde filosofen en filosofie?n van hen, maar diept ze niet uit, zodat er stukken verhaal langs me heen gaan. Dit alles vond ik zonde, want op zich bevat het boek mooie filosofien.
Het laatste wat ik over dit boek kwijt wil, is dat ik de persoon Marie Deniet niet menselijk vind. Ik kon me totaal niet in haar verplaatsen (behalve dan wat ik hierboven schreef); haar manier van handelen vond ik totaal niet logisch, hierbij een voorbeeld om dat te illustreren: de vierde man in het boek, de priester, is een lelijke en afschrikwekkende man. Toch verricht zij enige sexuele handelingen bij hem, met als enige argument dat zij medelijden met hem heeft en zijn le- vensovertuiging haar raakt. Tijdens deze scene is zij vervuld van afschuwen ik ook! Het zijn sc?nes waar ik niet van begrijp dat de dingen gebeu- ren zoals ze gebeuren en dat maakt Marie Deniet voor mij een ontastbaar persoon.
Discussiepunten:
1. De negatieve ontvangst van het boek bij vrouwen, omgekeerde ontvangst bij mannen.
2. Vraag mijnerzijds: na wat achtergronden doorzocht te hebben las ik dat 'vallen' in het motto: 'Als ik val zal ik huilen van geluk' symbolisch bedoeld is voor 'het schrijven'. Waar haalt men dit vandaan - is het een pure gok (die mooi blijkt te kloppen) of is het ergens te vinden in het boek? (Ik kon het niet plaatsen.)
3. Filosofie 'vallen en opstaan'.
Connie Palmen wordt in 1955 geboren in Sint Odiliënberg, een dorpje vlakbij Roermond in Nederland. Samen met haar drie broers krijgt zij een katholieke opvoeding. Haar doopnamen zijn Aldegonda Petronella Huberta Maria. Ze is als kind onder de indruk van de kerk en het geloof en wil graag priester worden. Als haar duidelijk wordt dat dit voor een meisje onmogelijk is, stelt ze haar ambitie bij tot non.
Boek informatie
- De Wetten
- Aldegonda Petronella Huberta Maria Connie Palmen
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Aldegonda Petronella Huberta Maria Connie Palmen