Boekverslag: De komst van Joachim Stiller
Hubert Lampo
1e Druk:..........
Druk:.............
Uitgever:.........
1a) Hubert Lampo In 1920 wordt Hubert Lampo in een voorstad van Antwerpen geboren. Hij is enige tijd onderwijzer en moet daarna in militaire dienst. Als de Tweede Wereldoorlog afgelopen is, gaat hij in de journalistiek. Hij werkt voor kranten en literaire tijdschriften. In 1948 wordt hij rijksinspecteur van de openbare bibliotheken in Oost-Vlaanderen. Hij schreef o.a.:De draad van Ariadne, De ring van M?biusI en II, De zwanen van Stonehenge, H?l?ne Defraye, etc.
b) De komst van Joachim Stiller De komst van Joachim Stiller verandert het hele leven van de hoofdpersoon Freek Groenevelt.
c) Geen ondertitel
d) Motto:'En zij zeiden tot elkander: was ons hart niet brandende in ons, terwijl Hij tot ons sprak op den weg en terwijl Hij ons de Schriften opende?'. Deze tekst is ontleend aan de Bijbel: Lucas XXIV -32. De motieven liefde en openbaring worden hierin verbonden, hetgeen ook het geval is in De komst van Joachim Stiller.
e) Het thema:De vrijgezel Freek Groenevelt maakt tegelijkertijd kennis met de liefde en de openbaring van het bovennatuurlijke. Hierdoor verandert zijn leven fundenmenteel.
f) Motieven:- Jonge generatie zet zich af tegen de oudere; - Uitbuiting van kunstenaars door gewiekste zakenman; - De harlekijn als gespleten persoonlijkheid :dood en leven in ??n persoon verenigd; - Messias-motief
g) Karakters : Freek Groenevelt : Freek is schrijver en journalist. Aanvankelijk is hij zelfbewust, rustig en harmonieus. Hij laat zich niet gemakkelijk van zijn stuk brengen. Hij is vrijgezel en dat bevalt hem goed. Door een aantal mysterieuze verschijnselen verandert hij echter totaal. Hij wordt onzeker en angstig en voelt zich gauw bedreigd. De rustige, verstandige Simone brengt hem weer in het goede spoor. Door Joachim krijgt hij meer behoefte aan menselijke genegenheid dan ooit te voren.
Joachim Stiller :- verlossersfiguur - Christus indentificatie ??>-Op hoogte bestaan van Simone en Freek. -Begeleid verhouding F. en S. tot deze tot een volmaakte liefde is uitgegroeid -Kruiselingse dood -Verdwijning na drie dagen -Joods uiterlijk
h) Tijd : Enige weken.
i) Genre: Magisch realistische roman
2.1 De 37-jarige Freek Groenevelt is schrijver en criticus. Hij woont in Antwerpen. Zijn vroegere klasgenoot Clemens Waalwijk is directeur van 'De Scheldebode'. Van hem heeft Freek de functie van stadsredacteur aangeboden gekregen en hij heeft dit baantje graag aanvaard. Dagelijks schrijft hij een stukje over iets wat in zijn goede stad de aandacht trekt. In zijn stamkroeg ziet hij op een dag 's morgens om half elf vier arbeiders de straat openbreken. Daarna nuttigen de vier een boterham en dichten ze het gat in de straat weer. Het is voor iedereen een raadsel waar dit toe dient. Freek besluit er een stukje over in zijn krant te schrijven.
2. Freek krijgt bezoek van zijn vriend Andreas, die een nieuw jongeren tijdschrift heeft meegebracht, getiteld 'Atomium'. In dit tijdschrift wordt een felle aanval op Freek gedaan. Andreas is verontwaardigd en dringt er bij zijn vriend op aan actie te ondernemen. Freek wil hier aanvankelijk niets van weten, hij acht zich verheven boven dit gescheld. Na enige tijd verandert hij van mening en besluit hij de jongelui eens op te gaan zoeken.
3. De wethouder van openbare werken, Keldermans genaamd, heeft een brief geschreven aan Clemens Waalwijk, waarin hij protesteert tegen de onjuiste berichtgeving over het openbreken van de Kloosterstraat. Clemens legt de brief voor aan Freek die echter ten stelligst ontkent dat hij het verhaal uit zijn duim heeft gezogen. Freek gaat naar de wethouder toe. Keldermans is een grijs mannetje die erg verward en onzeker reageert. Ze drinken samen cognac en in een vertrouwelijke sfeer zegt Keldermans dat hij niet twijfelt aan de eerlijkheid van Groenevelt. Hij moest de brief echter wel schrijven: "Het is een komplot. Het is niet de eerste maal dat zoiets gebeurt." De wethouder bekent dat er dingen gebeuren, die hem angstig maken. Freek begrijpt er niets van en verlaat abrupt het stadhuis.
4. Freek krijgt een brief van Joachim Stiller, waarin deze zegt dat de schijnbare onbelangrijke gebeurtenis in de Kloosterstraat 'andere verschijnselen' aankondigt. 'Mochten er zich dus in de nabije toekomst andere gebeurtenissen voordoen, welke naar uw oordeel niet aan de algemeen gangbare logica beantwoorden, twijfel dan nooit aan de exactheid van wat gij gezien of eventueel gehoord hebt'. Freek vindt het een vreemde brief, maar zijn verbazing stijgt ten top als hij op het poststempel ziet, dat de brief ruim anderhalf jaar voor zijn geboorte is gepost.
5. Freek gaat op bezoek bij de redactie secratessevan het tijdschrift 'Atomium'. Het blijkt de 25-jarige wiskundelerares Simone Marijnissen te zijn. De andere redacteuren zijn ook leraren. Simone vertelt, dat ze een brief van Joachim Stiller hebben gekregen, waarin deze er op aan dringt af te zien vanm een aanval op Groenevelt, 'daar de betrokkene een opdracht te wachten staat, die de volledige inzet van al zijn geestelijke en emotionele vermogens zal vergen'. De redactie heeft gedacht, dat Freek de brief zelf heeft geschreven en daarin aanleiding gevonden hem er eens flink van langs te geven. Simone betuigt haar spijt, maar Freek verlaat zeer ge?rriteerd haar woning.
6. Freek zit op een terasje en kijkt uit ope een openbaar urinoir. Plotseling ziet hij zijn vroegere schoolmakker Wiebrand Zijlstra, die erg veel belangstelling voor het urinoir aan de dag legt. Het blijkt dat Zijlstra schilderijenhandelaar in Parijs is. Hij is op zoek naar nieuwe talenten op het gebied van beeldende kunst. In urinoirs in caf?s en op straat heeft hij tekeningen gezien van iemand, die hij als een nog niet ontdekt genie beschouwt. Opeens ziet hij een man, die een beetje achterlijk lijkt, uit het urinoir tevoorschijn komen en rent hem achterna.
7. Tijdens een hevige onweersbui loopt Freek bij zijn vriend Geert Molijn, die een antiquaraat heeft, binnen. Zijn oog valt op een boek uit de zestiende eeuw. Als hij het tuis leest blijkt het een geschrift te zijn van een Duitse mysticus, die een verklaring geeft van de openbaring van Johannes,het laatste boek van de Bijbrel.
8. Freek is een avondje uit met zijn uitgever, diens vrouw en Andreas. Als ze in de 'Monikkenkelder' zijn ontmoet Freek Simone. Ze laat hem een bvrief van J.S. lezen. Deze brief bevat raadselachtige uitspraken. Freek ziet er een grap in van de vrienden van Simone. Simone is met een aantal collega's op stap en haar verloofde is ook van de partij. Hij is vreselijk jaloers, vooral als Freek met Simone, tot wie hij zich aangetrokken voelt, danst.
9. Freek gaat met het boek uit het antiquariaat van Geert Molijn naar de Stedelijke Bibliotheek. Zijn vriend Wim Valckeniers toont aan dat het boek geschreven is door Joachim Stiller, meester in de theologie te Ausburg. Stiller heeft aan de universiteit in die stad van 1552 tot 1555 theologie gedoceerd en is wegens subversieve idee?n weggejaagd. Als Freek dit hoort schrikt hij enorm. Hij wordt onwel, maar door een borrel komt hij weer wat tot bedaren. Wim weet ook iets van grafologie en Freek laat hem het handschrift van Joachim Stiller zien. Wim:'Het ontbreekt deze man in hoge mate aan persoonlijkheid. Iemand die helemaal niet bestaat, maar nietemin zou kunnen schrijven, zou het ongeveer zo doen als deze man.'
10. Als Freek thuiskomt wacht Simone hem op. Ze is nogal ge?motioneerd, omdat ze 's morgens vroeg is opgebeld door J. S., die haar heeft gezegd dat ze Freek de vorige avond niet alleen had mogen laten. Verder deelt Simone mee, dat ze haar verloving heeft verbroken en dat ze niets meer met de lieden van 'Atomium' te maken wenst te hebben.
11. Freek en Simone gaan met de brief van J.S. naar prof. Schoenmakers in Brusel. Schoenmakers is een groot deskundige op het gebied van kunstgeschiedenis en archeologie. Zijn assistent onderzoekt de brief, die achtendertig jaar blijkt te zijn. Christiaan Sipido, grafoloog van beroep, bekijkt het handschrift en meent dat Joachim Stiller 'een onthutsend evenwichtige persoonlijkheid' moet zijn.
12. Op de terugweg van Brussel naar Antwerpen omhelst Simone Freek. De laatste stelt voor om naar Parijs te gaan, maar Simone meent dat dit op een vlucht zou lijken. Ze eten in een gezellig restaurant en slapen bij Freek. Om twintig over ??n wordt hun aandacht getrokken door het extra luide spel van het carillon van de kathedraal. Niemand anders hoort het. Freeks horloge blijft staan. Een onbekende belt op:'Eens zal ik u van alle vrees bevrijden'. Freek en Simone beseffen dat J.S. hier achter moet zitten.
13. Wiebrand Zijlstra organiseert voor de pers en andere genodigden een cocktail-party om het door hem ontdekte schilderstalent voor te stellen. Freek en Simone gaan erheen. Ze hebben medelijden met Siegfried, een doofstomme zielepoot, die door Wiebrand ge?xploiteerd wordt. De schilderijenhandelaar krijgt een schot in zijn arm. Siegfried is de dader en wiebrand slaagt erin hem de revolver afhandig te maken. Siegfried valt en breekt z'n nek. Voor hij sterft, stamelt hij:'Stille ...Zeg aan Sti...'.
14. Freek is vvorgoed in bezit genomen door de angst. Hij, Simone en Geert Molijn bespreken enige veronderstellingen ter verklaring van het raadselachtige optreden van J.S. Het synchronisme van de Zwitserse psycholoog Jung komt ter sprake(het samenvallen van twee of meer gebeurtenissen die voor een bepaalde persoon een zekere betekenis bezitten). Ook wordt gesproken over de theorie van Ouspensky, die allen een subjectief tijdsbegrip voor ieder mens apart erkent. Hij aanvaardt zelfs een soort rencarnatie theorie:ieder schepsel begint na zijn dood zijn leven telkens op nieuw en wordt steeds weer in hetzelfde jaar geboren. De hypothesenbouwers komen niet tot een bevredigende oplossing en gaan koffie drinken.
15. Op weg naar de krant verneemt Frank van enige mensen een onheilstijding:de wereld zal vergaan. Een man met een dophoedje geeft zich uit voor engel.Op de krant komen veel verontruste telefoontjes binnen van mensen. E?n van de redacteuren zoekt de oorzaak van de opwinding bij de zonsverduistering die die dag te zien zal zijn. Freek verneemt van wethouder Keldermans een ander verhaal. 's Morgens is het gerucht verspreid door een aantal lieden die op bepaalde plaatsen in de stad post hadden gevat. De politie agenten die een oogje in het zeil moesten houden zijn letterlijk van de aardbodem. verdwenen. Keldermans brengt het gebeurde in verband met de affaire in de Kloosterstraat en met het nachtelijke beiaardconcert.
16. Als Freek en Simone in het havengebied rond zwerven worden ze getroffen door aanplakbiljetten van Circus Stiller.Freek wordt door angst bevangen, maar Simone troost hem. Ze gaan naar het circus. De harlekijn kijkt Freek een fractie van een seconde aan. Dit maakt een geweldige indruk op Freek. Freek is er zeker van dat de harlekijn dezelfde persoon is als de man die hem aansprak op de morgen van de zonsverduistering.
17. Freek voelt zich wat overspannen en zoekt naar een verdere verklaring van het Stiller mysterie. Hij raadpleegt een journalist die over astrologie schrijft. De passage uit het 16de eeuwse boek blijkt een 'doodgewone beschrijving van de stand van de hemellichamen'. Dit maakt Freek nog ongeruster. Hij raadpleegt een psychiater, die vaststelt dat hij een te hoge bloeddruk heeft. Verder past de arts op Freek chemico-analyse toe. De ik-figuur herinnert zich nu, dat hij in de oorlog een raketaanval heeft meegemaakt, waarbij een Amerikaanse soldaat dodelijk getroffen werd. Op de portefeuille van de soldaat stond zijn naam:'Major Joachim Stiller, Longwood, Massachusetts, U.S.A.' Het is er voor Freek niet eenvoudiger op geworden.
18. Als Freek thuiskomt vertelt Simone hem dat ze in verwachting is. Freek heeft een brief van J.S. gekregen, waarin hij aankondigt dat hij vrijdagavond om half negen bij het Zuidstation zal arriveren. Hij nodigt Freek uit daar aanwezig te zijn. Freek is nog steeds bang voor J.S., hij ziet in hem de dood. Samen met Simone en Geert-Molijn gaat hij naar het Zuidstation, waar hij ook wethouder keldermans ontmoet. Om half negen komt Joachim Stiller uit het station. Ondanks zijn blonde haren ziet hij eruit of hij van Joodse afkomst is. Hij beweegt zich zodanig dat Freek aan een engel moet denken. Freek herkent hem:de soldaat die hij in de oorlog heeft zien sterven. De komst van Joachim Stiller maakt op Groenevelt 'de indruk van een langverbeide verlossing'. Als Stiller de straat oversteekt en naar Freek toeloopt, zegt hij:'Ik ben Joachim Stiller'. Meteen hierna wordt hij door een vrachtwagen doodgereden. Freek ziet in hem 'een sereen glimlachende Gekruisigde'. Al snel komen de politie en een ambulance.
19. Na het ongeluk worden Freek,Simone,Geert Molijn en Keldermans door de politie verhoord. Het blijkt onmogelijk de identiteit van het slachtoffer vast te stellen. Freek komt tot het besef dat Joachim Stiller 'niet doelloos gestorven is, dat het sedert het begin der tijden aldus is voorbeschikt en dat hij het zelf geweten heeft, -de onverbiddelijke noodzaak van een onafwendbaar offer om ons en, wie weet, misschien ook alle andere mensen, het voortbestaan mogelijk te maken'. Geert heeft een aantal theorie?n over het verschijsel J.S. opgeschreven. Freek leest deze notities door en wordt getroffen door de uitspraak:'Stiller niet altijd Stiller geweest?' Geer meent dat Stiller zich eelders op andere tijdstippen en dus voor andere mensen heeft gemanifesteerd, waarschijnlijk onder een andere naam. De dood van Joachim doet sterk denken aan de offerdood van Christus, maar er kunnen ook meer verlossers geweest zijn, op andere plaatsen , op andere momenten. Stiller is dus het archetype van de Messias. Freek Simone en Keldermans gaan de gestorvene een laatste groet brengen. Als ze bij het Stuivenberghospitaal komen, blijkt het lichaam van Stiller op de derde dag na zijn dood op wonderbaarlijke wijze is verdwenen. ,Het is duidelijk dat hiermee wordt verezen naar de wederopstanding van Christus. In dit laatste hoofdstuk wordt de betrokkenheid van Keldermans met Joachim Stiller onthuld. Toen het dochtertje van de wethouder vijftien jaar was, is ze bij een bombardement om het leven gekomen. Freek was hierbij aanwezig. Naast hem lag een Amerikaanse militair dood te bloeden; zijn naam was Stiller.
20) Ik vond De komst van Joachim Stiller een heel mooi boek om te lezen. Wel heb ik voor bepaalde de uitleg van het boek dankbaar gebruik gemaakt van naslagwerken. Ik ben van plan om nog een boek van Lampo op mijn lijst te zetten.
Hubert Lampo werd geboren te Antwerpen op 1 september 1920 als zoon van een postbediende en een onderwijzeres. In 1938 behaalt hij het diploma van onderwijzer, in 1941 dat van geaggregeerd leraar. Tot 1944 geeft hij les. In datzelfde jaar wordt hij tewerkgesteld bij het Archief en Museum van het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen. Na zijn militaire dienst wordt hij journalist-kunstcriticus. Hij oefent dit beroep uit tot 1965. Hij speelde een actieve rol in de Vlaamse letterkundige wereld, o.m. als redactiesecretaris van het "Nieuw Vlaams Tijdschrift". Ondertussen werd hij in 1948 tevens rijksinspecteur van de Openbare Bibliotheken. Vanaf 1965 is hij hoofdinspecteur. In 1973 werd hij voorzitter van de Vereniging van Vlaamse letterkundigen en in 1979 lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. In 1989 werd hij vereerd met de titel van eredoctor aan de universiteit van Grenoble. Hubert Lampo huwde driemaal. Hij woont thans in Grobbendonk.
Boek informatie
- De komst van Joachim Stiller
- Hubert Lampo
- Vlaams
Handige opties
- Meer boeken van:Hubert Lampo