Boekverslag: De mensen thuis
ROSENBOOM, THOMAS 1983
De mensen thuis
verhalenbundel
INHOUD
Het boek bevat drie verhalen, waarvan de eerste en de derde ook novellen genoemd zouden kunnen worden, gezien hun lengte (elk zo?n 70 bladzijden). Het middelste verhaal ?Bedenkingen?, is het kortste, maar telt nog 30 bladzijden.
In alle drie de verhalen gaat het om de belevenissen, ervaringen en overpeinzingen van een twaalfjarig jongetje, Timon geheten. Timon is een zeer eigenwijs, zelfingenomen en intelligent jongetje. Hij redeneert eigenlijk te oud voor zijn leeftijd.
In het eerste verhaal, ?De jongen met de viool?, verovert Timon zich een eigen plek, onder een boom, in het park. Later komt hij daar in contact met een vriendelijke oude dame, mevrouw Van Benthem, die hij voor zich inneemt met zalvende verhalen over zijn voorliefde voor botanische tuinen en muziek, en zijn kwaliteiten als temmer van honden. Ze nodigt hem uit bij haar thuis en geeft hem vioolles in ruil voor Timon?s trainingen aan haar oude hond. Een maand of wat later moet hij een voorstelling verzorgen voor de bejaarde vriendinnen van de dame. Hij besluit zijn optreden meer kleur te geven door zich te verkleden als R?my uit Alleen op de wereld. De middag eindigt in een groot fiasco: zijn vermomming wordt niet begrepen en de hond van de dame, die hij in zijn spel betrokken heeft, zit onder Timon?s ontlasting en lijkt dood te gaan. Timon raakt helemaal door het dolle heen en gaat uiteindelijk met de goed gevulde beurs van de huishoudster ervandoor.
Het tweede verhaal, ?Bedenkingen?, speelt zich voor het grootste deel af op school. Bij het uitgaan van de klas verstopt Timon zich achter de jassen van een andere klas om er nog eens rustig na te denken over het verhaal van Sinte-Brandaan dat de meester voorgelezen heeft. Hij bemerkt te laat dat de klas uitgaat, en wordt beschuldigd van diefstal. Ben, op een andere manier een eenling, en daardoor het enige vriendje van Timon, gaat verhuizen. Timon slaat het beeld van Brandaan, dat Ben als afscheidskadeautje heeft geboetseerd, in twee stukken, en wil Ben een stuk geven ter bevestiging van de vriendschap. Maar Ben is diep gekwetst en Timon blijft alleen achter.
In ?De buitenproef? gaat Timon, wegens een verhuizing naar een arme buurt, naar een nieuwe school. Die school ziet er , met zijn discipline en agressie, angstaanjagend uit. Hij komt naast het enige meisje van de klas, Beate, te zitten. Met dit meisje, met wie hij vriendschap sluit, moet hij voor de machtigste jongen van de klas een buitenproef afleggen. Hij moet hiervoor op de vrije zaterdag naar een verlaten, vergiftigd stuk grond komen. Hij is er samen met zijn debiele broertje, op wie hij moest passen. Ook Beate is er. Niemand weet wat er te gebeuren staat of wanneer de buitenproef begint. Wanneer het menstruerende meisje haar broek laat zakken om een plas te doen slaat hij haar met een tak. Beate vlucht weg en ook zijn broertje is verdwenen. Bij het verlaten van het terrein treft hij hen samen aan. Maar op weg naar huis worden ze ingehaald door de groep voor wie ze de buitenproef moesten afleggen. Het verhaal eindigt: ?God sta ons bij?, bad ik, ?nu gaat het beginnen.?
INTERPRETATIE
De betekenis van de titel, De mensen thuis, wordt niet echt duidelijk. Enkele malen komt hij voor, zoals in het eerste verhaal, op het moment dat Timon de voorstelling gaat geven:? Toch keken ze naar hem, en hij naar hen, maar het was alsof hij keek naar de mensen thuis. Zelfs de beminnelijke en onverstoorbare glimlach van mevrouw Van Benthem was een grimas geworden.? Met de mensen thuis wordt niet zijn ouderlijke huis bedoeld, want hoe het daar is weten we niet: alle verhalen spelen zich immers voor een groot gedeelte buitenshuis af. Die mensen thuis moeten wel boos of verstoord kijken, want ook mevrouw Van Benthem?s gezicht was veranderd. Het zou kunnen dat er een zekere afstand mee bedoeld wordt, alsof hij lichtelijk vervreemd is van zijn omgeving. Maar in een andere passage spreekt hij weer zijn waardering voor mevrouw van Benthem uit: ?hij zou haar nooit loochenen of kwaad aandoen, ook niet later, wanneer hij al veel verder zou zijn, en misschien ook al optrad met zijn viool, voor de mensen... en voor de mensen thuis.?
Rosenboom schiep een centrale hoofdpersoon Timon, een wereldwijze, intelligente en tegelijk na?eve geest van een volwassene in het lichaam van een twaalfjarig jongetje. Timon is weinig sociaal en steeds faalt hij in zijn beoordeling van situaties. Hij interpreteert de werkelijkheid, maar telkens onjuist. De verhalen eindigen zo, dat op het moment dat al het leed achter de rug lijkt te zijn, alles eigenlijk pas gaat beginnen.
In alle drie de verhalen gaat het om poging tot aanraking. In het eerste verhaal loopt zijn vioolspel uit op niks. In ?Bedenkingen? komt aan de aanraking een eind, doordat Ben zijn bedoelingen niet begrijpt; en het derde verhaal behandelt de poging tot aanraking van Beate, hier is de dwangmatige behoefte aan aanraking re?ler dan in de andere verhalen, hier is het veel lijfelijker, maar ook deze aanraking komt niet tot stand.
Door het falen in zijn pogingen tot het maken van contact, blijft hij uiteindelijk gevangen in zijn eenzaamheid. Deze eenzaamheid staat vooral in het eerste verhaal centraal.
Het eerste verhaal heeft een personaal perspectief, terwijl in de laatste twee verhalen Timon als ?ik? aan het woord is.
In het laatste verhaal zou het braakland opgevat kunnen worden als Rosenbooms symbool voor deze wereld, want de enige uitgang van dit terrein ligt op het oosten, net zoals de toegang tot het paradijs. Het gif kan men als een verwijzing naar de zonde zien en Timon heeft het gevoel bespied of gadegeslagen te worden, met deze persoon zou God bedoeld kunnen worden.
De stijl van Rosenboom lijkt soms een beetje ironisch. Dit komt niet alleen doordat hij het soms qua inhoud heel bont maakt, maar ook door de archa?serende woordkeus en vaak verheven bewoordingen.
WAARDERINGSGESCHIEDENIS
Het boek werd al bij voorbaat met veel lof en wierook onder de aandacht gebracht door de uitgever. Het debuut van Thomas Rosenboom is dan ook goed ontvangen. Rob Vooren van het Leidsch Dagblad (23-11-1983) schreef: ?Drie absurde, soms sublieme verhalen over een buitenissig ventje dat er niet in slaagt de levensdans te ontspringen. Een bijzonder geslaagd debuut?.
Rosenboom had meer in huis dan velen hadden verwacht, de inhoud was fascinerend en zijn stijl was helder en zorgvuldig. Het bedenken van dergelijke archetypische of veelbetekenende situaties kan als de kracht van Rosenboom worden gezien. Carel Peeters schreef in Vrij Nederland (28-01-1984): ?De zelfoverschatting van Timon en zijn waanwijsheid, gecombineerd met het etaleren van zijn ?beschaamde? kanten doen vermoeden dat er een reservoir van mogelijkheden in Rosenboom steekt?
De voorkeur van Rosenboom voor vertellende clich?s en zijn overtollig, omslachtig, vaak plechtstatig en zelfs ouderwets taalgebruik maakt het volgens sommige een tikkeltje oubollig. Hij zou daar in de toekomst wel wat afstand van mogen doen; het zou de beeldende kracht van zijn proza ten goede komen.
Velen vonden het een zeer gewaagd debuut en vonden het getuigen van het zelfvertrouwen van de schrijver. ?Rosenboom belooft een interessante schrijver te worden. Zo jong als hij waarschijnlijk is, zijn verhalen hebben een onmiskenbaar eigen toon?, aldus Henk Lagerwaard van het NRC Handelsblad (30-12-1983)
Rosenboom ontving de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 1984 voor het boek De mensen thuis.
CONTEXT
Thomas Rosenboom is op 8 januari 1956 geboren in Doetichem als tweede kind van een middelgrote ondernemer. Hij groeit op in Arnhem in een rooms-katholiek milieu. Na het Atheneum doorlopen te hebben studeert hij drie jaar psychologie in Nijmegen. Omdat hij schrijver wil worden gaat hij daarna Nederlands studeren in Amsterdam. Hij blijft daar wonen, nadat hij cum laude zijn doctoraal examen heeft behaald.
In 1982 debuteert hij met het verhaal Bedenkingen (later opgenomen in De mensen thuis) in De Revisor. Van dit tijdschrift is hij van 1989 tot 1991 redactiesecretaris.
In 1987 is hij voor een jaar aangesteld als writer in residence aan de universiteit van Michigan. Voorts voorziet hij in zijn levensonderhoud door lesgeven in prozaschrijven aan een schrijversvakschool
In 1986 komt zijn tweede boek, de roman Vriend van verdienste uit en in 1994 komt zijn roman Gewassen vlees uit, waarvoor hij de Librisprijs 1995 heeft gekregen.
De mensen thuis
verhalenbundel
INHOUD
Het boek bevat drie verhalen, waarvan de eerste en de derde ook novellen genoemd zouden kunnen worden, gezien hun lengte (elk zo?n 70 bladzijden). Het middelste verhaal ?Bedenkingen?, is het kortste, maar telt nog 30 bladzijden.
In alle drie de verhalen gaat het om de belevenissen, ervaringen en overpeinzingen van een twaalfjarig jongetje, Timon geheten. Timon is een zeer eigenwijs, zelfingenomen en intelligent jongetje. Hij redeneert eigenlijk te oud voor zijn leeftijd.
In het eerste verhaal, ?De jongen met de viool?, verovert Timon zich een eigen plek, onder een boom, in het park. Later komt hij daar in contact met een vriendelijke oude dame, mevrouw Van Benthem, die hij voor zich inneemt met zalvende verhalen over zijn voorliefde voor botanische tuinen en muziek, en zijn kwaliteiten als temmer van honden. Ze nodigt hem uit bij haar thuis en geeft hem vioolles in ruil voor Timon?s trainingen aan haar oude hond. Een maand of wat later moet hij een voorstelling verzorgen voor de bejaarde vriendinnen van de dame. Hij besluit zijn optreden meer kleur te geven door zich te verkleden als R?my uit Alleen op de wereld. De middag eindigt in een groot fiasco: zijn vermomming wordt niet begrepen en de hond van de dame, die hij in zijn spel betrokken heeft, zit onder Timon?s ontlasting en lijkt dood te gaan. Timon raakt helemaal door het dolle heen en gaat uiteindelijk met de goed gevulde beurs van de huishoudster ervandoor.
Het tweede verhaal, ?Bedenkingen?, speelt zich voor het grootste deel af op school. Bij het uitgaan van de klas verstopt Timon zich achter de jassen van een andere klas om er nog eens rustig na te denken over het verhaal van Sinte-Brandaan dat de meester voorgelezen heeft. Hij bemerkt te laat dat de klas uitgaat, en wordt beschuldigd van diefstal. Ben, op een andere manier een eenling, en daardoor het enige vriendje van Timon, gaat verhuizen. Timon slaat het beeld van Brandaan, dat Ben als afscheidskadeautje heeft geboetseerd, in twee stukken, en wil Ben een stuk geven ter bevestiging van de vriendschap. Maar Ben is diep gekwetst en Timon blijft alleen achter.
In ?De buitenproef? gaat Timon, wegens een verhuizing naar een arme buurt, naar een nieuwe school. Die school ziet er , met zijn discipline en agressie, angstaanjagend uit. Hij komt naast het enige meisje van de klas, Beate, te zitten. Met dit meisje, met wie hij vriendschap sluit, moet hij voor de machtigste jongen van de klas een buitenproef afleggen. Hij moet hiervoor op de vrije zaterdag naar een verlaten, vergiftigd stuk grond komen. Hij is er samen met zijn debiele broertje, op wie hij moest passen. Ook Beate is er. Niemand weet wat er te gebeuren staat of wanneer de buitenproef begint. Wanneer het menstruerende meisje haar broek laat zakken om een plas te doen slaat hij haar met een tak. Beate vlucht weg en ook zijn broertje is verdwenen. Bij het verlaten van het terrein treft hij hen samen aan. Maar op weg naar huis worden ze ingehaald door de groep voor wie ze de buitenproef moesten afleggen. Het verhaal eindigt: ?God sta ons bij?, bad ik, ?nu gaat het beginnen.?
INTERPRETATIE
De betekenis van de titel, De mensen thuis, wordt niet echt duidelijk. Enkele malen komt hij voor, zoals in het eerste verhaal, op het moment dat Timon de voorstelling gaat geven:? Toch keken ze naar hem, en hij naar hen, maar het was alsof hij keek naar de mensen thuis. Zelfs de beminnelijke en onverstoorbare glimlach van mevrouw Van Benthem was een grimas geworden.? Met de mensen thuis wordt niet zijn ouderlijke huis bedoeld, want hoe het daar is weten we niet: alle verhalen spelen zich immers voor een groot gedeelte buitenshuis af. Die mensen thuis moeten wel boos of verstoord kijken, want ook mevrouw Van Benthem?s gezicht was veranderd. Het zou kunnen dat er een zekere afstand mee bedoeld wordt, alsof hij lichtelijk vervreemd is van zijn omgeving. Maar in een andere passage spreekt hij weer zijn waardering voor mevrouw van Benthem uit: ?hij zou haar nooit loochenen of kwaad aandoen, ook niet later, wanneer hij al veel verder zou zijn, en misschien ook al optrad met zijn viool, voor de mensen... en voor de mensen thuis.?
Rosenboom schiep een centrale hoofdpersoon Timon, een wereldwijze, intelligente en tegelijk na?eve geest van een volwassene in het lichaam van een twaalfjarig jongetje. Timon is weinig sociaal en steeds faalt hij in zijn beoordeling van situaties. Hij interpreteert de werkelijkheid, maar telkens onjuist. De verhalen eindigen zo, dat op het moment dat al het leed achter de rug lijkt te zijn, alles eigenlijk pas gaat beginnen.
In alle drie de verhalen gaat het om poging tot aanraking. In het eerste verhaal loopt zijn vioolspel uit op niks. In ?Bedenkingen? komt aan de aanraking een eind, doordat Ben zijn bedoelingen niet begrijpt; en het derde verhaal behandelt de poging tot aanraking van Beate, hier is de dwangmatige behoefte aan aanraking re?ler dan in de andere verhalen, hier is het veel lijfelijker, maar ook deze aanraking komt niet tot stand.
Door het falen in zijn pogingen tot het maken van contact, blijft hij uiteindelijk gevangen in zijn eenzaamheid. Deze eenzaamheid staat vooral in het eerste verhaal centraal.
Het eerste verhaal heeft een personaal perspectief, terwijl in de laatste twee verhalen Timon als ?ik? aan het woord is.
In het laatste verhaal zou het braakland opgevat kunnen worden als Rosenbooms symbool voor deze wereld, want de enige uitgang van dit terrein ligt op het oosten, net zoals de toegang tot het paradijs. Het gif kan men als een verwijzing naar de zonde zien en Timon heeft het gevoel bespied of gadegeslagen te worden, met deze persoon zou God bedoeld kunnen worden.
De stijl van Rosenboom lijkt soms een beetje ironisch. Dit komt niet alleen doordat hij het soms qua inhoud heel bont maakt, maar ook door de archa?serende woordkeus en vaak verheven bewoordingen.
WAARDERINGSGESCHIEDENIS
Het boek werd al bij voorbaat met veel lof en wierook onder de aandacht gebracht door de uitgever. Het debuut van Thomas Rosenboom is dan ook goed ontvangen. Rob Vooren van het Leidsch Dagblad (23-11-1983) schreef: ?Drie absurde, soms sublieme verhalen over een buitenissig ventje dat er niet in slaagt de levensdans te ontspringen. Een bijzonder geslaagd debuut?.
Rosenboom had meer in huis dan velen hadden verwacht, de inhoud was fascinerend en zijn stijl was helder en zorgvuldig. Het bedenken van dergelijke archetypische of veelbetekenende situaties kan als de kracht van Rosenboom worden gezien. Carel Peeters schreef in Vrij Nederland (28-01-1984): ?De zelfoverschatting van Timon en zijn waanwijsheid, gecombineerd met het etaleren van zijn ?beschaamde? kanten doen vermoeden dat er een reservoir van mogelijkheden in Rosenboom steekt?
De voorkeur van Rosenboom voor vertellende clich?s en zijn overtollig, omslachtig, vaak plechtstatig en zelfs ouderwets taalgebruik maakt het volgens sommige een tikkeltje oubollig. Hij zou daar in de toekomst wel wat afstand van mogen doen; het zou de beeldende kracht van zijn proza ten goede komen.
Velen vonden het een zeer gewaagd debuut en vonden het getuigen van het zelfvertrouwen van de schrijver. ?Rosenboom belooft een interessante schrijver te worden. Zo jong als hij waarschijnlijk is, zijn verhalen hebben een onmiskenbaar eigen toon?, aldus Henk Lagerwaard van het NRC Handelsblad (30-12-1983)
Rosenboom ontving de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 1984 voor het boek De mensen thuis.
CONTEXT
Thomas Rosenboom is op 8 januari 1956 geboren in Doetichem als tweede kind van een middelgrote ondernemer. Hij groeit op in Arnhem in een rooms-katholiek milieu. Na het Atheneum doorlopen te hebben studeert hij drie jaar psychologie in Nijmegen. Omdat hij schrijver wil worden gaat hij daarna Nederlands studeren in Amsterdam. Hij blijft daar wonen, nadat hij cum laude zijn doctoraal examen heeft behaald.
In 1982 debuteert hij met het verhaal Bedenkingen (later opgenomen in De mensen thuis) in De Revisor. Van dit tijdschrift is hij van 1989 tot 1991 redactiesecretaris.
In 1987 is hij voor een jaar aangesteld als writer in residence aan de universiteit van Michigan. Voorts voorziet hij in zijn levensonderhoud door lesgeven in prozaschrijven aan een schrijversvakschool
In 1986 komt zijn tweede boek, de roman Vriend van verdienste uit en in 1994 komt zijn roman Gewassen vlees uit, waarvoor hij de Librisprijs 1995 heeft gekregen.
Boek informatie
- De mensen thuis
- Thomas Rosenboom
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Thomas Rosenboom