Boekverslag: Publieke werken
Persoonlijke leeservaring van "Publieke werken"
Dit boek mag beschouwd worden als een van de beste boeken die ik op mijn lijst heb staan. Het is zo goed geschreven en zo mooi verteld dat ik het werkelijk in ??n adem heb uitgelezen, hoewel ik dat in eerste instantie niet had gedacht toen ik dit 584-bladzijden tellende boek voor me had liggen. Het zou zo een filmscript kunnen zijn geweest, dit is ook te zien aan de volgende passage die ik gewoonweg even moest citeren:
"Onder luid geraas, terwijl de rook die zich in de hoogte zo sneeuwwit ontvouwde van onderen nu dik en donkerbruin uit de pijp kwam, schoof de locomotief voorbij, om iets verderop, tot stilstand te komen. Anijs vond het een zonderling gezicht, zoals er na al die verspilde kracht maar ??n enkele reiziger naar buiten kwam, een man van ongeveer zijn eigen leeftijd met een geruite reispet op, en ook zonder enig beeld vooraf herkende hij zijn neef op slag. Zelf bleef hij nog onopgemerkt, want dadelijk na het uitstappen draaide Vedder zich weer terug naar de trein en stak hij zijn vrije hand op, zeker naar iemand met wie hij tijdens de reis kennis had gemaakt. Ten koste van evenveel kracht als er bij het stoppen al verloren was gegaan zette de trein zich weer in beweging, een zwarte roetwolk sloeg neer op het perron en na korte, maar volledige verduistering kwam Vedder ten tweede male te voorschijn, niet uit de trein nu maar uit de optrekkende wolk; niet meer met geraas maar juist terwijl de stilte inviel."
Ik vind dit werkelijk voorbeeldig opgeschreven. Rosenboom weet van deze simpele passage zoiets moois te maken, ja, bijna iets po?tisch.
Net als in "Dichter op de Zeedijk" wordt ook nu weer de verhaallijn onderbroken door ***, maar deze maal is het echter w?l zinvol en begrijpelijk. De twee verhaallijnen - die zich om de zoveel hoofdstukken kruisen - worden om de beurt besproken. Hoewel ze in eerste instantie los van elkaar lijken te staan, worden ze naar gelang de paginanummers oplopen tot een geheel gesmeed om uiteindelijk te komen tot een zeer verassende climax. Deze climax werd door de recensent in de bijlage niet echt verassend genoemd ("Al vroeg (..) als de neven (..) worden voorgesteld, is duidelijk dat het met deze heren onmogelijk goed kan aflopen"), hier ben ik het dus uiteraard niet mee eens omdat ik zelf totaal geen vermoeden had van wat er stond te gebeuren totdat het ook daadwerkelijk gebeurde. Naarmate je verder in het verhaal wordt 'geabsorbeerd' (want zo voelde het) krijg je natuurlijk wel steeds meer het vermoeden dat de zaken anders zullen gaan lopen dan verwacht. Het centrale thema is "het gaat om een voortreffelijke locatie", deze zin wordt op allerlei zaken toegepast. Een van de hoofdpersonen (Vedder) beschrijft de strijd om deze locatie als 'oorlog'. Theo, die Vedder als een vader beschouwd, zegt heel wijs dat wat zijn vader onderhandelen noemt eigenlijk niets anders is dan zijn zin doordrijven: "Je zegt alleen maar 50, 50, 50, noem je dat onderhandelen?" De angst om besodemietert te worden wordt op een gegeven moment zelfs zo ver doorgevoerd dat Vedder overal samenzweringen ziet, zelfs tussen zijn zoon en de man die het op zijn huis voorzien heeft (Ebert). Tot overmaat van ramp betrekt hij ook nog zijn arme buren in zijn waanzinnige plan, en dan te bedenken dat Ebert al die tijd het beste met hem voor heeft gehad. Uiteindelijk gaat alles zo vreselijk mis omdat Vedder veel te laat tot de conclusie komt dat hij naar zijn geld kan fluiten. Waar de nieuwe Amerikanen uiteindelijk in weelde en voorspoed leven, leeft Anijs (de andere hoofdpersoon) in ongenoegen. De dood van Vedder mag gezien worden als de climax die volgt op een werkelijk fantastisch rampverhaal.
Dit boek mag beschouwd worden als een van de beste boeken die ik op mijn lijst heb staan. Het is zo goed geschreven en zo mooi verteld dat ik het werkelijk in ??n adem heb uitgelezen, hoewel ik dat in eerste instantie niet had gedacht toen ik dit 584-bladzijden tellende boek voor me had liggen. Het zou zo een filmscript kunnen zijn geweest, dit is ook te zien aan de volgende passage die ik gewoonweg even moest citeren:
"Onder luid geraas, terwijl de rook die zich in de hoogte zo sneeuwwit ontvouwde van onderen nu dik en donkerbruin uit de pijp kwam, schoof de locomotief voorbij, om iets verderop, tot stilstand te komen. Anijs vond het een zonderling gezicht, zoals er na al die verspilde kracht maar ??n enkele reiziger naar buiten kwam, een man van ongeveer zijn eigen leeftijd met een geruite reispet op, en ook zonder enig beeld vooraf herkende hij zijn neef op slag. Zelf bleef hij nog onopgemerkt, want dadelijk na het uitstappen draaide Vedder zich weer terug naar de trein en stak hij zijn vrije hand op, zeker naar iemand met wie hij tijdens de reis kennis had gemaakt. Ten koste van evenveel kracht als er bij het stoppen al verloren was gegaan zette de trein zich weer in beweging, een zwarte roetwolk sloeg neer op het perron en na korte, maar volledige verduistering kwam Vedder ten tweede male te voorschijn, niet uit de trein nu maar uit de optrekkende wolk; niet meer met geraas maar juist terwijl de stilte inviel."
Ik vind dit werkelijk voorbeeldig opgeschreven. Rosenboom weet van deze simpele passage zoiets moois te maken, ja, bijna iets po?tisch.
Net als in "Dichter op de Zeedijk" wordt ook nu weer de verhaallijn onderbroken door ***, maar deze maal is het echter w?l zinvol en begrijpelijk. De twee verhaallijnen - die zich om de zoveel hoofdstukken kruisen - worden om de beurt besproken. Hoewel ze in eerste instantie los van elkaar lijken te staan, worden ze naar gelang de paginanummers oplopen tot een geheel gesmeed om uiteindelijk te komen tot een zeer verassende climax. Deze climax werd door de recensent in de bijlage niet echt verassend genoemd ("Al vroeg (..) als de neven (..) worden voorgesteld, is duidelijk dat het met deze heren onmogelijk goed kan aflopen"), hier ben ik het dus uiteraard niet mee eens omdat ik zelf totaal geen vermoeden had van wat er stond te gebeuren totdat het ook daadwerkelijk gebeurde. Naarmate je verder in het verhaal wordt 'geabsorbeerd' (want zo voelde het) krijg je natuurlijk wel steeds meer het vermoeden dat de zaken anders zullen gaan lopen dan verwacht. Het centrale thema is "het gaat om een voortreffelijke locatie", deze zin wordt op allerlei zaken toegepast. Een van de hoofdpersonen (Vedder) beschrijft de strijd om deze locatie als 'oorlog'. Theo, die Vedder als een vader beschouwd, zegt heel wijs dat wat zijn vader onderhandelen noemt eigenlijk niets anders is dan zijn zin doordrijven: "Je zegt alleen maar 50, 50, 50, noem je dat onderhandelen?" De angst om besodemietert te worden wordt op een gegeven moment zelfs zo ver doorgevoerd dat Vedder overal samenzweringen ziet, zelfs tussen zijn zoon en de man die het op zijn huis voorzien heeft (Ebert). Tot overmaat van ramp betrekt hij ook nog zijn arme buren in zijn waanzinnige plan, en dan te bedenken dat Ebert al die tijd het beste met hem voor heeft gehad. Uiteindelijk gaat alles zo vreselijk mis omdat Vedder veel te laat tot de conclusie komt dat hij naar zijn geld kan fluiten. Waar de nieuwe Amerikanen uiteindelijk in weelde en voorspoed leven, leeft Anijs (de andere hoofdpersoon) in ongenoegen. De dood van Vedder mag gezien worden als de climax die volgt op een werkelijk fantastisch rampverhaal.
Boek informatie
- Publieke werken
- Thomas Rosenboom
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Thomas Rosenboom