Boekverslag: De heks van Amersfoort
Annet van Battum, De heks van Amersfoort
Holland - Haarlem 1978 - 160
Hoofdpersonen:
Lisa
Meisje van een jaar of dertien. heeft rood haar. Haar moeder werkt op de markt en heeft
dus niet zo veel tijd voor haar. Ze zwerft veel door de stad heen en heeft weinig contact
met andere kinderen.
Jan-Karel
Jan-Karel is ook een jaar of twaalf, dertien en heeft een beetje grote mond. Hij staat
graag in het middelpunt van de belangstelling
Thema
Het is makkelijk en gevaarlijk om opvallende mensen te beschuldigen en aan te vallen.
Titelverklaring
De kinderen over wie het verhaal gaat moeten voor een geschiedenisproject een onderwerp
kiezen en ze nemen daarvoor de heksenvervolging (in hun woonplaats Amersfoort) Het blijkt
dat een aantal kinderen graag zelf een zondebok in de klas kiezen waardoor het heden en
verleden meer raakvlakken hebben dan vele mensen denken.
Tijd
Een paar dagen, chronologisch
Kritiek
Kritiek op roddelaars en op mensen die makkelijk met een groep meedoen
Genre
Maatschappij-kritisch
Plaats
Amersfoort
Motieven
Heksenvervolging, groepsgedrag, vriendschap
Samenvatting
Een brugklas van een MULO (tegenwoordig vergelijkbaar met de MAVO) in Amersfoort heeft
als thema voor de themadag de geschiedenis van de stad genomen. Iedere klas moet een
onderwerp kiezen. In klas 1b is een werkgroep samengesteld die idee?n naar voren moet
dragen. In die groep zitten Mark, Jan-Karel, Fred, Francien en Ellie. Ze houden een eerste
vergadering in de kelder bij Mark, die is lekker groot. In die kelder is een
dichtgemetselde poort en de kinderen denken dat dat misschien wel een aardig onderwerp kan
zijn. Ze besluiten de volgende dag alle vijf een onderwerp uit te zoeken.
Op school hebben sommige kinderen in de klas het niet zo op Lisa. Lisa woont alleen met
haar moeder die op de markt staat en dus is Lisa vaak alleen. Ze zwerft dan vaak door de
stad. In de klas is ze nogal kattig en verder heeft zo rood haar waardoor sommigen haar
rode kat noemen.
Jan-Karel heeft een nieuw idee gevonden. Hij is degene met de grootste mond en houdt
van aandacht. Zijn nieuwe idee is de heksenvervolging. Hij heeft er een boek over en
enkele krantenknipsels. Die knipsels gaan over de Rode Kater, een heks uit Amersfoort die
in 1595 verbrand werd. Als Lisa die dag bijna te laat komt en haar haar verward zit is er
iemand die al snel haar per ongeluk de Rode Kater noemt, een heks dus. Andere klasgenoten
nemen dat als snel over, giechelend en roddelend achter haar rug. Lisa merkt dat er iets
is maar weet niet wat.
Jan-Karel werkt zijn idee iets verder uit, en met de werkgroep besluiten ze om alle
vijf een poster te maken en hun idee aan de klas uit te leggen. De klas kan dan kiezen.
Jan-Karel maakt veel ophef over zijn idee en komt ook met een hele mooie poster.
Ondertussen groeit de samenzwering tegen Lisa die zich steeds onplezieriger gaat voelen.
Hoewel ze het niet weet krijgt ze de schuld van allerlei dingen waarbij ook haar moeder
niet gespaard wordt. Uiteraard wordt het idee van Jan-Karel door de klas gekozen, over de
andere idee?n willen ze geeneens praten. Dit maakt Francien nogal boos, ook omdat
Jan-Karel hun idee van een toneelstuk ook maar overgenomen heeft. Lisa zegt dat zij wel
heks zal zijn omdat sommigen haar toch al Rode Kater noemen. Ze weet niet dat een aantal
klasgenoten dat meer menen dan zij denkt. De werkgroep komt die zaterdag weer samen in de
kelder van Mark wiens ouders een daagje weg zijn. Daar is inmiddels al wat verandert omdat
de ouder een stuk van de muur hebben weggehakt om te kijken of er achter de
dichtgemetselde poort ruimte is voor een verwarmingsketel. Jan-Karel is in een slechte
bui, al snel blijkt waarom: hij heeft geen idee hoe hij zijn plan moet uitwerken. Zijn
moeder had e knipsels e het boek geregeld, zijn vader had de poster gemaakt. Zelf snapte
hij weinig van de oud-Nederlandse taal. De anderen zijn eerst verontwaardigd, maar samen
werken ze het idee verder uit. Met de handenarbeid leraar wat kostuums maken, een rode
draad voor het toneelspel en de deelnemers moesten dan hun eigen teksten voorbereiden uit
de boekjes.
Daarna gaan ze de rommel in de kelder opruimen, het gruis en de stenen. Dat gaat snel
en ze komen op het idee om verder te graven. Ook dat gaat snel, een paar meter diep zelfs,
totdat de boel instort. Mark zit half onder het puin maar kan snel los komen, wel met een
zeer been. Jan-Karel en Francien zitten achter het ingestorte deel opgesloten. Snel wordt
de politie gebeld en de daarna de brandweer. Mark wordt naar het ziekenhuis afgevoerd.
Toevallig komt Lisa voorbij en helpt waar ze kan. De brandweer kan de gang niet in omdat
die op instorten staat, ze moeten van boven af gaan graven. Lisa heeft echter een goed
idee. Ze weet zich te herinneren dat bij de buren ook een gang was toen deze er kwam
wonen. Die was afgesloten. Ze gaan daar graven en met behulp van de brandweer komen ze
snel bij de kinderen die, afgezien van een gebroken pols bij Jan-Karel, ongedeerd zijn.
Die maandag mogen Ellie, Fred en Lisa vertellen wat er gebeurd is. Eerst is de
verbazing groot, maar al snel zijn er enkelen die Lisa de schuld geven. Het toneelspel
moet voorbereid worden maar de teksten uit de boeken zijn te moeilijk dus willen de
kinderen zelf wat verzinnen wat de juf dan maar goed vindt. Buiten medeweten van Ellie,
Lisa, Francien en de dan ook aanwezige Jan-Karel verzinnen ze overdreven aanklachten tegen
Lisa.
Die avond moet alles gebeuren, de school is versierd met allerlei andere
projectonderdelen en als een van de laatste onderdelen is het toneelspel geprogrammeerd.
Eerst verloop het normaal, het publiek is enthousiast. De heks wordt beschuldigd en de
schout, Jan-Karel, komt erbij en vraagt om getuigen. De getuigen komen met vervelende
overdreven klachten, ze zou vergiftigde appels weggeven (Lisa gaf vaak appels weg omdat
haar moeder die op de markt verkoopt), ze zou schuldig zijn aan de dood van Fredericus,
een weeshuis in brand hebben gestoken. De beschuldigingen worden steeds persoonlijker, al
weet het publiek dat niet, en Jan-Karel weet niet goed meer wat te doen, dit was niet de
bedoeling. Ellie verdedigt Lisa, die zelf ook aardig uit de hoek komt. Als Lisa bijna tot
de pijnbank wordt veroordeeld komt Fred opeens uit het publiek om haar ook te verdedigen.
Daarmee de beschuldiging van zijn dood ontkrachtend, waarna ook Jan-Karel helpt en de
anderen onder invloed van de veranderde publieke opinie ook maar terugkrabbelen. De moraal
van het verhaal: geloof geen roddels, praat anderen niet zo maar na. Lisa is nu goede
vrienden met Jan-Karel, Ellie, Mark, Fred en Francien. Ze krijgt van de ouders van
Jan-Karel een antiek tegeltje dat ze tussen het puin hebben gevonden als dank voor de hulp
bij de instorting.
Holland - Haarlem 1978 - 160
Hoofdpersonen:
Lisa
Meisje van een jaar of dertien. heeft rood haar. Haar moeder werkt op de markt en heeft
dus niet zo veel tijd voor haar. Ze zwerft veel door de stad heen en heeft weinig contact
met andere kinderen.
Jan-Karel
Jan-Karel is ook een jaar of twaalf, dertien en heeft een beetje grote mond. Hij staat
graag in het middelpunt van de belangstelling
Thema
Het is makkelijk en gevaarlijk om opvallende mensen te beschuldigen en aan te vallen.
Titelverklaring
De kinderen over wie het verhaal gaat moeten voor een geschiedenisproject een onderwerp
kiezen en ze nemen daarvoor de heksenvervolging (in hun woonplaats Amersfoort) Het blijkt
dat een aantal kinderen graag zelf een zondebok in de klas kiezen waardoor het heden en
verleden meer raakvlakken hebben dan vele mensen denken.
Tijd
Een paar dagen, chronologisch
Kritiek
Kritiek op roddelaars en op mensen die makkelijk met een groep meedoen
Genre
Maatschappij-kritisch
Plaats
Amersfoort
Motieven
Heksenvervolging, groepsgedrag, vriendschap
Samenvatting
Een brugklas van een MULO (tegenwoordig vergelijkbaar met de MAVO) in Amersfoort heeft
als thema voor de themadag de geschiedenis van de stad genomen. Iedere klas moet een
onderwerp kiezen. In klas 1b is een werkgroep samengesteld die idee?n naar voren moet
dragen. In die groep zitten Mark, Jan-Karel, Fred, Francien en Ellie. Ze houden een eerste
vergadering in de kelder bij Mark, die is lekker groot. In die kelder is een
dichtgemetselde poort en de kinderen denken dat dat misschien wel een aardig onderwerp kan
zijn. Ze besluiten de volgende dag alle vijf een onderwerp uit te zoeken.
Op school hebben sommige kinderen in de klas het niet zo op Lisa. Lisa woont alleen met
haar moeder die op de markt staat en dus is Lisa vaak alleen. Ze zwerft dan vaak door de
stad. In de klas is ze nogal kattig en verder heeft zo rood haar waardoor sommigen haar
rode kat noemen.
Jan-Karel heeft een nieuw idee gevonden. Hij is degene met de grootste mond en houdt
van aandacht. Zijn nieuwe idee is de heksenvervolging. Hij heeft er een boek over en
enkele krantenknipsels. Die knipsels gaan over de Rode Kater, een heks uit Amersfoort die
in 1595 verbrand werd. Als Lisa die dag bijna te laat komt en haar haar verward zit is er
iemand die al snel haar per ongeluk de Rode Kater noemt, een heks dus. Andere klasgenoten
nemen dat als snel over, giechelend en roddelend achter haar rug. Lisa merkt dat er iets
is maar weet niet wat.
Jan-Karel werkt zijn idee iets verder uit, en met de werkgroep besluiten ze om alle
vijf een poster te maken en hun idee aan de klas uit te leggen. De klas kan dan kiezen.
Jan-Karel maakt veel ophef over zijn idee en komt ook met een hele mooie poster.
Ondertussen groeit de samenzwering tegen Lisa die zich steeds onplezieriger gaat voelen.
Hoewel ze het niet weet krijgt ze de schuld van allerlei dingen waarbij ook haar moeder
niet gespaard wordt. Uiteraard wordt het idee van Jan-Karel door de klas gekozen, over de
andere idee?n willen ze geeneens praten. Dit maakt Francien nogal boos, ook omdat
Jan-Karel hun idee van een toneelstuk ook maar overgenomen heeft. Lisa zegt dat zij wel
heks zal zijn omdat sommigen haar toch al Rode Kater noemen. Ze weet niet dat een aantal
klasgenoten dat meer menen dan zij denkt. De werkgroep komt die zaterdag weer samen in de
kelder van Mark wiens ouders een daagje weg zijn. Daar is inmiddels al wat verandert omdat
de ouder een stuk van de muur hebben weggehakt om te kijken of er achter de
dichtgemetselde poort ruimte is voor een verwarmingsketel. Jan-Karel is in een slechte
bui, al snel blijkt waarom: hij heeft geen idee hoe hij zijn plan moet uitwerken. Zijn
moeder had e knipsels e het boek geregeld, zijn vader had de poster gemaakt. Zelf snapte
hij weinig van de oud-Nederlandse taal. De anderen zijn eerst verontwaardigd, maar samen
werken ze het idee verder uit. Met de handenarbeid leraar wat kostuums maken, een rode
draad voor het toneelspel en de deelnemers moesten dan hun eigen teksten voorbereiden uit
de boekjes.
Daarna gaan ze de rommel in de kelder opruimen, het gruis en de stenen. Dat gaat snel
en ze komen op het idee om verder te graven. Ook dat gaat snel, een paar meter diep zelfs,
totdat de boel instort. Mark zit half onder het puin maar kan snel los komen, wel met een
zeer been. Jan-Karel en Francien zitten achter het ingestorte deel opgesloten. Snel wordt
de politie gebeld en de daarna de brandweer. Mark wordt naar het ziekenhuis afgevoerd.
Toevallig komt Lisa voorbij en helpt waar ze kan. De brandweer kan de gang niet in omdat
die op instorten staat, ze moeten van boven af gaan graven. Lisa heeft echter een goed
idee. Ze weet zich te herinneren dat bij de buren ook een gang was toen deze er kwam
wonen. Die was afgesloten. Ze gaan daar graven en met behulp van de brandweer komen ze
snel bij de kinderen die, afgezien van een gebroken pols bij Jan-Karel, ongedeerd zijn.
Die maandag mogen Ellie, Fred en Lisa vertellen wat er gebeurd is. Eerst is de
verbazing groot, maar al snel zijn er enkelen die Lisa de schuld geven. Het toneelspel
moet voorbereid worden maar de teksten uit de boeken zijn te moeilijk dus willen de
kinderen zelf wat verzinnen wat de juf dan maar goed vindt. Buiten medeweten van Ellie,
Lisa, Francien en de dan ook aanwezige Jan-Karel verzinnen ze overdreven aanklachten tegen
Lisa.
Die avond moet alles gebeuren, de school is versierd met allerlei andere
projectonderdelen en als een van de laatste onderdelen is het toneelspel geprogrammeerd.
Eerst verloop het normaal, het publiek is enthousiast. De heks wordt beschuldigd en de
schout, Jan-Karel, komt erbij en vraagt om getuigen. De getuigen komen met vervelende
overdreven klachten, ze zou vergiftigde appels weggeven (Lisa gaf vaak appels weg omdat
haar moeder die op de markt verkoopt), ze zou schuldig zijn aan de dood van Fredericus,
een weeshuis in brand hebben gestoken. De beschuldigingen worden steeds persoonlijker, al
weet het publiek dat niet, en Jan-Karel weet niet goed meer wat te doen, dit was niet de
bedoeling. Ellie verdedigt Lisa, die zelf ook aardig uit de hoek komt. Als Lisa bijna tot
de pijnbank wordt veroordeeld komt Fred opeens uit het publiek om haar ook te verdedigen.
Daarmee de beschuldiging van zijn dood ontkrachtend, waarna ook Jan-Karel helpt en de
anderen onder invloed van de veranderde publieke opinie ook maar terugkrabbelen. De moraal
van het verhaal: geloof geen roddels, praat anderen niet zo maar na. Lisa is nu goede
vrienden met Jan-Karel, Ellie, Mark, Fred en Francien. Ze krijgt van de ouders van
Jan-Karel een antiek tegeltje dat ze tussen het puin hebben gevonden als dank voor de hulp
bij de instorting.
onbekend
Boek informatie
- De heks van Amersfoort
- Johanna Peternella van Battum
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Johanna Peternella van Battum