Werkstuk: Het jodendom
Het jodendom is de naam voor de godsdienst van het joodse volk. De joden stammen af van de Israelieten, een volk van rond trekkende herders. Zij woonden in het Midden-Oosten in het gebied ten westen van de Jordaan. Door een hongers nood gedwongen, trokken de Israelieten naar Egypte. De Egyptenaren vervolgden hen en maakten ze tot slaven. Onder leiding van Mozes vluchten zij in de 13e eew voor Christus weg uit Egypte In die tijd was Ramses de 2e daar waarschijnlijk farao. Tijdens de tocht door de woestijn ontving Mozes op de top van de berg Sinai de Tien Geboden. E e n van de belangrijkste geboden was, dat er maar e e n god mocht worden vereerd: Jahweh. Dat was bijzonder, zant alle andere volkeren vereerden meer goden.
-! Een godsdienst die maar e e n god kent is een monotheistische godsdienst (mono = e e n). Een godsdienst die meerdere goden kent is een polytheistische godsdienst (poly = veel). !-
De Israelieten kwamen rond 1200 voor Chr. in Palestina terecht. Dit was het gebied dat ,volgens de joden, door Jahweh aan hen was beloofd. In Jeruzalem bouwden ze het belangrijkste heiligdom van hun godsdienst: de Tempel Deze tempel was gewijd aan Jahweh. De joden vierden er hun joodse feesten en er werd voorgelezen uit de joodse bijbel. In dit boek staan verhalen over de schepping van de aarde en over het joodse volk. Ook het verhaal over de uittocht uit Egypte staat in deze bijbel (Exodus (=uittocht)). In de thora, de eerste vijf boeken van de bijbel, staat ook een aantal wetten. De belangrijkste daarvan zijn de tien geboden. Maar er staan ook andere voorschriften in voor het dagelijks leven.
Rond het begin van de jaartelling hoorde Palestina tot het Romeinse Rijk. Een Romeinse landvoogd, Pontius Pilatus, bestuurde het land. In die periode trok in Palestina een joodse man rond: Jezus van Nazareth. Hij vertelde over de komst van het Koninkrijk van God. Daarin zou geen plaats zijn voor geweld en alle mense gelijk zijn. De eerste volgelingen van Jezus waren joden. Zij geloofden dat Jezus de zoon van God was, die hen zou verlossen van onderdrukkers. Jezus kreeg de naam Christus. Het woord 'christus' betekend: de gezalfde/ de door God aangewezen koning. De volgelingen van Jezus noemden zichzelf christenen.
De godsdienstige leiders van de joden voelden zich bedreigd door Jezus. Zij klaagde over hem bij Pontius Pilatus, doordat die bang was voor een opstand liet yij Jezus ter dood veroordelen. Dit vonnis werd voltrokken door de kruisdood. Volgelingen van Jezus schreven na zijn dood over zijn leven en ideeen. Uit die aantekeningen, brieven en verhalen ontstond het Nieuwe Testament. Dit boek kennen de joden niet.
De joden mochten van de Romeinse bestuurders hun eigen geloof houden. Toch nam de ontevredenheid toe. De Romeinen vroegen steeds meer belasting. Bovendien moest de keizer vereerdt worden op het terrein van de tempel. In het jaar 66 na Chr. Kwam het joodse volk in opstand.
In 70 na Chr. was de strijd gestreden. Romeinse soldaten maakten grote delen van Jeruzalem met de grond gelijk en verwoesten de Tempel. De tempel-schatten gingen naar Rome. Na nog een mislukte opstand in 135 na Chr. moesten de joden weg uit de gebieden rond Jeruzalem. Vanuit Palestina trokken zij naar Syrie, Griekenland, Italie en andere streken in Europa. Die verspreiding van de joden over de wereld heet de diaspora. Veel joden hielden vast aan hun eigen gewoonten. Ze hoopten ooit nog eens terug te keren naar Palestina. De joden zijn altijd het slachtoffer geweest van discriminatie.
E X T R A
De synagoge is voor de joden een plaats van samen komst: een gebedshuis en een leerhuis. De thora wordt er voorgelezen en bestudeerd. De joden noemen de synagoge ook wel sjoel. Dat woord is afkomstig van het Duitse woord 'Schule":school (?). In Nederland staan ongeveer 100 synagogen. Deze synagogen zijn zelfs de oudste van West-Europa.
--------------------------------------------------------------------------------
joodse feestdagen25 februari
Lotenfeest (Purim)
27-28 maart/2-3 april
Pasen (Pesach)
16-17 mei
Wekenfeest (Shavuot)
16-17 september
Nieuwjaar (Rosh Ha-shanah)
25 september
Grote verzoendag (Yom Kippur)
30 september-1 oktober
Loofhutten feest (Sukkot)
8 oktober
Vreugde der Wet (Simhat Torah)
9 t/m 16 december
Inwijdingsfeets (Hanukkah)
--------------------------------------------------------------------------------
geschiedenisAbram verlaat Ur
ca. 1925 v. Chr
|
Iza?k
* 1900 v. Chr.
† 1720 v. Chr.
|
Jakob
* 1800 v. Chr.
† 1700 v. Chr.
|
Jozef
* 1750 v. Chr.
† 1640 v. Chr.
|
Isra?l in Egypte
ca. 1700-1280 v. Chr.
|
Mozes
* ca. 1350 v. Chr.
† ca. 1230 v. Chr.
|
Jozua
* 1300 v. Chr.
† 1190 v. Chr.
|
Uittocht uit Egypte
ca. 1280 v. Chr.
|
Isra?l in de Woestijn
ca. 1280-1240 v. Chr.
|
De Tien Geboden op de berg Sina?
ca. 1280-1240 ???? v. Chr.
|
Verovering van Kana?n
ca. 1240 v. Chr.
|
Periode der Richteren
1220-1050 v. Chr.
|
Debora
* 1224 v. Chr.
† 1184 v. Chr.
|
Gideon
* 1177 v. Chr.
† 1137 v. Chr.
|
Eli
* 1115 v. Chr.
† 1075 v. Chr.
|
Samu?l
* 1075 v. Chr.
† 1035 v. Chr.
|
Simson
* 1070 v. Chr.
† ???? v. Chr.
|
Jeftha
* 1070 v. Chr.
† ???? v. Chr.
|
Verenigd koninkrijk van Isra?l en Juda
1050-930 v. Chr.
|
Filistijnen verwoesten Silo
1050 v. Chr.
|
Koning Saul
* 1050 v. Chr.
† 1011 v. Chr.
|
Koning David
* 1011 v. Chr.
† 970 v. Chr.
|
Koning Salomo
* 970 v. Chr.
† 930 v. Chr.
|
Bouw van de tempel te Jeruzalem
966-959 v. Chr.
|
Scheuring van het koninkrijk
veel succes groetjes pinar
-! Een godsdienst die maar e e n god kent is een monotheistische godsdienst (mono = e e n). Een godsdienst die meerdere goden kent is een polytheistische godsdienst (poly = veel). !-
De Israelieten kwamen rond 1200 voor Chr. in Palestina terecht. Dit was het gebied dat ,volgens de joden, door Jahweh aan hen was beloofd. In Jeruzalem bouwden ze het belangrijkste heiligdom van hun godsdienst: de Tempel Deze tempel was gewijd aan Jahweh. De joden vierden er hun joodse feesten en er werd voorgelezen uit de joodse bijbel. In dit boek staan verhalen over de schepping van de aarde en over het joodse volk. Ook het verhaal over de uittocht uit Egypte staat in deze bijbel (Exodus (=uittocht)). In de thora, de eerste vijf boeken van de bijbel, staat ook een aantal wetten. De belangrijkste daarvan zijn de tien geboden. Maar er staan ook andere voorschriften in voor het dagelijks leven.
Rond het begin van de jaartelling hoorde Palestina tot het Romeinse Rijk. Een Romeinse landvoogd, Pontius Pilatus, bestuurde het land. In die periode trok in Palestina een joodse man rond: Jezus van Nazareth. Hij vertelde over de komst van het Koninkrijk van God. Daarin zou geen plaats zijn voor geweld en alle mense gelijk zijn. De eerste volgelingen van Jezus waren joden. Zij geloofden dat Jezus de zoon van God was, die hen zou verlossen van onderdrukkers. Jezus kreeg de naam Christus. Het woord 'christus' betekend: de gezalfde/ de door God aangewezen koning. De volgelingen van Jezus noemden zichzelf christenen.
De godsdienstige leiders van de joden voelden zich bedreigd door Jezus. Zij klaagde over hem bij Pontius Pilatus, doordat die bang was voor een opstand liet yij Jezus ter dood veroordelen. Dit vonnis werd voltrokken door de kruisdood. Volgelingen van Jezus schreven na zijn dood over zijn leven en ideeen. Uit die aantekeningen, brieven en verhalen ontstond het Nieuwe Testament. Dit boek kennen de joden niet.
De joden mochten van de Romeinse bestuurders hun eigen geloof houden. Toch nam de ontevredenheid toe. De Romeinen vroegen steeds meer belasting. Bovendien moest de keizer vereerdt worden op het terrein van de tempel. In het jaar 66 na Chr. Kwam het joodse volk in opstand.
In 70 na Chr. was de strijd gestreden. Romeinse soldaten maakten grote delen van Jeruzalem met de grond gelijk en verwoesten de Tempel. De tempel-schatten gingen naar Rome. Na nog een mislukte opstand in 135 na Chr. moesten de joden weg uit de gebieden rond Jeruzalem. Vanuit Palestina trokken zij naar Syrie, Griekenland, Italie en andere streken in Europa. Die verspreiding van de joden over de wereld heet de diaspora. Veel joden hielden vast aan hun eigen gewoonten. Ze hoopten ooit nog eens terug te keren naar Palestina. De joden zijn altijd het slachtoffer geweest van discriminatie.
E X T R A
De synagoge is voor de joden een plaats van samen komst: een gebedshuis en een leerhuis. De thora wordt er voorgelezen en bestudeerd. De joden noemen de synagoge ook wel sjoel. Dat woord is afkomstig van het Duitse woord 'Schule":school (?). In Nederland staan ongeveer 100 synagogen. Deze synagogen zijn zelfs de oudste van West-Europa.
--------------------------------------------------------------------------------
joodse feestdagen25 februari
Lotenfeest (Purim)
27-28 maart/2-3 april
Pasen (Pesach)
16-17 mei
Wekenfeest (Shavuot)
16-17 september
Nieuwjaar (Rosh Ha-shanah)
25 september
Grote verzoendag (Yom Kippur)
30 september-1 oktober
Loofhutten feest (Sukkot)
8 oktober
Vreugde der Wet (Simhat Torah)
9 t/m 16 december
Inwijdingsfeets (Hanukkah)
--------------------------------------------------------------------------------
geschiedenisAbram verlaat Ur
ca. 1925 v. Chr
|
Iza?k
* 1900 v. Chr.
† 1720 v. Chr.
|
Jakob
* 1800 v. Chr.
† 1700 v. Chr.
|
Jozef
* 1750 v. Chr.
† 1640 v. Chr.
|
Isra?l in Egypte
ca. 1700-1280 v. Chr.
|
Mozes
* ca. 1350 v. Chr.
† ca. 1230 v. Chr.
|
Jozua
* 1300 v. Chr.
† 1190 v. Chr.
|
Uittocht uit Egypte
ca. 1280 v. Chr.
|
Isra?l in de Woestijn
ca. 1280-1240 v. Chr.
|
De Tien Geboden op de berg Sina?
ca. 1280-1240 ???? v. Chr.
|
Verovering van Kana?n
ca. 1240 v. Chr.
|
Periode der Richteren
1220-1050 v. Chr.
|
Debora
* 1224 v. Chr.
† 1184 v. Chr.
|
Gideon
* 1177 v. Chr.
† 1137 v. Chr.
|
Eli
* 1115 v. Chr.
† 1075 v. Chr.
|
Samu?l
* 1075 v. Chr.
† 1035 v. Chr.
|
Simson
* 1070 v. Chr.
† ???? v. Chr.
|
Jeftha
* 1070 v. Chr.
† ???? v. Chr.
|
Verenigd koninkrijk van Isra?l en Juda
1050-930 v. Chr.
|
Filistijnen verwoesten Silo
1050 v. Chr.
|
Koning Saul
* 1050 v. Chr.
† 1011 v. Chr.
|
Koning David
* 1011 v. Chr.
† 970 v. Chr.
|
Koning Salomo
* 970 v. Chr.
† 930 v. Chr.
|
Bouw van de tempel te Jeruzalem
966-959 v. Chr.
|
Scheuring van het koninkrijk
veel succes groetjes pinar