Werkstuk: Hagedis
Soorten hagedissen
Wat is een hagedis?
Hagedissen leven in de warme gebieden van de wereld, zo wel in de woestijnen als in de oerwouden. Hagedissen zijn reptielen, net als slangen, krokodillen en dinosaurussen. Hagedissen hebben een harde geschubde huid, en de meeste ervan leggen eieren. Er zijn 3750 verschillende soorten hagedissen. De meeste eten insecten maar de grootste hebben liever een varken of hert, en enkele leguaan eten geen vlees. Hagedissen vervellen vaak. Grote schilfers vallen af en de nieuwe laag die eronder is gegroeid, die kan je nu zien.
Je hebt hierboven gelezen dat er maar liefst 3750 soorten zijn, die kan ik niet allemaal opschrijven dus ik doe er een paar sommigen hebben een hele grappige naam.
De kameleon
Deze rare hagedis heeft voeten als
wanten, een tong die even lang is als
zijn lichaam, en ogen die op en neer
draaien. Maar het meeste verbazing-
wekkend is de manier waarop hij van
kleur verandert om aan vijanden te
ontsnappen of om insecten te besluipen.
De luipaardgekko?s
Gekko?s klimmen goed en kletsen goed. Er zijn meer dan 800 soorten gekko?s en vele van hen kunnen vreemde geluiden maken, de meeste klakken met hun tong. Andere, zoals deze luipaardgekko, zeggen nooit iets. Ook hebben gekko?s hebben een langen tong. Na lekker eten van insecten maakt een gekko zijn snoet schoon maar ook zijn ogen maakt hij schoon. Hij doet dat door zich zelf te likken.
De Jezus Christushagedis
De basilisk leeft bij de rivieren en stromen in een regenwouden van Midden Amerika. De mensen noemen hem de Jezus Christushagedis omdat hij over het water kan lopen of beter rennen. De Basilisk ontkomt uit gevaarlijk situaties door op zijn achter poten te gaan staan en weg te rennen. Als hij bij een rivier komt of meer komt, loopt hij gewoon door. Zijn grote voeten en zijn snelheid zorgen ervoor dat hij niet zinkt. Basilisks lopen niet alleen over het water. Ze zijn ook heel goede zwemmers en ze kunnen een half uur onder water blijven om aan hun vijanden te ontkomen.
Leguaan
In zuid- en midden Amerika zijn de leguanen de grootste en de meeste voorkomende hagedissen. Ze zijn te vinden in de woestijnen en in regenwouden, en alleen al in West-Indi? komen meer dan 120 verschillende soorten voor.
Moeder leguaan legt haar eieren onder een boomstam of in een kuil in de grond. Dan laat ze ze achter. Als de babyleguaan uit het ei komt, moet hij zich maar zien te redden.
De waterleguaan is de enige hagedis ter wereld die zijn voedsel in de zee zoekt. na een goed maal van zeewier ligt hij in de zon op de rotsen van de Galapagos-eilanden, voor de kust Zuid-Amerika.
Voeding
Hagedissen jagen met ogen en oren. Als een hagedis iets vangt bijt hij zijn prooi eerst dood, voordat hij hem opeet. Dat doet hij om zich te beschermen tegen angels en andere uitsteeksels. Als hij zijn prooi doodbijt heeft hij altijd ??n oog dicht.
Het soort eten van de hagedis hangt af van het jaargetijde en van het soort hagedis.
Het bestaat vooral uit insecten en spinnen, maar ook slakken, rupsen, vogeleieren, kleine slangen en jonge muizen. Soms eten ze ook fruit, bijvoorbeeld bramen en druiven.
Het schijnt dat sommige hagedissen zelfs jonge konijntjes vangen en jonge vogeltjes uit hun nest halen.
Veel insecten zijn beschermd tegen het op eten door angels, rare kleuren of een vieze smaak. Hagedissen hebben daar geen last van. Zonder probleem slikken ze bijen, horzels, vuurwantsen en loopkevers door.
Het is niet bekend of hagedissen hagedissen eten. Hagedissen eten soms planten omdat er soms weinig ander eten te vinden is. Daarom eten hagedissen van de Canarische eilanden meestal vruchten en zaden. Ook eten ze soms keutels van geiten of konijnen.
Voortplanting
De mannetjes hagedissen worden eerder wakker uit hun winterslaap dan de vrouwtjes hagedissen. Ze gaan dan op zoek naar een vrouwtje. Hun schubben glanzen mooi. In het voorjaar zoeken de mannetjes een eigen gebied en laten ook zien dat het gebied van hun is. Ze houden het gebied goed in de gaten. En als er dan een hagedis komt dan beginnen ze te vechten ze hebben er bepaalde regels voor. Eerst bedreigen ze elkaar en proberen dan indruk te maken op de vrouwtjes. Maar als hij indruk wil maken dan gaat hij hoog op zijn poten staan, en steekt de snuit wat omlaag en gaat een beetje breed staan. Soms gaan ze een minuut lang met hun ogen dicht staan. Ze willen dan meteen laten zien wie er de baas is. Voor en na het paren gaan het mannetje en het vrouwtje hun eigen gang. Voor de paring gaat het mannetje een beetje stoer staan en gaat langzaam op het vrouwtje af. En loopt om het vrouwtje heen en laat zien hoe mooi hij is. Het wijfje twijfelt altijd. Ze laat haar aarzeling zien door te trappelen en ze drukt haar lichaam tegen de grond en schudt met haar kop en tilt soms haar voorpoten op. Zo wil zo voorkomen dat het mannetje haar aanvalt.
Het wijfje schuift, al trappelend, vooruit, en het mannetje pakt haar bij de staart.
Dan komt de ?paringsmars?. Dan trekt het vrouwtje het mannetje met zich mee of het mannetje duwt haar vooruit. Dit kan wel een uur duren. Daarna bijt het mannetje in de zij van het vrouwtje en tilt zijn achterpoot over haar heen.
Het mannetje gaat niet rustig te werk vaak houdt het vrouwtje er verwondingen aan over. Als hij haar bevrucht heeft laat hij haar na een paar minuten los. Hagedissenvrouwtjes paren met meerdere mannetjes. Want dan worden er veel eitjes bevrucht. Op die manier sterven hagedissen niet uit. In het voorjaar heeft het Vrouwtje voor het eerst gepaard. Na drie weken is het vrouwtje al een stuk dikker dat komt doordat er nu eitje groeit in haar buik. Nu gaat ze op zoek naar een warm en veilig plekje om daar haar eieren te legen.
Meestal zoekt ze een plekje bij rotsen en een beetje zandt daar is het lekker warm. Dan legt ze 5 tot 20 eieren die eieren zijn ongeveer 1,5 cm en 1 cm breed. Het vrouwtje gaat dan weg en de zon broedt de eitjes dan uit. Hoe wel de eieren in de grond goed beschermen zijn komen er toch niet zo veel uit. Na 4 tot 12 weken zijn de eieren bijna twee keer zo groot als toen ze gelegd werden. Dat komt omdat het eitje rekbaar is. Nog ??n of twee dagen een dan komen de jongen hagedissen uit hun ei. De hagedisjes breken het ei als of het een veertje is. Het open scheuren doen ze met een klein tandje dat heet het eitand. Later verdwijnt die tand weer. Soms blijft het hagedisje nog een dagje in zijn ei zitten. De energie voor de eerste uren haalt het hagedisje nog uit de dooier. Daarna kruipt hij pas echt uit het eitje. Hij is dan ongeveer 6 cm lang en weegt ongeveer een half gram. Meteen als ze uit het ei komen gaan ze op zoek naar kleine spinnen, slaken of insecten Het duurt ??n tot twee jaar voordat de hagedisjes volwassen zijn en dat ze jongen kunnen krijgen. In die tijd groeien ze snel en gaan er anders uit zien.
Zintuigen
Hagedissen hebben een tong. Meestal is dat een gespleten tong. Met die tong kunnen niet alleen likken en drinken maar ook ruiken. De tong is vochtig en er zitten kleine haakjes aan, zodat de geur en de smaak er aan blijft hangen. Er zitten twee holtes in de mond. Dat noemen ze het Orgaan van Jacobson. Daar zitten de zintuigcellen die de geur en smaak herkennen. En die geven het weer door aan de hersenen. Hagedissen laten sporen achter. Elke smaak of geur heeft een betekenis. Dus als dan een andere hagedis er met zijn tong over heen gaat, dan krijgt hij een soort bootschap. Bijvoorbeeld dat hij op vijandelijk gebied is.
Als er in de lucht een roofvogel verschijnt dan zoek de hagedis razend snel dekking. En als er een insect voorbij vliegt pakt hij hem razend snel. Want hagedissen hebben hele goeie ogen. De ogen reageren vooral op bewegingen. Bij een hagedis is het onderste ooglid doorzichtig. Dat is heel handig want als ze hun ogen dan dicht hebben kunnen ze nog steeds iets zien. het ooglid beschermt het oog tegen doorns, stekels en vuil. Hagedissen kunnen verschillende kleuren zien.
Hagedissen kunnen ook goed horen. Achter op hun kop zitten trommelvliezen. Ze horen lage tonen beter dan hoge tonen. De geluiden die ze niet horen die voelen ze, zelfs de meest kleinen trillingen horen ze.
Winterslaap
De zon is heel belangrijk bij hagedissen. Ze zijn koudbloedig en ze kunnen niet zo als zoogdieren zelf voor hun lichaamstemperatuur zorgen. Hun lichaamstemperatuur past zich aan aan de omgeving waar hij is. Daarom kruipen ze in de herfst in gaten in de grond of in muren, waar ze tegen de vorst beschermt zijn. Daar blijven ze de hele winter. Ze zitten daar helemaal verstijft hun hart slaat dan maar heel langzaam, en ze halen nauwelijks adem. Maar als het te lang vriest dan bevriezen ze toch. Tegen hitte kunnen hagedissen Ook niet zo goed. Dan zoeken ze meteen schaduw op. Hoewel ze tijdens hun winterslaap niets eten, Zijn ze nog even zwaar als in de herfst. In de zomer en in de herfst eten ze zich vet om in de winter goed te kunnen leven. De mannetjes worden eerder waker als de vrouwtjes.
Verdediging
Hagedissen vechten vaak met elkaar volgens bepaalde regels. Eerst bedreigen ze elkaar, meestal gaat de zwakste dan weg. Maar soms wort er ook hard gevochten. Blazend vallen ze elkaar dan aan en bijten zich vast. Soms gaat er een bloedend weg. Maar ernstige verwondingen komen niet vaak voor. Want hagedissen koppen zijn goed beschermt. De vrouwtjes vechten vaak harder dan mannetjes. Sommigen hagedissen leven in zanderige gebieden. Ze zijn daar helemaal op aan gepast. Ze hebben bijvoorbeeld grotere poten, zodat ze minder snel wegzakken in het zand. Door hun oog leden zijn ze goed bestand tegen zandstormen. Sommige hagedissen hebben een schutkleur. Donkere kleuren beschermen de hagedissen vaak tegen de felle zon.
Wat is een hagedis?
Hagedissen leven in de warme gebieden van de wereld, zo wel in de woestijnen als in de oerwouden. Hagedissen zijn reptielen, net als slangen, krokodillen en dinosaurussen. Hagedissen hebben een harde geschubde huid, en de meeste ervan leggen eieren. Er zijn 3750 verschillende soorten hagedissen. De meeste eten insecten maar de grootste hebben liever een varken of hert, en enkele leguaan eten geen vlees. Hagedissen vervellen vaak. Grote schilfers vallen af en de nieuwe laag die eronder is gegroeid, die kan je nu zien.
Je hebt hierboven gelezen dat er maar liefst 3750 soorten zijn, die kan ik niet allemaal opschrijven dus ik doe er een paar sommigen hebben een hele grappige naam.
De kameleon
Deze rare hagedis heeft voeten als
wanten, een tong die even lang is als
zijn lichaam, en ogen die op en neer
draaien. Maar het meeste verbazing-
wekkend is de manier waarop hij van
kleur verandert om aan vijanden te
ontsnappen of om insecten te besluipen.
De luipaardgekko?s
Gekko?s klimmen goed en kletsen goed. Er zijn meer dan 800 soorten gekko?s en vele van hen kunnen vreemde geluiden maken, de meeste klakken met hun tong. Andere, zoals deze luipaardgekko, zeggen nooit iets. Ook hebben gekko?s hebben een langen tong. Na lekker eten van insecten maakt een gekko zijn snoet schoon maar ook zijn ogen maakt hij schoon. Hij doet dat door zich zelf te likken.
De Jezus Christushagedis
De basilisk leeft bij de rivieren en stromen in een regenwouden van Midden Amerika. De mensen noemen hem de Jezus Christushagedis omdat hij over het water kan lopen of beter rennen. De Basilisk ontkomt uit gevaarlijk situaties door op zijn achter poten te gaan staan en weg te rennen. Als hij bij een rivier komt of meer komt, loopt hij gewoon door. Zijn grote voeten en zijn snelheid zorgen ervoor dat hij niet zinkt. Basilisks lopen niet alleen over het water. Ze zijn ook heel goede zwemmers en ze kunnen een half uur onder water blijven om aan hun vijanden te ontkomen.
Leguaan
In zuid- en midden Amerika zijn de leguanen de grootste en de meeste voorkomende hagedissen. Ze zijn te vinden in de woestijnen en in regenwouden, en alleen al in West-Indi? komen meer dan 120 verschillende soorten voor.
Moeder leguaan legt haar eieren onder een boomstam of in een kuil in de grond. Dan laat ze ze achter. Als de babyleguaan uit het ei komt, moet hij zich maar zien te redden.
De waterleguaan is de enige hagedis ter wereld die zijn voedsel in de zee zoekt. na een goed maal van zeewier ligt hij in de zon op de rotsen van de Galapagos-eilanden, voor de kust Zuid-Amerika.
Voeding
Hagedissen jagen met ogen en oren. Als een hagedis iets vangt bijt hij zijn prooi eerst dood, voordat hij hem opeet. Dat doet hij om zich te beschermen tegen angels en andere uitsteeksels. Als hij zijn prooi doodbijt heeft hij altijd ??n oog dicht.
Het soort eten van de hagedis hangt af van het jaargetijde en van het soort hagedis.
Het bestaat vooral uit insecten en spinnen, maar ook slakken, rupsen, vogeleieren, kleine slangen en jonge muizen. Soms eten ze ook fruit, bijvoorbeeld bramen en druiven.
Het schijnt dat sommige hagedissen zelfs jonge konijntjes vangen en jonge vogeltjes uit hun nest halen.
Veel insecten zijn beschermd tegen het op eten door angels, rare kleuren of een vieze smaak. Hagedissen hebben daar geen last van. Zonder probleem slikken ze bijen, horzels, vuurwantsen en loopkevers door.
Het is niet bekend of hagedissen hagedissen eten. Hagedissen eten soms planten omdat er soms weinig ander eten te vinden is. Daarom eten hagedissen van de Canarische eilanden meestal vruchten en zaden. Ook eten ze soms keutels van geiten of konijnen.
Voortplanting
De mannetjes hagedissen worden eerder wakker uit hun winterslaap dan de vrouwtjes hagedissen. Ze gaan dan op zoek naar een vrouwtje. Hun schubben glanzen mooi. In het voorjaar zoeken de mannetjes een eigen gebied en laten ook zien dat het gebied van hun is. Ze houden het gebied goed in de gaten. En als er dan een hagedis komt dan beginnen ze te vechten ze hebben er bepaalde regels voor. Eerst bedreigen ze elkaar en proberen dan indruk te maken op de vrouwtjes. Maar als hij indruk wil maken dan gaat hij hoog op zijn poten staan, en steekt de snuit wat omlaag en gaat een beetje breed staan. Soms gaan ze een minuut lang met hun ogen dicht staan. Ze willen dan meteen laten zien wie er de baas is. Voor en na het paren gaan het mannetje en het vrouwtje hun eigen gang. Voor de paring gaat het mannetje een beetje stoer staan en gaat langzaam op het vrouwtje af. En loopt om het vrouwtje heen en laat zien hoe mooi hij is. Het wijfje twijfelt altijd. Ze laat haar aarzeling zien door te trappelen en ze drukt haar lichaam tegen de grond en schudt met haar kop en tilt soms haar voorpoten op. Zo wil zo voorkomen dat het mannetje haar aanvalt.
Het wijfje schuift, al trappelend, vooruit, en het mannetje pakt haar bij de staart.
Dan komt de ?paringsmars?. Dan trekt het vrouwtje het mannetje met zich mee of het mannetje duwt haar vooruit. Dit kan wel een uur duren. Daarna bijt het mannetje in de zij van het vrouwtje en tilt zijn achterpoot over haar heen.
Het mannetje gaat niet rustig te werk vaak houdt het vrouwtje er verwondingen aan over. Als hij haar bevrucht heeft laat hij haar na een paar minuten los. Hagedissenvrouwtjes paren met meerdere mannetjes. Want dan worden er veel eitjes bevrucht. Op die manier sterven hagedissen niet uit. In het voorjaar heeft het Vrouwtje voor het eerst gepaard. Na drie weken is het vrouwtje al een stuk dikker dat komt doordat er nu eitje groeit in haar buik. Nu gaat ze op zoek naar een warm en veilig plekje om daar haar eieren te legen.
Meestal zoekt ze een plekje bij rotsen en een beetje zandt daar is het lekker warm. Dan legt ze 5 tot 20 eieren die eieren zijn ongeveer 1,5 cm en 1 cm breed. Het vrouwtje gaat dan weg en de zon broedt de eitjes dan uit. Hoe wel de eieren in de grond goed beschermen zijn komen er toch niet zo veel uit. Na 4 tot 12 weken zijn de eieren bijna twee keer zo groot als toen ze gelegd werden. Dat komt omdat het eitje rekbaar is. Nog ??n of twee dagen een dan komen de jongen hagedissen uit hun ei. De hagedisjes breken het ei als of het een veertje is. Het open scheuren doen ze met een klein tandje dat heet het eitand. Later verdwijnt die tand weer. Soms blijft het hagedisje nog een dagje in zijn ei zitten. De energie voor de eerste uren haalt het hagedisje nog uit de dooier. Daarna kruipt hij pas echt uit het eitje. Hij is dan ongeveer 6 cm lang en weegt ongeveer een half gram. Meteen als ze uit het ei komen gaan ze op zoek naar kleine spinnen, slaken of insecten Het duurt ??n tot twee jaar voordat de hagedisjes volwassen zijn en dat ze jongen kunnen krijgen. In die tijd groeien ze snel en gaan er anders uit zien.
Zintuigen
Hagedissen hebben een tong. Meestal is dat een gespleten tong. Met die tong kunnen niet alleen likken en drinken maar ook ruiken. De tong is vochtig en er zitten kleine haakjes aan, zodat de geur en de smaak er aan blijft hangen. Er zitten twee holtes in de mond. Dat noemen ze het Orgaan van Jacobson. Daar zitten de zintuigcellen die de geur en smaak herkennen. En die geven het weer door aan de hersenen. Hagedissen laten sporen achter. Elke smaak of geur heeft een betekenis. Dus als dan een andere hagedis er met zijn tong over heen gaat, dan krijgt hij een soort bootschap. Bijvoorbeeld dat hij op vijandelijk gebied is.
Als er in de lucht een roofvogel verschijnt dan zoek de hagedis razend snel dekking. En als er een insect voorbij vliegt pakt hij hem razend snel. Want hagedissen hebben hele goeie ogen. De ogen reageren vooral op bewegingen. Bij een hagedis is het onderste ooglid doorzichtig. Dat is heel handig want als ze hun ogen dan dicht hebben kunnen ze nog steeds iets zien. het ooglid beschermt het oog tegen doorns, stekels en vuil. Hagedissen kunnen verschillende kleuren zien.
Hagedissen kunnen ook goed horen. Achter op hun kop zitten trommelvliezen. Ze horen lage tonen beter dan hoge tonen. De geluiden die ze niet horen die voelen ze, zelfs de meest kleinen trillingen horen ze.
Winterslaap
De zon is heel belangrijk bij hagedissen. Ze zijn koudbloedig en ze kunnen niet zo als zoogdieren zelf voor hun lichaamstemperatuur zorgen. Hun lichaamstemperatuur past zich aan aan de omgeving waar hij is. Daarom kruipen ze in de herfst in gaten in de grond of in muren, waar ze tegen de vorst beschermt zijn. Daar blijven ze de hele winter. Ze zitten daar helemaal verstijft hun hart slaat dan maar heel langzaam, en ze halen nauwelijks adem. Maar als het te lang vriest dan bevriezen ze toch. Tegen hitte kunnen hagedissen Ook niet zo goed. Dan zoeken ze meteen schaduw op. Hoewel ze tijdens hun winterslaap niets eten, Zijn ze nog even zwaar als in de herfst. In de zomer en in de herfst eten ze zich vet om in de winter goed te kunnen leven. De mannetjes worden eerder waker als de vrouwtjes.
Verdediging
Hagedissen vechten vaak met elkaar volgens bepaalde regels. Eerst bedreigen ze elkaar, meestal gaat de zwakste dan weg. Maar soms wort er ook hard gevochten. Blazend vallen ze elkaar dan aan en bijten zich vast. Soms gaat er een bloedend weg. Maar ernstige verwondingen komen niet vaak voor. Want hagedissen koppen zijn goed beschermt. De vrouwtjes vechten vaak harder dan mannetjes. Sommigen hagedissen leven in zanderige gebieden. Ze zijn daar helemaal op aan gepast. Ze hebben bijvoorbeeld grotere poten, zodat ze minder snel wegzakken in het zand. Door hun oog leden zijn ze goed bestand tegen zandstormen. Sommige hagedissen hebben een schutkleur. Donkere kleuren beschermen de hagedissen vaak tegen de felle zon.