Werkstuk: De slag om ....
Inhoud:
1 Inleiding....wat gebeurde er voor de operatie?
2 De slag om Eindhoven.
3 De slag om Nijmegen.
4 De slag om Arnhem.
5 Succes of mislukking?
6 Hoe kon het nou mislukken?
7 Verraad of Spionage?
Inleiding.
Aan het eind van de jaren 30 werd door de Duitsers en Russen het idee ontwikkeld om parachutisten achter de vijandelijke linies te droppen om zo strategische punten te bezetten voor de hoofdmacht. Duitsland was de eerste die bewees dat dit in de praktijk uitvoerbaar was tijdens de aanvallen op Polen, Noorwegen, Nederland en België in 1940 en bij Corinthe en Kreta in Griekenland in 1941.
Volgens enkele Amerikaanse officieren hadden de Amerikanen al in de eerste wereldoorlog een plan om een groot deel van een infanteriedivisie bij Metz achter de Duitse linies te werpen, maar door de wapenstilstand had dit plan nooit doorgang gevonden. Toch was dit idee gebleven en door het Duitse succes gestimuleerd werden er door de geallieerden ook luchtlandingsdivisies gebouwd. Tijdens D-day
(de landing in Normandië) werden ze met succes gebruikt maar dit keer was het alleen om de flanken te beschermen.
In dit werkstuk beschrijf ik hoe 3 luchtlandingsdivisies werden ingezet in een van de meest riskante operaties van de tweede wereldoorlog en met welk succes.
Vraagstellingen:
- Hoe verliepen de slagen om de bruggen precies en met welke
verliezen?
- Wat was het succes van de operatie Market Garden?
- Waarom mislukte operatie Market Garden gedeeltelijk?
- Was er sprake van verraad?
- Hoe had het beter gekund?
De formatie van het eerste luchtlandingsleger.
Begin augustus 1944 was het slecht gesteld met de luchtlandingstroepen. De Amerikaanse 82e en 101e en de Britse 6e Airborne divisies die waren ingezet bij de landing waren daarna als gewone infanterie blijven vechten. Terwijl de Britse 1e Airborne divisie die in Engeland was achtergebleven zeer gefrustreerd was doordat de ene na de andere operatie afgelast werd. Eisenhower die toch al weinig vertrouwen had in het idee van een luchtlanding stelde Brereton, een luitenant generaal met oorlogservaring in het midden- en verre oosten en bij D-day, aan het hoofd van deze 4 divisies plus de 17e en de 52e Amerikaanse divisies en de 1e Poolse zelfstandige brigade, waar we later nog op terug zullen komen. Samen met nog 1300 C-47 Skytrains, door de Britten Dakota's genoemd, die voor het grootste deel uitmaakten van de US IX Troop Carrier Command.
De Britten stelden de 38e en 46e Airgroups van de RAF met 250 verouderde bommenwerpers die gebruikt werden als sleeptoestellen voor de gliders en nog een aantal dakota's, genoeg om 1 para-brigade over te vliegen. Onder Brereton werden 2 corpsen gevormd; het XVIII Amerikaanse Airborne corps onder leiding van Ridgeway
en het Britse Aiborne Corps onder leiding van Browning die ook Breretons plaatsvervanger was. Voorlopig bestonden er een hele boel plannen maar werden ze allemaal niet uitgevoerd door het snelle oprukken van het pantserleger. De geallieerden geloofden toen dat ze binnen een maand in Berlijn zouden staan. Op drie september werd
Brussel en op 4 september werd Antwerpen veroverd.
Toen werd echter 2 dagen stilgehouden omdat de aanvoer van brandstof het niet bij kon houden,
hierdoor konden de Duitsers zich
hergroeperen en toen de geallieerden weer verder gingen stuitten ze op felle tegenstand. Dolle dinsdag werd een teleurstelling voor de Nederlandse bevolking.
Hierdoor zat het front een tijdje muurvast.
De voorbereiding voor operatie Market Garden.
In operatie Market Garden moest in tegenstelling tot operatie Comet de totale sterkte van het luchtlandingsleger de rivier- en kanaalovergangen op de weg tussen het Maas-Scheldekanaal en Arnhem bezetten. Van zuid naar noord gezien moest de 101e Amerikaanse luchtlandingsdivisie de rivierovergangen tussen Eindhoven en Veghel bezetten. De 82e Amerikaanse luchtlandingsdivisie moest de bruggen over de maas (bij Grave) en de Waal (bij Nijmegen) veroveren. De Britse eerste luchtlandingsdivisie moest de beroemde en beruchte brug bij Arnhem " veroveren en behouden voor 48 uur ".
Het tweede leger komt dan vanuit het zuiden alle luchtlandingsdivisies ontzetten. Dit gedeelte was "Garden" terwijl het aandeel van de luchtlandingstroepen "Market" was.
De afstand tussen het Maas-Schelde kanaal (waar het tweede leger begon) en Arnhem is zo'n honderd kilometer. De 1e Poolse brigade werd bij de 1e divisie gevoegd en de 52e (Lowland) divisie werd in reserve gehouden. Voor de planning van deze grote en gedurfde operatie, die een bedenksel was van de anders altijd zo voorzichtige Montgomery, waren maar 7 dagen beschikbaar dus konden eenmaal gemaakte afspraken niet eens meer gewijzigd worden. In dezelfde tijd moesten alle verkenningsvluchten en voorbereidende bombardementen uitgevoerd worden en moest overeenstemming bereikt worden over de bescherming van de transportvliegtuigen door jagers en de jachtbommenwerpers die het
luchtafweer moesten uitschakelen en de grondtroepen ondersteuning geven. En alle commandanten moesten zich kunnen voorbereiden. Het feit dat er drie geallieerde bondgenoten en 2 strijdmachtonderdelen bij betrokken waren maakte het alleen nog maar moeilijker.
Tijdens een gesprek met Montgomery vroeg Browning (bevelhebber van het Britse Airborne corps) hoe lang hij de brug zou moeten houden, Montgomery antwoorde 2 dagen. Het historische antwoord van Browning was toen: " We kunnen hem 4 dagen houden maar ik denk dat we wel eens een brug te ver zouden kunnen gaan.
In de week na 17 september was er geen of nauwelijks maanlicht dus was het niet moeilijk om te beslissen dat de landing overdag zou moeten plaatsvinden. Dit kon alleen maar doordat de geallieerden het luchtoverwicht op de Duitsers al behaald hadden.
De volgende opgave was om de transportvliegtuigen te verdelen over de troepen. De luchtvloot kon slechts
16.500 man per keer vervoeren, minder dan de helft van de totale macht. Er waren 2 tegenstrijdige adviezen: Generaal majoor van de 38e RAF group was bereid om zijn bemanning 2 keer op 1 dag te laten vliegen, waarbij ze de eerste keer in het donker zouden moeten opstijgen. Generaal-majoor Williams van het 9de Troop carrier command zei echter dat zijn vliegtuigaantal de afgelopen maand verdubbeld was zonder dat er nieuw grondpersoneel was bijgekomen. Daardoor was er niet genoeg tijd voor onderhoud en reparatie. Brereton volgde dit advies op; er werd maar 1 vlucht per dag uitgevoerd. Het gevolg hiervan was dat de aanvoer van troepen over 3 dagen verspreid werd. Volgens Browning moest het grootste deel van de
luchtmacht aan het zuiden toegewezen worden omdat die bruggen eerst veroverd moesten worden. Als gevolg hiervan besloot Urquhart (commandant van de eerste Airborne divisie) dat de eerste dag meer materialen en zware wapens aangevoerd moesten worden en minder manschappen. Als hij ervoor had gekozen de komst van zijn veldartillerie uit te stellen en als Browning niet 36 van de beschikbare vliegtuigen
gebruikt had om zijn eigen hoodkwartier over te vliegen had bijna de hele infanterie van de 1e airborne divisie mee kunnen komen.
Het derde probleem voor Urquhart was dat er vanuit de Nederlandse ondergrondse berichten binnenkwamen over een snelle opbouw van
afweergeschut (vast en mobiel) rond Arnhem. Hierdoor kwam het
landingsgebied 13 km ten westen van de 3 bruggen (1 verkeersbrug en
2 spoorbruggen) te liggen, op open heide en landbouwgronden. Het
voordeel hiervan was dat er tijdens de landing weinig tegenstand te verwachten zou zijn. Er is niet in het drassige gebied vlakbij de brug geland omdat men dacht dat dit niet geschikt was voor
zweefvliegtuigen, later heeft men deze fout echter ingezien.
De Duitse verdediging in het gebied van operatie Market Garden.
De voorspelling van de inlichtingendienst was dat de landingstroepen voor Arnhem (de Brits 1e divisie en de Poolse brigade) tegenover een even sterke tegenstander zou komen te staan zij het dat de Duitsers nog 50 tanks ter plekke hadden.
Operatie Comet, waarbij slechts 1 divisie het hele gebied van de rijn tot de waal had moeten bezetten had dus nooit gekund. De generaals waren allemaal veel te optimistisch over de slechte
moraal van het Duitse leger. Toen kwamen er echter gegevens binnen van Ultra en het Nederlandse verzet, waar we later nog op terug komen, die zeer alarmerend waren. Hierin werd vermeld dat er enkele Pantserdivisies waaronder de 9e waffen SS- panzerdivisie naar Nederland waren gestuurd om op adem te komen. Door verschillende factoren werden deze gegevens niet meer opgenomen in het aanvalsplan.
De vlucht.
Vanaf 22 vliegvelden stegen 17 september 1534 transportvliegtuigen en 491 zweefvliegtuigen (gliders) op. Van te voren, in de nacht van 16 op 17 september werden er door verschillende bommenwerpers, waaronder veel Lancasters 1395 vluchten uitgevoerd, beschermd door 1240 jagers. Er werden enkele belangrijke "flak" opstellingen (Duits afweergeschut) getroffen en nog 5 vliegvelden, waaronder een vliegveld met de eerste straaljagers: de Messerschmidt 262. De volgende morgen kon geen enkel vliegtuig opstijgen om de landing lastig te vallen. Op de dag van de landing (Zondag!) werden er nog verschillende flakopstellingen aangevallen. Dit was allemaal zo opgezet dat de Duitsers niet het vermoeden zouden krijgen dat er een landing aankwam. Er werden bijvoorbeeld tegelijkertijd ook bombardementen uitgevoerd op andere plaatsen. Alleen bij Wesel kwam de transportcolonne 15 Focke-Wulfs tegen, die werden snel aangepakt door de escorterende vliegtuigen.
18 transportvliegtuigen met pathfinders waren de colonne voorafgegaan. De pathfinders (in sommige boeken vertaald met padvinders) hadden alle landingsplaatsen en dropzones van te voren gemarkeerd zodat het voor de soldaten die uit de vliegtuigen sprongen net een grootschalige training leek. Alleen bij Eindhoven (zuidroute) was nog zwaar luchtafweer.
De bombardementen waren daar niet effectief geweest, er werden daar zelfs verscheidene burgers gedood door de bombardementen doordat de Duitsers onverwacht mannen hadden opgeroepen voor graafwerkzaamheden (tijdens kerkdienst). Er werden daar ook verscheidene vliegtuigen geraakt die nog vol met paratroopers zaten. In de meeste vliegtuigen die neerstortten zaten de piloten nog aan de knuppel omdat zij net zo lang wachtten met springen totdat alle paratroopers eruit waren. Toch waren er die dag zeer weinig verliezen terwijl er verliezen tot 40 % verwacht werden.
Dit komt waarschijnlijk doordat er mannen achter het luchtdoelgeschut zaten die net van school geplukt waren of zo. In ieder geval durfden ze veel minder te schieten als er jagers in de buurt waren die
tegenaanvallen zouden uitvoeren.
De slag om Eindhoven.
Op zondagochtend steeg vanaf 6 verschillende vliegvelden in Engeland de 101e divisie op die als enige de zuidroute zou volgen, over België en daarna naar Son en Veghel. Ondertussen en daarvoor werden er een heleboel bombardementen uitgevoerd die niet echt goed verliepen, er werden een heleboel burgers gedood. Toen wist iedereen dat er iets op tilt was maar slechts weinig mensen zullen om 12.45 de 3 C-47's hebben opgemerkt met de pathfinders van de 101e divisie die binnen korte tijd alle landingsplaatsen gemarkeerd hadden.
Degenen die die vliegtuigen gemist hadden kregen er later nog genoeg te zien. Veel mensen klommen op de daken of hingen uit de ramen van hun huizen te juichen toen de invasiemacht in dichte V-formaties aankwam. Voor de paratroopers was het echter geen pretje want er was zwaar luchtafweergeschut.
Toch bereikten bijna alle Skytrains, zij het gehavend, de landings- en dropzones en sprongen de para's. Tussen de para's zweefden de
containers met voorraden aan blauwe witte en rode parachutes.
Er zouden nog ongeveer 14 Skytrains neerstorten waarvan 4 met de piloot nog aan de stuurknuppel. In 40 minuten sprongen er 6669 paratroopers uit de 222 transportvliegtuigen die het tot de dropzone hadden gehaald. Het 501e regiment kwam bij Veghel aan weerszijden van de Zuid-Willemsvaart naar beneden. Meer naar het zuiden, tussen Sint-Oedenrode en Son landden het 502e en het 506e regiment. Over het algemeen was de landing van de screaming-eagles zoals de paratroopers ook wel genoemd werden volgens het boekje.
Met een luchtlanding zijn er echter altijd problemen met het verzamelen van de manschappen. Als een paratrooper op de grond komt is het eerste wat hij doet heel blij zijn dat hij de flak en andere gevaren in de lucht zoals afdrijven overleefd heeft, dan pas gaat hij denken wat hij moest doen. Als je op de grond staat ziet het er allemaal heel anders uit dan op een kaartje in Engeland en tegen de tijd dat de soldaten allemaal bij hun bataljon zijn, zijn er al tientallen minuten verstreken.
Toen kwamen de sleepvliegtuigen met de gliders aan. Onderweg waren er al 14 van de 70 gliders uitgevallen om verschillende redenen, maar ook tijdens de landing gingen er door ongelukken verscheidene verloren. In de gliders zaten de verbindingscompagnie, het verkenningspeleton, delen van de divisie-staf, en de geneeskundige troepen en 32 jeeps met 13 trailers. Dat laatste was belangrijk want in de eerste uren komt alles aan op mobiliteit en snelheid.
De operatie ging voorspoedig van start. In het noorden rukte het 501e regiment op naar Veghel terwijl een bataljon dat per ongeluk bij
Heeswijk was gedropt kwam aanmarcheren en uit Eerde nog 2 andere
bataljons. Binnen 2 uur waren de weinige Duitsers in de buurt overrompeld en de doelen bezet: de spoor en verkeersbruggen over de
Zuid-Willemsvaart en de Aa.
Ook bij Sint-Oedenrode ging alles voorspoedig. Na enkel lichte schermutselingen werd het dorp en de brug over de Dommel veroverd. Daarna namen de bevrijders temidden van een uitgelaten menigte Nederlanders verdedigingsposities in. De rest van het 502e regiment was aangewezen als divisie-reserve en had als enige taak om eenheden in het noorden en zuiden met elkaar te verbinden en om te helpen bij het uitladen van de gliders.
Alleen de H-compagnie van het derde bataljon had een andere taak: zij moesten de bruggen over het Wilhelminakanaal bij Best veroveren. Erg belangrijk leek deze opdracht niet want deze bruggen lagen buiten de direkte opmarslijn van het XXX-corps en werden in de oorspronkelijke orders van Montgomery zelfs helemaal niet genoemd. Bovendien had het 506e regiment van kolonel Sink opdracht om bij Son drie bruggen over hetzelfde kanaal te veroveren. De mannen van de H-compagnie dachten dat ze daar wel een onbeschadigd van in handen zouden krijgen dus erg vlot ging het allemaal niet.
Het 506e regiment bij Son.
Drie kwartier na de landing was het hele 1e bataljon op weg naar zijn hoofddoel: de draaibrug in Son. Om de Duiters te verrassen koos
LaPrade een route door de bossen om de Duitsers bij de brug in de flank aan te kunnen vallen. Maar aan het kanaal, precies waar het bataljon van LaPrade op af ging stond een Duitse Flak batterij van 2 88-mm kanonnen (the dreaded eighty-eights) beschermd door mortieren en mitrailleurs. Deze opstelling was een week daarvoor in kaart gebracht maar hoewel deze kaart naar de Engelsen in België was gesmokkeld hadden de Amerikanen deze gegevens blijkbaar niet gekregen, want anders had LaPrade deze route nooit gekozen. Toen zijn mannen onder de bescherming van de bomen uitkwamen openden de kanonnen die ook tegen gronddoelen ingezet konden worden het vuur. Het gevolg was een vreselijke slachting onder de paratroopers. Er ontstonden vlakbij in het park achter een sanatorium, waarin op dat moment 100
TBC-patinten verpleegd werden en dat ook al een voltreffer had gehad, man tegen man gevechten waarbij de handgranaten onder de ogen van de patienten door de lucht vlogen en soldaten werden vreselijk verminkt en stierven ter plekke. De snelle opmars van het 1e bataljon was duidelijk gestopt. Intussen waren met flinke vertraging het 2e en 3e bataljon verzameld die over de hoofdweg naar Son gingen. Terwijl er door de luchtmacht met twee Duitse tanks werd afgerekend. Maar ook zij kwamen een ingegraven 88 mm kannon tegen op hun weg en moesten zich terugtrekken. Door een omtekkende beweging achter de huizen langs konden de troopers het kannon tot 50 meter naderen en uitschakelen. Van de drie bruggen over het kanaal waren er twee in de afgelopen tijd al opgeblazen en de brug in Son was ook al met springstof geladen. Doordat het 2e bataljon -in de overtuiging dat het 1e bataljon de brug al wel zou hebben veroverd- systematisch de huizen uit ging kammen en toen uiteindelijk de spits van het 2e bataljon op 50 meter van de brug was werd deze opgeblazen door de Duitsers die precies genoeg tijd hadden gekregen om alles in gereedheid te brengen.
Toch was er nog een meevaller: de ondergrondse had een houtvoorraad van 30 kubieke meter zwaar hout achterovergedrukt en om 17.30 had de genie een noodbrug gereed. Echter het doel dat het regiment s' avonds om 20.00 in Eindhoven zou moeten zijn om de eerste tanks van het 30e corps op te vangen zou niet meer te halen zijn. Het 30e corps zou zich in het donker een vreemde stad binnen moeten vechten, waarin de vijand was ingegraven en waar de bruggen over de Dommel zeer zeker wel zouden worden opgeblazen.
De H-compagnie.
Er was echter ook nog de H-compagnie die als taak had de bruggen bij Best te veroveren. Deze bruggen waren pas later door generaal Taylor aan het lijstje toegevoegd om een alternatief te hebben voor het geval alle bruggen bij Son verloren zouden gaan, wat zeer onwaarschijnlijk leek. Bovendien konden zo Duitse versterkingen voor Eindhoven uit het zuiden de pas afgesneden worden. Dit leek ook niet zo nodig want volgens inlichtingen van de 101e divisie was de omgeving slechts licht verdedigd. Het tegendeel bleek echter waar. Aan de noordzijde van het kanaal stonden sinds een paar weken zware mitrailleurs opgesteld en rond de verkeersbrug stonden 6 88-mm afweergeschut kanonnen van het 428e flak bataljon. Alle burgers wisten dat de bruggen waren geladen met dynamiet en die maakten dan ook dat ze wegkwamen.
Doordat de Amerikanen afweken van de route in de bossen kwamen ze direkt onder vuur te liggen van het kruispunt bij Best. Jones stuurde een peleton onder leiding van Wierzbowski erop uit om het doel te halen en groef zich zelf in. Toen kwam er ook nog een vrachtwagenkolonne van de 245e divisie die de compagnie onder vuur namen.
Ondanks dat Jones, de commandant van de compagnie geruststellende berichten uitzond naar zijn superieuren ging om 18.00 het 3e bataljon op pad om hem te helpen. Toen zij uiteindelijk contact met de restjes van de compagnie legden kon niemand vertellen wat er met het peleton van Wierzbowski gebeurd was.
In veel boeken wordt dit peleton genoemd maar omdat ze tactisch eigenlijk geen enkele invloed hadden op het verloop van de strijd laat ik het erbij dat ze na een zeer zware strijd waarin ongeveer 70 man sneuvelde zich met ongeveer 10 man hebben moeten overgeven.
De bevrijding van Valkenswaard.
Na zware beschietingen, door artillerie en luchtmacht was zo'n beetje het hele dorp met de grond gelijk gemaakt. Toen kwam de uitbraak van het 30e corps bij Neerpelt onder leiding van Horrocks. Het 30e corps had geen andere keus dan met grof geweld over het Duitse front heen te walsen want ze moesten oprukken over een smalle weg die zwaar werd verdedigd. Na een tijdje bleek dat het bombardement geen zin had gehad op de zware Duitse stellingen want toen de tanks langsreden werden er een heleboel vernietigd. Met een hele grote vertraging konden de tanks na zeer zware gevechten waaraan ook nog typhoons van de RAF aan te pas waren gekomen hun weg hervatten.
Toen het al donker was reden de eerste tanks van het 30e corps Valkenswaard binnen 12 kilometer van het punt waar ze waren uitgebroken.
De Britten sloegen hier bivak op voor de nacht, de bevrijding van Eindhoven werd niet voortgezet. Dit was ten onrechte want er waren nog geen nieuwe versterkingen aangekomen in Eindhoven. Dit was een zeer slechte beslissing want ondertussen werden er in Eindhoven
allerlei installaties de lucht ingeblazen en groeven de Duitsers
zich in.
Ondertussen kreeg Generaloberst Student het hele plan van de landing in handen. Hij moest van veldmaarschalk model de Brabantse corridor verdedigen en de luchtlandingsdivisie bij Son vernietigen. Het eerste kon Student aan kampfgruppe Chill overlaten en voor het tweede kreeg hij de 59e infanteriedivisie en de 107e panzerbrigade. De 59e divisie was op de terugtocht uit Frankrijk maar net aan de geallieerden ontkomen en was nu op weg uit walcheren naar Students sector. De 107e panzerbrigade was een van de pasgevormde brigades die speciaal voor het oostfront waren opgebouwd. Omdat Hitler geen volledige divisies meer op de been kon krijgen werden er tot op de tanden gewapende
brigades gevormd met de nieuwste tanks en uitrusting. Deze brigades speelden ook een hoofdrol in de slag om de Ardennen.
Maandag 18 september
De volgende dag gingen er drie bataljons op pad naar Eindhoven met als doel koste wat kost Eindhoven te veroveren en de bruggen te bezetten. Slechts een peleton bleef achter om de noodbrug bij Son te beschermen. Eenmaal in Eindhoven moest het 506e regiment onmiddelijk op de bruggen afgaan en pas daarna, als de bruggen beveiligd waren, uitvalswegen bezetten en verdedigingsposities innemen. Het derde bataljon onder leiding van majoor Horton ging voorop. Zij hadden veel problemen met een stelling van 2 88-mm kanonnen maar dat was dan ook het enige gevecht van omvang die dag. Om 12.25 uur werd in het oorlogsdagboek genoteerd dat Eindhoven bevrijd was. De bruggen werden zonder slag of stoot veroverd en de totaal uiteengelagen Duitsers gaven zich over of vluchtten weg op alles wat reed. Samen met de ondergrondse kamden de airbornes de stad uit op verdwaalde Duitsers en 'foute' Nederlanders. Ondertussen kwamen in Venlo treinen aan met daarop de tanks van de 107e panzerbrigade en die begonnen op te rukken naar Eindhoven. Toen ze daar in Eindhoven lucht van kregen was het snel gedaan met de feestvreugde en versterkten de Amerikanen hun posities.
Ondertussen werd de opmars van de Irish Guards (van het 30e corps) in Aalst vertraagd door hardnekkige Duitse tegenstand die zich in hadden gegraven maar waarom de Guards zo omzichtig te werk gingen is een raadsel want ze waren met een grote overmacht en terwijl zij schermutselden met enkele Duitse kanonnen stonden ze daarachter in dubbele rijen te wachten tot aan de grens van België. Waarom de Duitsers niet in de rug zijn aangevallen door de 101e airborne divisie is ook een raadsel omdat er al lang contact was gelegd tussen de Amerikanen in Eindhoven en de Guards van het 30e corps.
Het was een van de grootste blunders uit de bevrijding van Eindhoven. Een blunder die op dat moment ten noorden daarvan in Arnhem al duur werd betaald. Want er gingen vele uren verloren.
De Duitse 59e infanteriedivisie doet een tegenaanval.
Terwijl de 59e infanteriedivisie zich verzamelde in Boxtel werden er
plannen uitgedacht voor een tegenaanval. Poppe de commandant van de divisie zag zijn kansen echter somber in. Van de vijf bataljons die hij nog over had, telde er geen een meer dan 180 man, in totaal kon hij zo'n 1000 man op de been brengen zijn artillerie had nog wel een heleboel kanonnen maar zat bijna zonder munitie. En zijn mannen waren uitgeput van de 160 km lange tocht die ze in 2 dagen hadden afgelegd, voor een groot deel te voet. De orders die hij kreeg van Student waren om vanuit Boxtel een aanval te doen op Best, om vandaaruit de vijand te verdrijven uit Son. Want de theorie van Student was: hoe zuiderlijker ze tegengehouden worden, hoe beter. De strijd liep voorspoedig voor Poppe, Best begon voor de Amerikanen een waar wespennest te worden en de artillerie van de Duitsers stond zelfs klaar om de landingsterreinen onder vuur te nemen. Er werden steeds meer Amerikaanse troepen naar Best toe gezogen. Wat begonnen was met de H-compagnie, waar ik het al eerder over had werd steeds meer, eerst een bataljon, toen een heel regiment en ten slotte bijna een halve divisie.Het 2e bataljon had opdracht gekregen om eerst aan te sluiten op de rechterflank van het 3e bataljon en om vervolgens de Sonse heide schoon te vergen, Best te zuiveren en dan in 1 doorgaande beweging zuidwaarts Boschdijk en de bruggen te veroveren. Om 09.00 uur ging de aanval van start. Dit verliep echter rampzalig, om 10.00 werd de aanval stopgezet en trokken de compagnieën terug om te reorganiseren.
Het front was geen front meer, er waren verschillende gaten in de Amerikaanse stellingen gekomen waardoor Duitse groepjes infiltreerden en de commandopost van Cole zelf onder lag onder vuur. Cole verzocht toen om luchtsteun en puur toevallig waren er op dat moment inderdaad jagers aanwezig want op dat moment kwam de tweede lift met nieuwe troepen die zwaar onder vuur lag onder de Duitse artillerie van de 59e infanteriedivisie.
Maar de bombardementen misten, toen de piloten eenmaal door hadden waar de Duitse stellingen waren, hun uitwerking niet. De thunderbolts hadden voorlopig de druk op het 502e regiment (ondertussen onder leiding van Stopka want Cole was dood) wat verlicht, maar de situatie bleef hopeloos tegen de Duitse overmacht. Wat het regiment nodig had was het 2e leger waarvan de Irish guards de voorhoede vormden. Het meest tragische van de strijd bij Best was wel dat de bruggen waar het allemaal om ging al lang opgeblazen waren.
Tussen Aalst en Eindhoven.
Plotseling zwegen de Duitse kanonnen bij Aalst en dit kwam als een grote verrassing bij de geallieerden. Rond 15.30 verlieten de Duitsers hals over kop de kampermenten en liepen even later in de handen van de Airbornes. Waarom de Duitsers dit deden is onduidelijk.
Misschien waren de verliezen gewoon te hoog opgelopen of was de
munitie op. Maar ik denk dat ze gewoon opdracht hadden gekregen om de stelling tot 15.30 te houden want toen 2 leden van de ondergrondse als eerste de stelling inliepen lag daar nog een zwaar gewonde Duitser en het eerste wat hij vroeg was hoe laat het was. Tijd om te antwoorden hadden de 2 niet want toen sloegen al de granaten van de Irish Guards in. Toen ging het in vol gas want het 30e corps had al 6 uur stil gestaan in Aalst en operatie Market Garden lag al 20 uur achter op het schema. Er werd pas weer stil gehouden bij Son waar de Amerikaanse genietroepen bezig waren een Bailey-brug te bouwen want de brug van hout was wel goed genoeg om over heen te lopen maar voor tanks was hij veel te zwak.
De intocht van het tweede leger.
Om 18.30 kwamen de eerste Irish Guards aan in Eindhoven. En om 20.00 reden er nog steeds tanks Eindhoven binnen. Dit onder het gejuich van de Eindhovenaren. Inmiddels waren de Irish Guards in Son aangekomen en terwijl de engineers de brug bouwden lichtte general Taylor van de 101e airborne divisie de commandanten in over de situatie.
De eerstvolgende 15 km van Son tot Veghel is vrij, alle bruggen op dat traject zijn intact. Veghel wordt opengehouden door het 501e regiment, Sint-Oedenrode door een bataljon van het 502e. Er zijn in de buurt nauwelijks Duitsers. Het 506e zit in Eindhoven. Er was ook minder goed nieuws, het 502e regiment stond onder zware druk bij Brest. De vijand was daar veel sterker dan verwacht. Bovendien waren er volgens berichten uit de ondergrondse pazerformaties onderweg naar de corridor. Versterkingen waren dus dringend nodig. Die middag was de tweede glider-lift gearriveerd, met onder andere 2 bataljons van het 327e glider-regiment en 151 jeeps, maar tanks en artillerie waren veel harder nodig. De Guards officieren konden Taylor echter ook niet helpen, zij moesten verder naar Nijmegen en Arnhem. Maar doordat de Guards-colonnes de weg verstopten konden de 2 onafhankelijke tankbataljons die de 101e divisie zouden versterken er ook niet door.
De Duitsers krijgen haast.
Het had Student die dag niet meegezeten. Zijn 1e Fallschirmarmee was in 2 delen gespleten, kampfgruppe Walther had een verdere doorbraak bij Aalst niet kunnen verhinderen en was naar het westen en oosten uitgeweken. Eindhoven was gevallen en de Britse tankspitsen hadden aansluiting met de 101e airborne divisie.
Maar er was nog hoop voor de Duitsers: bij Arnhem begon het SS-panzercorps van Bittrich de Britse luchtlandingdivisie in een ijzeren greep te krijgen, bij Nijmegen was op het nippertje weten te voorkomen dat de Amerikanen de grote waalbrug zouden veroveren en in Student's sector had de 59e divisie de aanval op de flanken van de smalle corridor van de geallieerden geopend. Nu moest er nog een aanval uit het oosten komen die Poppe's troepen zal verlichten en gezamelijk met de 59e divisie de corridor bij Son zal afsluiten. Dan moest deze aanval wel heel snel ingezet worden anders kwam hij te laat voor de 59e divisie.
Dinsdag 19 september
De opmars van de 107e panzerbrigade.
Ondertussen was de 107e panzerbrigade op de helft van het afladen van de treinen toen ze opdracht kregen om bij dageraad onmiddellijk te vertrekken, compleet of niet. Het doel was de brug bij Son. Hiervoor zouden ze in Helmond nog versterking krijgen van een bataljon van het leger van Student dat op papier bestond uit luchtlandingstroepen maar waarvan de meeste nog nooit in een vliegtuig hadden gezeten.
Toen de volgende ochtend de aanval werd ingezet misten er nog 4
compagnieën en alle verzorgings- en bevoorradingsonderdelen. Omdat het verkenningspeleton er ook nog niet was werd dat maar geïmproviseerd, want Maltzahn, de commandant van de brigade wist absoluut niks van de vijand. De opmars ging voorspoedig en er was nog geen tegenstand tegengekomen toen de tanks Son op 15 km waren genaderd.
Van Son naar Nijmegen.
Om 6.15 uur dinsdagmorgen was de brug over het Wilhelminakanaal bij Son af en gingen de eerste tanks over de brug. Operatie Market Garden was al 40 uur aan de gang en de Irish Guards hadden nu al in Arnhem moeten zijn maar nu pas werd de snelheid ontwikkeld die ze de hele tijd al hadden moeten hebben. Om 8.30 maakten de voortste verkenners contact met de Amerikaanse 82e airborne divisie bij Grave. De 82e airborne divisie had de brug bij Grave onbeschadigd in handen gekregen en de Guards konden zo de Maas over steken. Toen was het weer afgelopen met de snelle opmars want in Nijmegen was de verkeersbrug over de Waal nog niet veroverd. Ook de regimenten van de 101e
airborne divisie in Eindhoven kregen eindelijk hun versterkingen.
De climax van de veldslag bij Best.
Die morgen om 6.00 uur had het 2e bataljon van het 502e regiment haar zoveelste aanval op de (al vernietigde) brug ingezet maar vlak voor ze begonnen kregen ze eindelijk het nieuws dat de brug allang was opgeblazen en werd de aanval afgelast. Toen arriveerden de Britse versterkingen van de onafhankelijke tankbataljons uit Eindhoven in Son. Toen kon Taylor eindelijk voorgoed orde op zaken stellen, want de landingsterreinen werden nog altijd bedreigd door de 59e infanteriedivisie en door de streek te zuiveren zou ook de smalle Geallieerde corridor worden verbreed.
De aanval werd ingezet maar het ging allemaal zeer rommelig, maar tot verbazing van de commandanten gaven de Duitsers van de 59e zich massaal over; ze waren totaal gedemoraliseerd door de aanwezigheid van een paar Britse tanks. In twee uur tijd werden er 1056 krijgs-
gevangenen gemaakt. Het andere doel; het schoonvegen van de landings-
terreinen ging minder voorspoedig. De troepen die hiervoor waren
aangewezen hadden veel last van Duitsers uit Brest zelf en het dorp bleef onneembaar door felle tegenstand.
De 59e infanteriedivisie, in totaal zo'n 1700 man was dood of gevangengenomen.
De derde lift.
In de derde lift werden door 384 gliders de laatste infanterie voor de 101e divisie, het 1e bataljon van het 327e regiment en de allerlaatste kanonnen gebracht. Het zou voor de gliderpiloten geen gemakkelijke landing worden want het landingsterrein lag nog steeds onder vuur van de artillerie van de Duitse 59e infanteriedivisie en het veld begon al aardig vol te raken met gliders van eerdere landingen. De soldaten van de 426e airborne-compagnie intendance en de 801e airborne compagnie onderhoud en materieel stonden al klaar om de gliders meteen uit te laden. Wat deze troepen echter niet wisten is echter dat de luchtvloot zwaar gehavend aan zou komen, door het slechte weer boven de vliegvelden in Engeland konden de zweefvliegers niet eens de achterkant van het sleeptoestel zien en dat leidde tot zeer veel ongelukken en verscheidene combinaties maakten rechtsomkeert of moesten een noodlanding maken. Bovendien hadden de laagvliegende toestellen zeer veel last van flak (Duits afweergeschut) gehad en toen ze bij de landingzones kwamen weer want ze vlogen precies over het slagveld bij Best waar de Duitse 59e infanteriedivisie zich op dat moment nog bevond. Slechts 209 van de 384 opgestegen gliders bereikte daadwerkelijk het landingsterrein. De verwarring na de landing was ook zeer groot want nu waren er bataljons die nog wel een heleboel kanonnen binnenkregen maar er waren ook bataljons die niks binnenkregen.
Toen iedereen om 17.00 nog driftig aan het uitladen was vielen de Duitsers plotseling aan.
De aanval van de 107e panzerbrigade.
De Duitsers hadden 60 km afgelegd zonder opgemerkt te worden en hoefden nu nog slechts de brug in te nemen of te vernietigen. Van Veghel tot Eindhoven waren alle beschikbare eenheden van de Amerikanen volledig ingezet, alle reserves waren opgebruikt en van de glider-
troepen was nog niets beschikbaar, vooral de oostelijke flank lag helemaal open. Plotseling kwamen de Panthertanks van de Duisers de
kanaaldijk op rijden en schoten een vrachtwagen midden op de brug in brand. De consternatie in Son was compleet. Iedereen die een geweer kon dragen pakte die om de Duitse tanks maar tot stoppen te brengen. Toen is generaal Taylor persoonlijk naar het landingsterrein gereden met een jeep en heeft daar een 6-ponder antitank kannon meegenomen wat geen seconde te laat in stelling werd gebracht. De voorste tank werd 50 meter voor de brug uitgeschakeld en toen konden de andere 50 tanks hem niet meer passeren over de smalle kanaaldijk en de Duitse aanval liep vast. Toen besloot de brigadeleiding van de Duitsers zich terug te trekken voor de volgende dag, als ze toen de meegenomen infanterie hadden laten aanvallen was de brug zeker in Duise handen gevallen. In Eindhoven werd ondertussen de noordoostkant afgegrendeld met alle beschikbare eenheden.
Het bombardement.
Om 19.20 uur geallieerde tijd hingen er ineens lichtkogels boven
Eindhoven en vielen in totaal 76 Duitse vliegtuigen, de zware Ju-88 duikbommenwerper en de middelzware Do-217 bommenwerpers van het voor deze aanval gemaakte Gefechtsverband Hellbig, (in een ander boek wordt gezegd dat het 120 Junker 87 en 88's waren) de lange colonnes van de geallieerden in de stad aan die geen kant uitkonden. Het was niet alleen verbazingwekkend dat de Luftwaffe nog zoveel vliegtuigen bij elkaar kon krijgen maar dat ze ongemerkt door het verdedigingsscherm van de geallieerde luchtmacht heen konden glippen was nog veel verbazingwekkender. Doordat veel van de Duitse piloten al lange tijd rond Eindhoven waren gelegerd konden ze zeer nauwkeurig bombarderen. De schade was groot, vrachtwagens vol met munitie werden getroffen en explodeerden en daardoor vlogen er weer brandstofwagens in brand. De geallieerden hadden nog niet eens de tijd gehad om afweergeschut op te stellen en de piloten hadden dus vrij spel. Op dat moment bevonden er zich ook nog een heleboel burgers op straat en velen sneuvelden. Het bombardent duurde ongeveer 40 minuten maar voor velen leek het wel uren.
Woensdag 20 september
In totaal waren er tijdens het bombardement 228 woningen vernield. Er waren 190 doden en 11 vermisten plus 800 gewonden. (in een ander boek wordt beweerd dat er 1000 tot 3000 doden waren) De Eindhovenaren
dachten dat het alleen een wraakactie van de Duitsers was net zoals het bombardement op Parijs een tijdje daarvoor, maar dit bombardement had zeker wel tactisch belang want de Geallieerde opmars naar het noorden had minstens 8 uur stilgelegen en ten noorden van Eindhoven werden de rantsoenen van munitie, medicamenten, enz steeds kleiner.
Om 5.30 uur s'ochtends heropende de infanterie van de Duitse 107e brigade de aanval op de smalle corridor die ondertussen de bijnaam Hell's Highway gekregen had. De C-compagnie van het 327e regiment, die de linie tussen Son en Bokt bezette moest de aanval keren. In aantal waren de Amerikanen sterk in het nadeel, maar zij hadden de dekking van de weinige sloten die daar liepen terwijl de Duitsers over open weiland moesten aanvallen. Bovendien lagen de Duitsers constant onder vuur van het 377e airborne artillerie bataljon en hadden de Duitsers geen beschikking over artillerie. De Duitsers bereikten de weg wel niet, maar de colonne lag toch weer stil want de chauffeurs moesten dekking zoeken. De Duitsers gaven het niet op, een uur later werd de aanval versterkt door meer infanterie en een paar tanks opnieuw ingezet. Juist op tijd want de Amerikanen dreigden te bezwijken kwamen er 10 Cromwell tanks van de 15/19 Hussars die Eindhoven hadden versterkt, maar die vielen zo roekeloos aan dat ze door hun eigen mijnenveld reden, waarbij meerdere tanks verloren gingen. Maar uiteindelijk wisten deze tanks de Duitsers toch te verdrijven.
Maar pas om 11.00 kwam de colonne weer op gang en waren er weer vele kostbare uren verloren gegaan.
De tegenaanvallen van de geallieerden.
Na de overwinning bij Best moest nu eindelijk het gebied tussen Nuenen en de Hell's Highway maar eens van Duitsers gezuiverd worden. Bovendien waren er weer nieuwe versterkingen in Eindhoven aangekomen die als geroepen kwamen. Het tweede onafhankelijke tankbataljon, het 44e royal tanks samen met artillerie en luchtdoelgeschut was aangekomen. De aanval die snel was ingezet was kort en succesvol. De geallieerden gebruikten de ouderwetse tangbeweging en om 12.00 waren de troepen en tanks uit Eindhoven en die uit Son elkaar zo dicht genaderd dat de Duitse troepen daartussen in de val zaten. De airbornes maakten weer 185 krijgsgevangenen. Ondertussen was een kleine groep Hussars, 5 tanks en 2 verkenningswagens als een speerpunt diep doorgedrongen in het Duitse gebied en hielden, ondanks felle aanvallen van de Duitsers, stand. Langzaam maar zeker werd de 107e brigade
teruggedrongen naar het oosten.
Het enige lichtpuntjs voor de Duitsers was dat eindelijk de rest van de brigade op het strijdtoneel arriveerde. Overigens had de brigade nog geen druppel van de beloofde diesel ontvangen en hadden ze al verscheidene tanks moeten achterlaten zonder brandstof.
De tanks trokken inmiddels bijna zonder infanterie op naar Nuenen.
Er ontstond een heuse tankslag bij Nuenen waarbij de geallieerden zware verliezen leden . Tegen de avond was het nog onbeslist en trokken de geallieerden zich terug.
De volgende dag echter kwamen er steeds meer tanks en troepen van het tweede leger die de corridor verbreedden. De 107e brigade trok zich toen in snel tempo terug. Ondanks zware gevechten was die kant van de corridor nu gezuiverd. Alleen in Best zat nog een sterke troepenmacht en er werden nog bittere gevechten geleverd om het dorp te bevrijden.
De strijd verplaatst zich naar het noorden.
De volgende 5 dagen kwam echter als nog de doodsklap voor Market
Garden. De Duitsers wierpen nu alle nog beschikbare troepen bij elkaar. De 107e brigade, de kampfgruppe Walther, de fallschirm troepen en de 59e infanteriedivisie van Poppe sneden gezamenlijk de corridor meerdere malen door tussen Sint-Oedenrode en Uden. Van de vijf volgende dagen was de corridor er 3 geblokkeerd en dit bracht de doodsklap in het noorden.
De slag om Nijmegen.
De opdracht van de Amerikaanse 82e luchtlandingsdivisie was om de lange bruggen over de Waal bij Nijmegen en de Maas te veroveren en bezet te houden. Daarnaast moest Gavin ( de bevelhebber van de 82e divisie) de overgangen over het Maas-Waalkanaal in handen krijgen. Maar dat was nog niet alles, er waren berichten binnengekomen dat zich Duitse pantsertroepen in het Reichswald ophielden. Gavin was het met Browning eens dat de heuvelrug bij Groesbeek en Berg en Dal van cruciaal belang was voor het verloop van de strijd, omdat dit gebied als een plateau doorliep naar het Reichswald in Duitsland, en dat zonder dit gebied de bruggen onhoudbaar zouden zijn en de rechterflank van het tweede leger ongedekt zou zijn tijdens de opmars over de Maas en de Waal. Daarom besloot hij om 2 van de 3 parachutistenregimenten, die de eerste dag zouden landen, in te zetten om deze heuvelrug te veroveren. Zijn hoofdkwarier, een bataljon artillerie en Brownings vooruitgeschoven hoofdkwartier zouden meegaan. Het derde parachutistenregiment zou ten noorden van Grave springen om de bruggen over het kanaal en de noordkant van de brug over de Maas bij Grave te veroveren. Ten slotte zou 1 compagnie de zuidkant van deze 500 meter lange brug veroveren. Door deze tactiek zou een gebied veroverd worden met een omtrek van 40 kilometer, hierdoor moest Gavin zijn troepen splitsen in kleine groepjes die alleen de belangrijkste
kruispunten bezetten. Kort voor het vertrek besloot Gavin echter dat hij het risico kon nemen om alvast 1 bataljon op de verkeersbrug in Nijmegen af te sturen. Daarom beval hij Lindquist van de 508e parachute-brigade om alvast 1 van zijn bataljons zo spoedig mogelijk na de landing vrij te maken voor de verovering van de brug tenzij dan de rest van de sector in gevaar zou komen.
De landing van de 82e divisie was perfect. Er werden zelfs flak-batterijen uitgeschakeld doordat er kleine eenheden para's bovenop landden. Door de pathfinders geloodst begon de landing van het 504e regiment onder leiding van kolonel RH Tuckers om 13.13 ten noordoosten van Grave. Met behulp van de compagnie die ten zuiden was gesprongen vielen de brug en het dorp snel in Amerikaanse handen. De Duitsers kregen geen gelegenheid de brug op te blazen door de snelheid van de aanval. Een tweede compagnie had de meest oostelijk gelegen brug over het Maas-Waalkanaal in Huemen bij Mook veroverd. Dat was maar goed ook want 2 andere bruggen waren al opgeblazen en de 4e werd pas de volgende ochtend aangevallen. 'S avonds maakten groepjes van de 505e Parachute Infantry, die in het zuidelijk deel van de heuvelrug bij Groesbeek geland waren, contact met Tucker. De geruchten over Duitse tanks in het Reichswald bleken onjuist te zijn tot ieders opluchting. Tot nu toe was alles goed verlopen, de verliezen waren gering en alleen Nijmegen en de brug over de Waal moesten nog veroverd worden. De taken die het 508e regiment moest uitvoeren waren de hoogte die van Nijmegen via Berg en Dal naar het dorpje Wyler liep veroveren en bezet houden. Een bataljon moest worden ingezet om vijandelijke troepenbewegingen van Nijmegen naar het zuiden tegen te houden en het 504e regiment moest worden geassisteerd bij het veroveren van de 2 noordelijkste bruggen over het Maas-Waal kanaal. Daarnaast moesten de LZ's ten zuiden van Wyler bewaakt worden en er moest een bataljon vrijgemaakt worden voor de verovering van de verkeersbrug in
Nijmegen. Ondanks dat er vanuit het oosten geen dreiging te verwachten viel duurde het nog 7 uur voordat het eerste bataljon zijn mars naar de brug begon. Dit bataljon kreeg al gauw problemen, nadat de Nederlandse gids verdween, verdwaalde 1 compagnie in de donkere straten en stuitte de rest op sterke Duitse tegenstand. In het gevecht werd duidelijk dat dit geen garnizoenstroepen waren. Het leek erop dat de 590 meter lange verkeersbrug stevig in Duitse handen was en dat deze zeker zou worden opgeblazen.
Maandag 18 september.
De volgende dag waagde een compagnie van het 508e regiment kort na het aanbreken van de dag opnieuw een poging om de brug te bereiken. Ze gingen de stad vanuit het zuidoosten binnen maar vlakbij de brug
stuitten ze weer op felle Duitse tegenstand. Er treedden echter ook andere problemen op. Doordat zo'n klein aantal troepen een groot
gebied moesten verdedigen waren er stechts enkele patrouilles
beschikbaar om de landingsgebieden te verdedigen. In de vroegte die dag waren kleine groepjes Duitse soldaten het gebied binnengedrongen en deze begonnen nu lastig te worden. Deze eenheden bestonden uit inderhaast opgetrommelde garnizoenstroepen, versterkingen en uitrustende militairen die echter bij Wyler zeer hardekkig gevochten hadden. Later bleek dat ze zo hardnekkig gevochten hadden omdat Wyler net over de grens in Duitsland ligt en de militairen alles op alles zetten om te voorkomen dat de geallieerden voet op Duitse bodem zouden zetten.
Toen werd ook duidelijk dat er ondanks tegengestelde berichten de vorige dag er toch Duitse troepen en pantservoertuigen in grote getalen aanwezig waren in de bossen. Gelukkig hadden de 450 zweefvliegtuigen van de 82e divisie door het slechte weer boven Engeland vertraging want zo had Gavin nog net de tijd om zijn troepen terug te trekken uit Nijmegen om daarmee de Duitsers van de landingterreinen te verjagen. Bij deze acties maakten zij 150 krijgsgevangenen en
doodden zij 50 Duitsers. Het 508e regiment had er een druk dagje opzitten. De afstand van de Goesbeekse heuvelrug en weer terug bedraagt 25 kilometer, ze hadden zich buiten Nijmegen ingegraven en een aantal hadden een fel gevecht geleverd in Nijmegen alvorens weer terug te gaan en daar nog een fel gevecht te leveren. Maar de tweede landing was, ondanks dat er op de landingzone nog gevochten werd, een succes, net als de daaropvolgende dropping van voorraden.
Het 504e en het 508e regiment verstevigden hun positie door de 4e brug over het Maas-Waalkanaal te veroveren die de vorige dag over het hoofd gezien was maar tijdens de bestorming van de brug werd die tot ontploffing gebracht. Dat betekende dat de colonnes die zich bij hun zouden voegen via de brug Huemen moesten worden omgeleid, wat een enorme omweg betekende. Intussen had een bataljon van het 505e
regiment Mook veroverd, een strategisch gelegen dorp op de hoofdweg
Venlo-Nijmegen.
De Amerikanen hadden echter een ding over het hoofd gezien. Het was bij niemand opgekomen om de spoorlijn te blokkeren en 1 trein richting Duitsland kon ongehinderd passeren, pas de tweede trein werd geblokkeerd.
Na de tweede landing moest er een plan worden gemaakt om de spoor- verkeersbruggen in Nijmegen te veroveren. Dit was tenslotte de
belangrijkste taak van de divisie en volgens het schema van Market-Garden zou het 30e corps om zes uur binnentrekken. Men wist daar toen nog niet dat de opmars vertraagd was. Het plan was dat een bataljon van het 504e regiment recht op de bruggen zou afgaan terwijl het 508e regiment een flankaanval zou uitvoeren. Maar toen Browning het plan onder ogen kreeg bedacht hij zich en besloot dat het behoud van de heuvelrug belangrijker was. Dit was maar een van de weinige beslissingen die Browning hoefde te nemen. Zijn hoofdkwartier, dat vlak bij die van Gavin lag, werd de eerste dag in 36 zweefvliegtuigen
vervoerd, toestellen die anders gebruikt hadden kunnen worden om een extra infanteriebataljon te vervoeren, waaraan op dat moment zo'n dringende behoefte bestond in Arnhem of in Nijmegen. Browning was
eigelijk beter op zijn plaats geweest in Engeland, waar hij had kunnen beslissen over het inzetten van reserves. Ondanks dat Browning zelf mee was gekomen was er sprake van slechte verbindingen met de verschillende onderdelen wegens gebrek aan codeerpersoneel, zelfs de verbinding met Engeland kon niet worden gebruikt. Hiermee hadden alle luchtlandingstroepen te kampen.
Het XXX-corps komt aan.
Generaal Broning en Gavin stonden samen bij de brug over de Maas bij Grave te wachten op de eerste pantservoertuigen. De Grenadier Guards die op dat moment de voorhoede vormden kwamen om ongeveer 10 uur aan. Ze lagen inmiddels al 30 uur achter op schema. Browning gaf de regimentsgevechtsgroep nu opdracht om de brug te bestormen, samen met het 2e bataljon van het 505e regiment. Vervolgens werd de Coldstream
Guard groep aan de 82e divisie toegevoegd om die te versterken met
pantservoertuigen en infanterie. Tot dan toe waren er nog geen aanvallen van pantservoertuigen uit het bos gekomen, maar dat kon nog steeds ieder moment gebeuren.
De voorste eenheden van de Guards moesten ten zuide van Grave het MaasWaalkanaal bij Huemen oversteken, omdat de andere bruggen vernietigd waren. Dit veroorzaakte nog meer vertraging en de aanval op de spoor- en verkeersbrug begon pas laat in de middag. De aanvallen liepen in het begin vast, hoewel de Duitsers het nu zwaar te verduren kregen. De aanval op de spoorbrug, geholpen door Nederlandse verzetsleden, liep 500 meter voor de spoorbrug vast omdat de voorste tank werd getroffen en er een gebrek aan munitie kwam. Een tweede aanval op de rechterflank liep vast op 300 meter vanaf de verkeersbrug, bij een wegversperring van boomstammen waarbij een aantal 80-mm gemechaniseerde kanonnen stonden opgesteld. Hier gingen ook een aantal tanks verloren. Een derde aanval ging naar het postkantoor waar volgens het Nederlandse verzet de opblaasapparatuur stond voor de brug, maar dat bleek niet zo te zijn en toen ook deze tanks naar de brug gingen
stuitten ze op zwaar verzet. Het grote probleem was niet zozeer dat de Amerikaanse para's en de Britse tanks het niet goed met elkaar konden vinden, maar veel meer dat de Duitsers SS'ers waren die nog zeer bereid waren om te vechten en die zich goed ingegraven hadden.
De geallieerden hadden nog al wat tegenslagen. Er waren 600 gewonden, 150 doden en nog een groter aantal vermisten. Op de Groesbeekse heuvelrug veschenen groepjes Duitsers die veel last veroorzaakten in het gebied dat door het 508e regiment bezet werd gehouden. Het 325e
glider-regiment was niet komen opdagen door de slechte weersomstandigheden. Bovendien waren die dag de droppingen van de voorraden helemaal fout gegaan en kwam slechts een klein gedeelte van de voorraden in handen van de Amerikanen.
Er waren nu 4 generaals; Horrocks, van het 30e corps, Browning, de bevelhebber van alle luchtlandingstroepen, Gavin, van de 82e
luchtlandingsdivisie en Aldair, de commandant van de Guards Armoured division.
Gavin kwam toen met een vreemd plan. In plaats van nog meer tanks en infanterie in de strijd om de brug te werpen, om daarna misschien de Duitsers op het allerlaatste moment de brug op zien te blazen, zouden zijn mannen 2 km zuidwaarts de rivier over kunnen steken om daarna de Duitsers in de rug aan te vallen. Er waren niet onmiddelijk boten beschikbaar maar in de achterhoede een heel eind de volle weg af waren een paar wagens met 33 canvas aanvalsboten. Er bestond geen hoop dat deze boten voor het eind van de dag in Nijmegen waren, maar Gavin's voorstel werd aangenomen. 2 bataljons van Tucker's 504e regiment werden van hun taak ontheven om de brug bij Grave te bewaken om zich voor te bereiden op wat een riskante aanval bij daglicht zou worden. Tegelijkertijd met de overtocht zouden de Grenadier Guards samen met het bataljon Amerikanen hun aanval op de zuidkant van de brug hervatten.
Om 8.30 uur 's ochtends begon het 504e regiment met ondersteuning van de Irish Guards de buitenwijken van Nijmegen, stroomafwaarts, te zuiveren. Tegelijkertijd gingen de Grenadier Guards met het 505e regiment weer op de verkeersbrug af. Ze boekten enige successen maar leden ook zware verliezen. Het 504e regiment had inmiddels de oevers bereikt en wachtten nu op de aanvalsboten. Als zij hadden geweten dat de Duitse veldmaarschalk Model op dat moment de 10e waffen SS-panzerdivisie verzamelde aan de andere kant van de rivier hadden ze waarschijnlijk nog minder zin gehad in de hele operatie.
Op dat moment kwamen er weer nieuwe problemen. Het zojuist aangekomen Duitse 2e Parachute-corps had met 7 gemengde bataljons twee geconcentreerde aanvallen uitgevoerd op Groesbeek. De Amerikanen konden hier
slechts 5 uitgebluste bataljons tegenover zetten, samen met de Coldstream Guards. Achtereenvolgens vielen Wyler, Beek, Riethorst en Mook, waardoor de opmarsweg van het XXX-corps bedreigd werd. 2 kilometer verderop lag de belangrijke brug over het kanaal bij Huemen. Maar door zeer goed leiderschap van Gavin, hij zette zijn weinige troepen op handige plaatsen in en maakte uitstekend gebruik van zijn beperkte artillerie, werden de Duitsers, ten koste van veel verliezen, uiteindelijk verdreven. Als Gavin's 325e glider-regiment zoals voorgenomen op woensdag was geland was het allemaal veel makkelijker geweest. Er kwam die dag slechts een batterij artillerie voor de 101e divisie aan. Wel stegen alle bevoorradingsvluchten op maar zij leden zware verliezen en slechts een heel klein deel kwam bij de troepen in Arnhem aan, een groot gedeelte kwam wel in Nijmegen aan hoewel er op dat moment op de DZ's gevochten werd.
Terug naar het 504e regiment. Om 3 uur 's middags was het uur van de overtocht en slechts een half uur daarvoor waren ongeveer 30 canvas boten aangekomen, genoeg om 2 compagnieën over te zetten zonder zware wapens. Er was hevig ondersteuningsvuur van zowel de artillerie als de luchtmacht maar het bleek niet genoeg om de Duitse stellingen kapot te maken.
Slechts de helft van de boten bereikte de overkant. De Amerikanen renden als gekken de dijk af en joegen de Duitsers met hun bajonet de loopgraven uit, er werden weinig krijgsgevangenen gemaakt. Maar er werd een bruggehoofd gevormd en de Amerikanen veroverden wat omliggende dorpjes, onder andere het dorpje Lent waar zowel de spoorlijn als de verkeersweg doorheen liepen en de verdediging van het oude fort Hof van Holland werd uitgeschakeld. Toen om ongeveer 5 uur de para's van het 504e regiment de noordkant van de brug naderden
stortte de verdediging in. 'S avonds toen het donker was reden de eerste tanks over de brug en wat iedereen verwachtte gebeurde NIET, de brug werd niet opgeblazen. Wel werden er daarna de draden doorgesneden van de springladingen die wel degelijk aanwezig waren op de brug. Niemand begreep toen waarom de brug niet was opgeblazen. Het gerucht ging dat een Nederlandse verzetstrijder Jan van het Hoof de springladingen zou hebben verwijderd (dit wordt nu zeer onwaarschijnlijk geacht) in werkelijkheid was het Model zijn schuld. Hij wachtte te lang met het geven van het bevel tot het opblazen van de brug. Er is echter wel geprobeerd om de brug op te blazen maar waarschijnlijk was het ontstekingsmechanisme defect of hadden de genisten net de
draden doorgeknipt. In ieder geval hadden de SS-ers die dat probeerden toen niet meer de tijd om dat te herstellen en als Model de brug eerder had laten opblazen hadden ze die tijd wel gehad.
Toen werd een bruggehoofd gevormd en werd Tucker geprezen, maar die had veel liever gezien dat ze opschoten naar Arnhem want van daaruit waren alarmerende berichten ontvangen. 1 van de problemen schijnt de starre organisatie van de Guars Armoured Division geweest te zijn en er was weer een probleem met de bevoorradingslijn, de tanks moesten eerste tanken. Maar dan nog was het mogelijk geweest alvast een
kleine groep tanks vooruit te sturen.
Toen de Irish Guards de volgende ochtend op donderdag weer verder gingen om 12.30, 19 uur nadat de verkeersbrug tegen zo'n hoge prijs veroverd was, werden ze opgewacht door de Duitse 10e divisie die de hele nacht de tijd hadden gehad om zich in te graven. De aanval liep even snel als hij begonnen was weer muurvast en er werden veel tanks kapot geschoten die als konijnen in een schiettent op de weg stonden. Horrocks maakte een grote fout door niet een omtrekkende beweging te maken. Bovendien was er veel te weinig infanterie om de drassige
velden naast de weg te zuiveren. Door een combinatie van fouten
verdwaalden hele bataljons temidden van de uitzinnige menigte.
Weer een dag was verspeeld in de aanval van het tweede leger.
Gelukkig was er die dag nog wat positiefs te melden; de Amerikanen van de 82e luchtlandingsdivisie hadden de Goesbeekse heuvelrug beveiligd tegen verdere Duitse aanvallen.
De slag om Arnhem.
Zondag 17 september.
De 1st British Airborne Division van Urquhart moest landen op 5 terreinen op heide en bouwlanden ten westen van Arnhem. 3 van de L.Z's
(landingzones) waren ten noorden van de spoorlijn Arnhem-Utrecht. Er reed echter allang geen treinverkeer meer want er was een algehele staking afgekondigd . De verste L.Z. van deze 3 was 14 km van de
verkeersbrug. 2 andere lagen tussen het dorpje Heelsum en de spoorlijn, in de buurt van de Rijn. Dichter bij de stad was nog een D.Z. (dropzone) waar later nog voorraden zouden worden aangevoerd.
De Poolse brigade zou in de polder ten zuiden van de rivier springen als het afweergeschut al uitgeschakeld was! Urquhart had in tegenstelling tot de Amerikaanse bevelhebbers, die de eerste dag 3
regimenten luchtlandingsinfanterie meenamen, besloten om 1 parachutistenbrigade, 1 ailandingbrigade (met zweefvliegtuigen), zijn eigen hoofdkwartier en een groot gedeelte van zijn veldartillerie mee te nemen. De rest zou dus later volgen. Dit deed hij omdat hij rekening hield met een snelle Duitse reaktie. Dit gegeven dat de Engelsen beter waren in verdedigen en de Amerikanen in aanvallen hebben we al meerdere keren geconstateerd tijdens de slag om Eindhoven.
Omdat een verrassingsaanval met zweefvliegtuigen rond de brug onmogelijk was werd besloten om een frontale aanval uit te voeren met het 1st Airborne Reconnaisance Squadron met veel jeeps. De jeeps van dit squadron waren wel niet gepantserd, maar hadden wel dubbelloops
mitrailleurs die zeer effectief waren. Nadat de manschappen die per parachute geland waren zich bij de jeeps gevoegd hebben die de brug bestormd hadden, zou de eerste airlanding brigade de landingzones beschermen tegen Duitse tegenaanvallen. Nadat de versterkingen zijn aangevoerd moesten de airlanding brigade en de dan net gearriveerde 4e parachute brigade optrekken om zich bij de eerste parachute brigade aan te sluiten om dan een stelling te vormen rond Arnhem die nog versterkt zou worden door de Poolse brigade. Er moest een front van 18 km gevormd worden vanaf een heuvel ten oosten van Oosterbeek tot de brug over de IJssel, een hele zware taak voor 1 lichtbewapende divisie in moeilijk terrein.
Om 1 uur s'middags 17 september landden de eerste zweefvliegtuigen en na 50 minuten was de laatste geland. Om 2 uur begonnen de parachutisten te landen. Na anderhalf uur had iedereen zijn onderdeel gevonden en waren ze klaar voor de strijd. De 1ste parachutistenbrigade vertrok richting Arnhem. Lathburry (de bevelhebber van deze brigade die de bijnaam rode duivels hebben) was van plan om langs 3 evenwijdige routes Arnhem binnen te trekken. Het 2de bataljon moest door Heelsum naar het oosten gaan. In de buurt van Arnhem gekomen, moest het bataljon eerst de spoorbrug en daarna de noordelijke schipbrug en de hoofdverkeersbrug over de Rijn veroveren. Naar het noorden toe moest het 3e bataljon over de weg van Utrecht naar de bruggen trekken terwijl het 1e bataljon nog noordelijker zich naar het hogergelegen gedeelte boven de stad moest begeven. Hiertoe was besloten omdat de geallieerden maar geringe tegenstand van slecht kwaliteit verwachtten. Ondertussen was het ergste gebeurd met het Recce squadron. Ze waren op sterke Duitse tegenstand gestuit en hoewel hij er door
slechte radioverbindingen niet van op de hoogte was stond Frost er alleen voor. Frost's plan was om zijn C-compagnie de spoorbrug te laten veroveren, er overheen te trekken en dan de verkeersbrug vanuit het zuiden te laten benaderen. Men had hevig tegenstand verwacht van flakopstellingen maar die was er niet en toen ze de brug wilden betreden werd de brug opgeblazen. Ondertussen liep de rest van de brigade tegen sterke Duitse tegenstand op en vorderde slechts langzaam met grote verliezen. Dit terwijl de eenheden die de D.Z. en de L.Z.'s moesten beschermen een rustig nachtje hadden. Terwijl Urquhart
besloot te wachten haalde Frost met het 2e bataljon een koud kunstje uit. Nadat de spoorbrug was opgeblazen had de A-compagnie nogal last van Duitse tegenstand maar met behulp van de B-compagnie infiltreerden ze in de achtertuinen. Zonder te letten op de Duitse tegenstand renden de mannen langs de schipbrug waarvan het middengedeelte van bleek te ontbreken naar de noordelijke oprit van de verkeersbrug die intact en onbewaakt was en bezette daar enkele hoge en stevige huizen die uitzagen over de oprit. Daarna arriveerden daar nog meer troepen. Eerst Frost met zijn staf, daarna het overgrote deel van de commandopost van de 1e brigade (zonder Lathburry), een aantal genisten, een peleton van de Army Service Corps en tenslotte Cough met 2 jeeps van het Recce Squadron.
3 bataljons waren er op uitgestuurd om de brug te veroveren. Toen de nacht viel was slechts 1 uiteinde van de brug in Britse handen en slechts bezet door een gedeelte van een bataljon met een allegaartje van andere troepen. De zuidelijke oprit was nog steeds in Duitse handen en de gevolgen van de beslissing om geen troepen ten zuiden van de brug af te werpen werden nu duidelijk. Die nacht werd er tweemaal geprobeerd de zuidkant te bestormen maar dat mislukte. Ondanks dat de geniesoldaten de eventuele springladingen onder de brug niet konden verwijderen omdat er 4 Duitse vrachtwagens in brand stonden waren de ongeveer 500 man tevreden met wat ze bereikt hadden. Bovendien werden de tanks van het XXX-corps dinsdag 19 september verwacht en zou er snel hulp komen van de rest van de divisie rond Arnhem.
Maandag 18 september
De volgende ochtend hoefden ze niet lang te wachten op de Duitsers. Tegenover het huis waarin zich het hoofdkwartier van het 2e bataljon verschansd had kwamen een paar vrachtwagens vol Duitsers aanrijden. Dit was een van die typische vergissingen die zich voordoen in
straatgevechten. Slechts een paar van de inzittenden ontkwamen de slachting. Zo begon een hevig gevecht dat ruim 2 uur zou gaan duren. Vanuit nabijgelegen gebouwen schoten de Duitsers op alles wat bewoog terwijl ze de ene na de andere granaat en mortierbom de huizen
inschoten. Toen kwam om half tien een colonne pantservoertuigen uit Nijmegen de brug over rijden die zij veilig gewaand hadden. De eerste 4 slaagden erin veilig de brug over te komen maar de volgende 7 vielen ten prooi aan de anti-tankwapens die vanuit de huizen werden afgevuurd die uitzicht gaven over de brug. Aan de oostzijde slaagden er zelfs enkele soldaten in om handgranaten van bovenaf in de aan de bovenkant onbeschermde halfrupsvoertuigen te gooien. De rest van de dag bleven de Duitsers in kleine groepjes proberen om binnen te dringen in het gebied maar uiteindelijk hielden ze daar mee op en lieten ze het over aan het steeds aanhoudende artillerievuur op de huizen.
'S avonds maakte Frost de balans van die dag op. Het grootste deel van de B-compagnie had hem die dag weten te bereiken maar de
C-compagnie die betrokken was bij de actie bij de spoorbrug was
spoorloos. Er begon een tekort te komen aan munitie en er was weinig nieuws over de rest van zijn brigade. Bovendien ontdekte hij dat zijn krijgsgevangenen van de 9e SS-panzerdivisie kwamen en dat terwijl men had voorspeld dat ze slechts met lichte tegenstand te maken zouden krijgen.
Ondertussen hield het eerste bataljon zich op bij de spoorlijn in de buitenwijken van de stad. Nadat het de bossen ingetrokken was omdat het de vorige middag Duitse tanks en pantserwagens tegengekomen was op de Amsterdamseweg, bleef het Duitse troepen tegenkomen en verliezen lijden. Tenslotte kwam het op de Utrechtseweg, waarover ook het 3e para-bataljon ging en trok richting Arnhem. Na een zeer warrige strijd, waarin de beide bataljons zelfs het vuur op elkaar openden en Urquhart het laatste beetje contact verloor doordat de colonne uit elkaar was gevallen, bestonden beide bataljons nog maar slechts uit ongeveer 100 man en vochtten beide bataljons in de omgeving van het St-Elizabeths Gasthuis-ziekenhuis. Tussen de beide bataljons in bevond zich Duitse infanterie en pantserwagens. De hele morgen had de leiding er op gerekend dat de tweede landing uitkomst zou bieden in deze situatie. De landing zou niet alleen de 4de parachute brigade brengen met nog meer kanonnen en genisten
1 Inleiding....wat gebeurde er voor de operatie?
2 De slag om Eindhoven.
3 De slag om Nijmegen.
4 De slag om Arnhem.
5 Succes of mislukking?
6 Hoe kon het nou mislukken?
7 Verraad of Spionage?
Inleiding.
Aan het eind van de jaren 30 werd door de Duitsers en Russen het idee ontwikkeld om parachutisten achter de vijandelijke linies te droppen om zo strategische punten te bezetten voor de hoofdmacht. Duitsland was de eerste die bewees dat dit in de praktijk uitvoerbaar was tijdens de aanvallen op Polen, Noorwegen, Nederland en België in 1940 en bij Corinthe en Kreta in Griekenland in 1941.
Volgens enkele Amerikaanse officieren hadden de Amerikanen al in de eerste wereldoorlog een plan om een groot deel van een infanteriedivisie bij Metz achter de Duitse linies te werpen, maar door de wapenstilstand had dit plan nooit doorgang gevonden. Toch was dit idee gebleven en door het Duitse succes gestimuleerd werden er door de geallieerden ook luchtlandingsdivisies gebouwd. Tijdens D-day
(de landing in Normandië) werden ze met succes gebruikt maar dit keer was het alleen om de flanken te beschermen.
In dit werkstuk beschrijf ik hoe 3 luchtlandingsdivisies werden ingezet in een van de meest riskante operaties van de tweede wereldoorlog en met welk succes.
Vraagstellingen:
- Hoe verliepen de slagen om de bruggen precies en met welke
verliezen?
- Wat was het succes van de operatie Market Garden?
- Waarom mislukte operatie Market Garden gedeeltelijk?
- Was er sprake van verraad?
- Hoe had het beter gekund?
De formatie van het eerste luchtlandingsleger.
Begin augustus 1944 was het slecht gesteld met de luchtlandingstroepen. De Amerikaanse 82e en 101e en de Britse 6e Airborne divisies die waren ingezet bij de landing waren daarna als gewone infanterie blijven vechten. Terwijl de Britse 1e Airborne divisie die in Engeland was achtergebleven zeer gefrustreerd was doordat de ene na de andere operatie afgelast werd. Eisenhower die toch al weinig vertrouwen had in het idee van een luchtlanding stelde Brereton, een luitenant generaal met oorlogservaring in het midden- en verre oosten en bij D-day, aan het hoofd van deze 4 divisies plus de 17e en de 52e Amerikaanse divisies en de 1e Poolse zelfstandige brigade, waar we later nog op terug zullen komen. Samen met nog 1300 C-47 Skytrains, door de Britten Dakota's genoemd, die voor het grootste deel uitmaakten van de US IX Troop Carrier Command.
De Britten stelden de 38e en 46e Airgroups van de RAF met 250 verouderde bommenwerpers die gebruikt werden als sleeptoestellen voor de gliders en nog een aantal dakota's, genoeg om 1 para-brigade over te vliegen. Onder Brereton werden 2 corpsen gevormd; het XVIII Amerikaanse Airborne corps onder leiding van Ridgeway
en het Britse Aiborne Corps onder leiding van Browning die ook Breretons plaatsvervanger was. Voorlopig bestonden er een hele boel plannen maar werden ze allemaal niet uitgevoerd door het snelle oprukken van het pantserleger. De geallieerden geloofden toen dat ze binnen een maand in Berlijn zouden staan. Op drie september werd
Brussel en op 4 september werd Antwerpen veroverd.
Toen werd echter 2 dagen stilgehouden omdat de aanvoer van brandstof het niet bij kon houden,
hierdoor konden de Duitsers zich
hergroeperen en toen de geallieerden weer verder gingen stuitten ze op felle tegenstand. Dolle dinsdag werd een teleurstelling voor de Nederlandse bevolking.
Hierdoor zat het front een tijdje muurvast.
De voorbereiding voor operatie Market Garden.
In operatie Market Garden moest in tegenstelling tot operatie Comet de totale sterkte van het luchtlandingsleger de rivier- en kanaalovergangen op de weg tussen het Maas-Scheldekanaal en Arnhem bezetten. Van zuid naar noord gezien moest de 101e Amerikaanse luchtlandingsdivisie de rivierovergangen tussen Eindhoven en Veghel bezetten. De 82e Amerikaanse luchtlandingsdivisie moest de bruggen over de maas (bij Grave) en de Waal (bij Nijmegen) veroveren. De Britse eerste luchtlandingsdivisie moest de beroemde en beruchte brug bij Arnhem " veroveren en behouden voor 48 uur ".
Het tweede leger komt dan vanuit het zuiden alle luchtlandingsdivisies ontzetten. Dit gedeelte was "Garden" terwijl het aandeel van de luchtlandingstroepen "Market" was.
De afstand tussen het Maas-Schelde kanaal (waar het tweede leger begon) en Arnhem is zo'n honderd kilometer. De 1e Poolse brigade werd bij de 1e divisie gevoegd en de 52e (Lowland) divisie werd in reserve gehouden. Voor de planning van deze grote en gedurfde operatie, die een bedenksel was van de anders altijd zo voorzichtige Montgomery, waren maar 7 dagen beschikbaar dus konden eenmaal gemaakte afspraken niet eens meer gewijzigd worden. In dezelfde tijd moesten alle verkenningsvluchten en voorbereidende bombardementen uitgevoerd worden en moest overeenstemming bereikt worden over de bescherming van de transportvliegtuigen door jagers en de jachtbommenwerpers die het
luchtafweer moesten uitschakelen en de grondtroepen ondersteuning geven. En alle commandanten moesten zich kunnen voorbereiden. Het feit dat er drie geallieerde bondgenoten en 2 strijdmachtonderdelen bij betrokken waren maakte het alleen nog maar moeilijker.
Tijdens een gesprek met Montgomery vroeg Browning (bevelhebber van het Britse Airborne corps) hoe lang hij de brug zou moeten houden, Montgomery antwoorde 2 dagen. Het historische antwoord van Browning was toen: " We kunnen hem 4 dagen houden maar ik denk dat we wel eens een brug te ver zouden kunnen gaan.
In de week na 17 september was er geen of nauwelijks maanlicht dus was het niet moeilijk om te beslissen dat de landing overdag zou moeten plaatsvinden. Dit kon alleen maar doordat de geallieerden het luchtoverwicht op de Duitsers al behaald hadden.
De volgende opgave was om de transportvliegtuigen te verdelen over de troepen. De luchtvloot kon slechts
16.500 man per keer vervoeren, minder dan de helft van de totale macht. Er waren 2 tegenstrijdige adviezen: Generaal majoor van de 38e RAF group was bereid om zijn bemanning 2 keer op 1 dag te laten vliegen, waarbij ze de eerste keer in het donker zouden moeten opstijgen. Generaal-majoor Williams van het 9de Troop carrier command zei echter dat zijn vliegtuigaantal de afgelopen maand verdubbeld was zonder dat er nieuw grondpersoneel was bijgekomen. Daardoor was er niet genoeg tijd voor onderhoud en reparatie. Brereton volgde dit advies op; er werd maar 1 vlucht per dag uitgevoerd. Het gevolg hiervan was dat de aanvoer van troepen over 3 dagen verspreid werd. Volgens Browning moest het grootste deel van de
luchtmacht aan het zuiden toegewezen worden omdat die bruggen eerst veroverd moesten worden. Als gevolg hiervan besloot Urquhart (commandant van de eerste Airborne divisie) dat de eerste dag meer materialen en zware wapens aangevoerd moesten worden en minder manschappen. Als hij ervoor had gekozen de komst van zijn veldartillerie uit te stellen en als Browning niet 36 van de beschikbare vliegtuigen
gebruikt had om zijn eigen hoodkwartier over te vliegen had bijna de hele infanterie van de 1e airborne divisie mee kunnen komen.
Het derde probleem voor Urquhart was dat er vanuit de Nederlandse ondergrondse berichten binnenkwamen over een snelle opbouw van
afweergeschut (vast en mobiel) rond Arnhem. Hierdoor kwam het
landingsgebied 13 km ten westen van de 3 bruggen (1 verkeersbrug en
2 spoorbruggen) te liggen, op open heide en landbouwgronden. Het
voordeel hiervan was dat er tijdens de landing weinig tegenstand te verwachten zou zijn. Er is niet in het drassige gebied vlakbij de brug geland omdat men dacht dat dit niet geschikt was voor
zweefvliegtuigen, later heeft men deze fout echter ingezien.
De Duitse verdediging in het gebied van operatie Market Garden.
De voorspelling van de inlichtingendienst was dat de landingstroepen voor Arnhem (de Brits 1e divisie en de Poolse brigade) tegenover een even sterke tegenstander zou komen te staan zij het dat de Duitsers nog 50 tanks ter plekke hadden.
Operatie Comet, waarbij slechts 1 divisie het hele gebied van de rijn tot de waal had moeten bezetten had dus nooit gekund. De generaals waren allemaal veel te optimistisch over de slechte
moraal van het Duitse leger. Toen kwamen er echter gegevens binnen van Ultra en het Nederlandse verzet, waar we later nog op terug komen, die zeer alarmerend waren. Hierin werd vermeld dat er enkele Pantserdivisies waaronder de 9e waffen SS- panzerdivisie naar Nederland waren gestuurd om op adem te komen. Door verschillende factoren werden deze gegevens niet meer opgenomen in het aanvalsplan.
De vlucht.
Vanaf 22 vliegvelden stegen 17 september 1534 transportvliegtuigen en 491 zweefvliegtuigen (gliders) op. Van te voren, in de nacht van 16 op 17 september werden er door verschillende bommenwerpers, waaronder veel Lancasters 1395 vluchten uitgevoerd, beschermd door 1240 jagers. Er werden enkele belangrijke "flak" opstellingen (Duits afweergeschut) getroffen en nog 5 vliegvelden, waaronder een vliegveld met de eerste straaljagers: de Messerschmidt 262. De volgende morgen kon geen enkel vliegtuig opstijgen om de landing lastig te vallen. Op de dag van de landing (Zondag!) werden er nog verschillende flakopstellingen aangevallen. Dit was allemaal zo opgezet dat de Duitsers niet het vermoeden zouden krijgen dat er een landing aankwam. Er werden bijvoorbeeld tegelijkertijd ook bombardementen uitgevoerd op andere plaatsen. Alleen bij Wesel kwam de transportcolonne 15 Focke-Wulfs tegen, die werden snel aangepakt door de escorterende vliegtuigen.
18 transportvliegtuigen met pathfinders waren de colonne voorafgegaan. De pathfinders (in sommige boeken vertaald met padvinders) hadden alle landingsplaatsen en dropzones van te voren gemarkeerd zodat het voor de soldaten die uit de vliegtuigen sprongen net een grootschalige training leek. Alleen bij Eindhoven (zuidroute) was nog zwaar luchtafweer.
De bombardementen waren daar niet effectief geweest, er werden daar zelfs verscheidene burgers gedood door de bombardementen doordat de Duitsers onverwacht mannen hadden opgeroepen voor graafwerkzaamheden (tijdens kerkdienst). Er werden daar ook verscheidene vliegtuigen geraakt die nog vol met paratroopers zaten. In de meeste vliegtuigen die neerstortten zaten de piloten nog aan de knuppel omdat zij net zo lang wachtten met springen totdat alle paratroopers eruit waren. Toch waren er die dag zeer weinig verliezen terwijl er verliezen tot 40 % verwacht werden.
Dit komt waarschijnlijk doordat er mannen achter het luchtdoelgeschut zaten die net van school geplukt waren of zo. In ieder geval durfden ze veel minder te schieten als er jagers in de buurt waren die
tegenaanvallen zouden uitvoeren.
De slag om Eindhoven.
Op zondagochtend steeg vanaf 6 verschillende vliegvelden in Engeland de 101e divisie op die als enige de zuidroute zou volgen, over België en daarna naar Son en Veghel. Ondertussen en daarvoor werden er een heleboel bombardementen uitgevoerd die niet echt goed verliepen, er werden een heleboel burgers gedood. Toen wist iedereen dat er iets op tilt was maar slechts weinig mensen zullen om 12.45 de 3 C-47's hebben opgemerkt met de pathfinders van de 101e divisie die binnen korte tijd alle landingsplaatsen gemarkeerd hadden.
Degenen die die vliegtuigen gemist hadden kregen er later nog genoeg te zien. Veel mensen klommen op de daken of hingen uit de ramen van hun huizen te juichen toen de invasiemacht in dichte V-formaties aankwam. Voor de paratroopers was het echter geen pretje want er was zwaar luchtafweergeschut.
Toch bereikten bijna alle Skytrains, zij het gehavend, de landings- en dropzones en sprongen de para's. Tussen de para's zweefden de
containers met voorraden aan blauwe witte en rode parachutes.
Er zouden nog ongeveer 14 Skytrains neerstorten waarvan 4 met de piloot nog aan de stuurknuppel. In 40 minuten sprongen er 6669 paratroopers uit de 222 transportvliegtuigen die het tot de dropzone hadden gehaald. Het 501e regiment kwam bij Veghel aan weerszijden van de Zuid-Willemsvaart naar beneden. Meer naar het zuiden, tussen Sint-Oedenrode en Son landden het 502e en het 506e regiment. Over het algemeen was de landing van de screaming-eagles zoals de paratroopers ook wel genoemd werden volgens het boekje.
Met een luchtlanding zijn er echter altijd problemen met het verzamelen van de manschappen. Als een paratrooper op de grond komt is het eerste wat hij doet heel blij zijn dat hij de flak en andere gevaren in de lucht zoals afdrijven overleefd heeft, dan pas gaat hij denken wat hij moest doen. Als je op de grond staat ziet het er allemaal heel anders uit dan op een kaartje in Engeland en tegen de tijd dat de soldaten allemaal bij hun bataljon zijn, zijn er al tientallen minuten verstreken.
Toen kwamen de sleepvliegtuigen met de gliders aan. Onderweg waren er al 14 van de 70 gliders uitgevallen om verschillende redenen, maar ook tijdens de landing gingen er door ongelukken verscheidene verloren. In de gliders zaten de verbindingscompagnie, het verkenningspeleton, delen van de divisie-staf, en de geneeskundige troepen en 32 jeeps met 13 trailers. Dat laatste was belangrijk want in de eerste uren komt alles aan op mobiliteit en snelheid.
De operatie ging voorspoedig van start. In het noorden rukte het 501e regiment op naar Veghel terwijl een bataljon dat per ongeluk bij
Heeswijk was gedropt kwam aanmarcheren en uit Eerde nog 2 andere
bataljons. Binnen 2 uur waren de weinige Duitsers in de buurt overrompeld en de doelen bezet: de spoor en verkeersbruggen over de
Zuid-Willemsvaart en de Aa.
Ook bij Sint-Oedenrode ging alles voorspoedig. Na enkel lichte schermutselingen werd het dorp en de brug over de Dommel veroverd. Daarna namen de bevrijders temidden van een uitgelaten menigte Nederlanders verdedigingsposities in. De rest van het 502e regiment was aangewezen als divisie-reserve en had als enige taak om eenheden in het noorden en zuiden met elkaar te verbinden en om te helpen bij het uitladen van de gliders.
Alleen de H-compagnie van het derde bataljon had een andere taak: zij moesten de bruggen over het Wilhelminakanaal bij Best veroveren. Erg belangrijk leek deze opdracht niet want deze bruggen lagen buiten de direkte opmarslijn van het XXX-corps en werden in de oorspronkelijke orders van Montgomery zelfs helemaal niet genoemd. Bovendien had het 506e regiment van kolonel Sink opdracht om bij Son drie bruggen over hetzelfde kanaal te veroveren. De mannen van de H-compagnie dachten dat ze daar wel een onbeschadigd van in handen zouden krijgen dus erg vlot ging het allemaal niet.
Het 506e regiment bij Son.
Drie kwartier na de landing was het hele 1e bataljon op weg naar zijn hoofddoel: de draaibrug in Son. Om de Duiters te verrassen koos
LaPrade een route door de bossen om de Duitsers bij de brug in de flank aan te kunnen vallen. Maar aan het kanaal, precies waar het bataljon van LaPrade op af ging stond een Duitse Flak batterij van 2 88-mm kanonnen (the dreaded eighty-eights) beschermd door mortieren en mitrailleurs. Deze opstelling was een week daarvoor in kaart gebracht maar hoewel deze kaart naar de Engelsen in België was gesmokkeld hadden de Amerikanen deze gegevens blijkbaar niet gekregen, want anders had LaPrade deze route nooit gekozen. Toen zijn mannen onder de bescherming van de bomen uitkwamen openden de kanonnen die ook tegen gronddoelen ingezet konden worden het vuur. Het gevolg was een vreselijke slachting onder de paratroopers. Er ontstonden vlakbij in het park achter een sanatorium, waarin op dat moment 100
TBC-patinten verpleegd werden en dat ook al een voltreffer had gehad, man tegen man gevechten waarbij de handgranaten onder de ogen van de patienten door de lucht vlogen en soldaten werden vreselijk verminkt en stierven ter plekke. De snelle opmars van het 1e bataljon was duidelijk gestopt. Intussen waren met flinke vertraging het 2e en 3e bataljon verzameld die over de hoofdweg naar Son gingen. Terwijl er door de luchtmacht met twee Duitse tanks werd afgerekend. Maar ook zij kwamen een ingegraven 88 mm kannon tegen op hun weg en moesten zich terugtrekken. Door een omtekkende beweging achter de huizen langs konden de troopers het kannon tot 50 meter naderen en uitschakelen. Van de drie bruggen over het kanaal waren er twee in de afgelopen tijd al opgeblazen en de brug in Son was ook al met springstof geladen. Doordat het 2e bataljon -in de overtuiging dat het 1e bataljon de brug al wel zou hebben veroverd- systematisch de huizen uit ging kammen en toen uiteindelijk de spits van het 2e bataljon op 50 meter van de brug was werd deze opgeblazen door de Duitsers die precies genoeg tijd hadden gekregen om alles in gereedheid te brengen.
Toch was er nog een meevaller: de ondergrondse had een houtvoorraad van 30 kubieke meter zwaar hout achterovergedrukt en om 17.30 had de genie een noodbrug gereed. Echter het doel dat het regiment s' avonds om 20.00 in Eindhoven zou moeten zijn om de eerste tanks van het 30e corps op te vangen zou niet meer te halen zijn. Het 30e corps zou zich in het donker een vreemde stad binnen moeten vechten, waarin de vijand was ingegraven en waar de bruggen over de Dommel zeer zeker wel zouden worden opgeblazen.
De H-compagnie.
Er was echter ook nog de H-compagnie die als taak had de bruggen bij Best te veroveren. Deze bruggen waren pas later door generaal Taylor aan het lijstje toegevoegd om een alternatief te hebben voor het geval alle bruggen bij Son verloren zouden gaan, wat zeer onwaarschijnlijk leek. Bovendien konden zo Duitse versterkingen voor Eindhoven uit het zuiden de pas afgesneden worden. Dit leek ook niet zo nodig want volgens inlichtingen van de 101e divisie was de omgeving slechts licht verdedigd. Het tegendeel bleek echter waar. Aan de noordzijde van het kanaal stonden sinds een paar weken zware mitrailleurs opgesteld en rond de verkeersbrug stonden 6 88-mm afweergeschut kanonnen van het 428e flak bataljon. Alle burgers wisten dat de bruggen waren geladen met dynamiet en die maakten dan ook dat ze wegkwamen.
Doordat de Amerikanen afweken van de route in de bossen kwamen ze direkt onder vuur te liggen van het kruispunt bij Best. Jones stuurde een peleton onder leiding van Wierzbowski erop uit om het doel te halen en groef zich zelf in. Toen kwam er ook nog een vrachtwagenkolonne van de 245e divisie die de compagnie onder vuur namen.
Ondanks dat Jones, de commandant van de compagnie geruststellende berichten uitzond naar zijn superieuren ging om 18.00 het 3e bataljon op pad om hem te helpen. Toen zij uiteindelijk contact met de restjes van de compagnie legden kon niemand vertellen wat er met het peleton van Wierzbowski gebeurd was.
In veel boeken wordt dit peleton genoemd maar omdat ze tactisch eigenlijk geen enkele invloed hadden op het verloop van de strijd laat ik het erbij dat ze na een zeer zware strijd waarin ongeveer 70 man sneuvelde zich met ongeveer 10 man hebben moeten overgeven.
De bevrijding van Valkenswaard.
Na zware beschietingen, door artillerie en luchtmacht was zo'n beetje het hele dorp met de grond gelijk gemaakt. Toen kwam de uitbraak van het 30e corps bij Neerpelt onder leiding van Horrocks. Het 30e corps had geen andere keus dan met grof geweld over het Duitse front heen te walsen want ze moesten oprukken over een smalle weg die zwaar werd verdedigd. Na een tijdje bleek dat het bombardement geen zin had gehad op de zware Duitse stellingen want toen de tanks langsreden werden er een heleboel vernietigd. Met een hele grote vertraging konden de tanks na zeer zware gevechten waaraan ook nog typhoons van de RAF aan te pas waren gekomen hun weg hervatten.
Toen het al donker was reden de eerste tanks van het 30e corps Valkenswaard binnen 12 kilometer van het punt waar ze waren uitgebroken.
De Britten sloegen hier bivak op voor de nacht, de bevrijding van Eindhoven werd niet voortgezet. Dit was ten onrechte want er waren nog geen nieuwe versterkingen aangekomen in Eindhoven. Dit was een zeer slechte beslissing want ondertussen werden er in Eindhoven
allerlei installaties de lucht ingeblazen en groeven de Duitsers
zich in.
Ondertussen kreeg Generaloberst Student het hele plan van de landing in handen. Hij moest van veldmaarschalk model de Brabantse corridor verdedigen en de luchtlandingsdivisie bij Son vernietigen. Het eerste kon Student aan kampfgruppe Chill overlaten en voor het tweede kreeg hij de 59e infanteriedivisie en de 107e panzerbrigade. De 59e divisie was op de terugtocht uit Frankrijk maar net aan de geallieerden ontkomen en was nu op weg uit walcheren naar Students sector. De 107e panzerbrigade was een van de pasgevormde brigades die speciaal voor het oostfront waren opgebouwd. Omdat Hitler geen volledige divisies meer op de been kon krijgen werden er tot op de tanden gewapende
brigades gevormd met de nieuwste tanks en uitrusting. Deze brigades speelden ook een hoofdrol in de slag om de Ardennen.
Maandag 18 september
De volgende dag gingen er drie bataljons op pad naar Eindhoven met als doel koste wat kost Eindhoven te veroveren en de bruggen te bezetten. Slechts een peleton bleef achter om de noodbrug bij Son te beschermen. Eenmaal in Eindhoven moest het 506e regiment onmiddelijk op de bruggen afgaan en pas daarna, als de bruggen beveiligd waren, uitvalswegen bezetten en verdedigingsposities innemen. Het derde bataljon onder leiding van majoor Horton ging voorop. Zij hadden veel problemen met een stelling van 2 88-mm kanonnen maar dat was dan ook het enige gevecht van omvang die dag. Om 12.25 uur werd in het oorlogsdagboek genoteerd dat Eindhoven bevrijd was. De bruggen werden zonder slag of stoot veroverd en de totaal uiteengelagen Duitsers gaven zich over of vluchtten weg op alles wat reed. Samen met de ondergrondse kamden de airbornes de stad uit op verdwaalde Duitsers en 'foute' Nederlanders. Ondertussen kwamen in Venlo treinen aan met daarop de tanks van de 107e panzerbrigade en die begonnen op te rukken naar Eindhoven. Toen ze daar in Eindhoven lucht van kregen was het snel gedaan met de feestvreugde en versterkten de Amerikanen hun posities.
Ondertussen werd de opmars van de Irish Guards (van het 30e corps) in Aalst vertraagd door hardnekkige Duitse tegenstand die zich in hadden gegraven maar waarom de Guards zo omzichtig te werk gingen is een raadsel want ze waren met een grote overmacht en terwijl zij schermutselden met enkele Duitse kanonnen stonden ze daarachter in dubbele rijen te wachten tot aan de grens van België. Waarom de Duitsers niet in de rug zijn aangevallen door de 101e airborne divisie is ook een raadsel omdat er al lang contact was gelegd tussen de Amerikanen in Eindhoven en de Guards van het 30e corps.
Het was een van de grootste blunders uit de bevrijding van Eindhoven. Een blunder die op dat moment ten noorden daarvan in Arnhem al duur werd betaald. Want er gingen vele uren verloren.
De Duitse 59e infanteriedivisie doet een tegenaanval.
Terwijl de 59e infanteriedivisie zich verzamelde in Boxtel werden er
plannen uitgedacht voor een tegenaanval. Poppe de commandant van de divisie zag zijn kansen echter somber in. Van de vijf bataljons die hij nog over had, telde er geen een meer dan 180 man, in totaal kon hij zo'n 1000 man op de been brengen zijn artillerie had nog wel een heleboel kanonnen maar zat bijna zonder munitie. En zijn mannen waren uitgeput van de 160 km lange tocht die ze in 2 dagen hadden afgelegd, voor een groot deel te voet. De orders die hij kreeg van Student waren om vanuit Boxtel een aanval te doen op Best, om vandaaruit de vijand te verdrijven uit Son. Want de theorie van Student was: hoe zuiderlijker ze tegengehouden worden, hoe beter. De strijd liep voorspoedig voor Poppe, Best begon voor de Amerikanen een waar wespennest te worden en de artillerie van de Duitsers stond zelfs klaar om de landingsterreinen onder vuur te nemen. Er werden steeds meer Amerikaanse troepen naar Best toe gezogen. Wat begonnen was met de H-compagnie, waar ik het al eerder over had werd steeds meer, eerst een bataljon, toen een heel regiment en ten slotte bijna een halve divisie.Het 2e bataljon had opdracht gekregen om eerst aan te sluiten op de rechterflank van het 3e bataljon en om vervolgens de Sonse heide schoon te vergen, Best te zuiveren en dan in 1 doorgaande beweging zuidwaarts Boschdijk en de bruggen te veroveren. Om 09.00 uur ging de aanval van start. Dit verliep echter rampzalig, om 10.00 werd de aanval stopgezet en trokken de compagnieën terug om te reorganiseren.
Het front was geen front meer, er waren verschillende gaten in de Amerikaanse stellingen gekomen waardoor Duitse groepjes infiltreerden en de commandopost van Cole zelf onder lag onder vuur. Cole verzocht toen om luchtsteun en puur toevallig waren er op dat moment inderdaad jagers aanwezig want op dat moment kwam de tweede lift met nieuwe troepen die zwaar onder vuur lag onder de Duitse artillerie van de 59e infanteriedivisie.
Maar de bombardementen misten, toen de piloten eenmaal door hadden waar de Duitse stellingen waren, hun uitwerking niet. De thunderbolts hadden voorlopig de druk op het 502e regiment (ondertussen onder leiding van Stopka want Cole was dood) wat verlicht, maar de situatie bleef hopeloos tegen de Duitse overmacht. Wat het regiment nodig had was het 2e leger waarvan de Irish guards de voorhoede vormden. Het meest tragische van de strijd bij Best was wel dat de bruggen waar het allemaal om ging al lang opgeblazen waren.
Tussen Aalst en Eindhoven.
Plotseling zwegen de Duitse kanonnen bij Aalst en dit kwam als een grote verrassing bij de geallieerden. Rond 15.30 verlieten de Duitsers hals over kop de kampermenten en liepen even later in de handen van de Airbornes. Waarom de Duitsers dit deden is onduidelijk.
Misschien waren de verliezen gewoon te hoog opgelopen of was de
munitie op. Maar ik denk dat ze gewoon opdracht hadden gekregen om de stelling tot 15.30 te houden want toen 2 leden van de ondergrondse als eerste de stelling inliepen lag daar nog een zwaar gewonde Duitser en het eerste wat hij vroeg was hoe laat het was. Tijd om te antwoorden hadden de 2 niet want toen sloegen al de granaten van de Irish Guards in. Toen ging het in vol gas want het 30e corps had al 6 uur stil gestaan in Aalst en operatie Market Garden lag al 20 uur achter op het schema. Er werd pas weer stil gehouden bij Son waar de Amerikaanse genietroepen bezig waren een Bailey-brug te bouwen want de brug van hout was wel goed genoeg om over heen te lopen maar voor tanks was hij veel te zwak.
De intocht van het tweede leger.
Om 18.30 kwamen de eerste Irish Guards aan in Eindhoven. En om 20.00 reden er nog steeds tanks Eindhoven binnen. Dit onder het gejuich van de Eindhovenaren. Inmiddels waren de Irish Guards in Son aangekomen en terwijl de engineers de brug bouwden lichtte general Taylor van de 101e airborne divisie de commandanten in over de situatie.
De eerstvolgende 15 km van Son tot Veghel is vrij, alle bruggen op dat traject zijn intact. Veghel wordt opengehouden door het 501e regiment, Sint-Oedenrode door een bataljon van het 502e. Er zijn in de buurt nauwelijks Duitsers. Het 506e zit in Eindhoven. Er was ook minder goed nieuws, het 502e regiment stond onder zware druk bij Brest. De vijand was daar veel sterker dan verwacht. Bovendien waren er volgens berichten uit de ondergrondse pazerformaties onderweg naar de corridor. Versterkingen waren dus dringend nodig. Die middag was de tweede glider-lift gearriveerd, met onder andere 2 bataljons van het 327e glider-regiment en 151 jeeps, maar tanks en artillerie waren veel harder nodig. De Guards officieren konden Taylor echter ook niet helpen, zij moesten verder naar Nijmegen en Arnhem. Maar doordat de Guards-colonnes de weg verstopten konden de 2 onafhankelijke tankbataljons die de 101e divisie zouden versterken er ook niet door.
De Duitsers krijgen haast.
Het had Student die dag niet meegezeten. Zijn 1e Fallschirmarmee was in 2 delen gespleten, kampfgruppe Walther had een verdere doorbraak bij Aalst niet kunnen verhinderen en was naar het westen en oosten uitgeweken. Eindhoven was gevallen en de Britse tankspitsen hadden aansluiting met de 101e airborne divisie.
Maar er was nog hoop voor de Duitsers: bij Arnhem begon het SS-panzercorps van Bittrich de Britse luchtlandingdivisie in een ijzeren greep te krijgen, bij Nijmegen was op het nippertje weten te voorkomen dat de Amerikanen de grote waalbrug zouden veroveren en in Student's sector had de 59e divisie de aanval op de flanken van de smalle corridor van de geallieerden geopend. Nu moest er nog een aanval uit het oosten komen die Poppe's troepen zal verlichten en gezamelijk met de 59e divisie de corridor bij Son zal afsluiten. Dan moest deze aanval wel heel snel ingezet worden anders kwam hij te laat voor de 59e divisie.
Dinsdag 19 september
De opmars van de 107e panzerbrigade.
Ondertussen was de 107e panzerbrigade op de helft van het afladen van de treinen toen ze opdracht kregen om bij dageraad onmiddellijk te vertrekken, compleet of niet. Het doel was de brug bij Son. Hiervoor zouden ze in Helmond nog versterking krijgen van een bataljon van het leger van Student dat op papier bestond uit luchtlandingstroepen maar waarvan de meeste nog nooit in een vliegtuig hadden gezeten.
Toen de volgende ochtend de aanval werd ingezet misten er nog 4
compagnieën en alle verzorgings- en bevoorradingsonderdelen. Omdat het verkenningspeleton er ook nog niet was werd dat maar geïmproviseerd, want Maltzahn, de commandant van de brigade wist absoluut niks van de vijand. De opmars ging voorspoedig en er was nog geen tegenstand tegengekomen toen de tanks Son op 15 km waren genaderd.
Van Son naar Nijmegen.
Om 6.15 uur dinsdagmorgen was de brug over het Wilhelminakanaal bij Son af en gingen de eerste tanks over de brug. Operatie Market Garden was al 40 uur aan de gang en de Irish Guards hadden nu al in Arnhem moeten zijn maar nu pas werd de snelheid ontwikkeld die ze de hele tijd al hadden moeten hebben. Om 8.30 maakten de voortste verkenners contact met de Amerikaanse 82e airborne divisie bij Grave. De 82e airborne divisie had de brug bij Grave onbeschadigd in handen gekregen en de Guards konden zo de Maas over steken. Toen was het weer afgelopen met de snelle opmars want in Nijmegen was de verkeersbrug over de Waal nog niet veroverd. Ook de regimenten van de 101e
airborne divisie in Eindhoven kregen eindelijk hun versterkingen.
De climax van de veldslag bij Best.
Die morgen om 6.00 uur had het 2e bataljon van het 502e regiment haar zoveelste aanval op de (al vernietigde) brug ingezet maar vlak voor ze begonnen kregen ze eindelijk het nieuws dat de brug allang was opgeblazen en werd de aanval afgelast. Toen arriveerden de Britse versterkingen van de onafhankelijke tankbataljons uit Eindhoven in Son. Toen kon Taylor eindelijk voorgoed orde op zaken stellen, want de landingsterreinen werden nog altijd bedreigd door de 59e infanteriedivisie en door de streek te zuiveren zou ook de smalle Geallieerde corridor worden verbreed.
De aanval werd ingezet maar het ging allemaal zeer rommelig, maar tot verbazing van de commandanten gaven de Duitsers van de 59e zich massaal over; ze waren totaal gedemoraliseerd door de aanwezigheid van een paar Britse tanks. In twee uur tijd werden er 1056 krijgs-
gevangenen gemaakt. Het andere doel; het schoonvegen van de landings-
terreinen ging minder voorspoedig. De troepen die hiervoor waren
aangewezen hadden veel last van Duitsers uit Brest zelf en het dorp bleef onneembaar door felle tegenstand.
De 59e infanteriedivisie, in totaal zo'n 1700 man was dood of gevangengenomen.
De derde lift.
In de derde lift werden door 384 gliders de laatste infanterie voor de 101e divisie, het 1e bataljon van het 327e regiment en de allerlaatste kanonnen gebracht. Het zou voor de gliderpiloten geen gemakkelijke landing worden want het landingsterrein lag nog steeds onder vuur van de artillerie van de Duitse 59e infanteriedivisie en het veld begon al aardig vol te raken met gliders van eerdere landingen. De soldaten van de 426e airborne-compagnie intendance en de 801e airborne compagnie onderhoud en materieel stonden al klaar om de gliders meteen uit te laden. Wat deze troepen echter niet wisten is echter dat de luchtvloot zwaar gehavend aan zou komen, door het slechte weer boven de vliegvelden in Engeland konden de zweefvliegers niet eens de achterkant van het sleeptoestel zien en dat leidde tot zeer veel ongelukken en verscheidene combinaties maakten rechtsomkeert of moesten een noodlanding maken. Bovendien hadden de laagvliegende toestellen zeer veel last van flak (Duits afweergeschut) gehad en toen ze bij de landingzones kwamen weer want ze vlogen precies over het slagveld bij Best waar de Duitse 59e infanteriedivisie zich op dat moment nog bevond. Slechts 209 van de 384 opgestegen gliders bereikte daadwerkelijk het landingsterrein. De verwarring na de landing was ook zeer groot want nu waren er bataljons die nog wel een heleboel kanonnen binnenkregen maar er waren ook bataljons die niks binnenkregen.
Toen iedereen om 17.00 nog driftig aan het uitladen was vielen de Duitsers plotseling aan.
De aanval van de 107e panzerbrigade.
De Duitsers hadden 60 km afgelegd zonder opgemerkt te worden en hoefden nu nog slechts de brug in te nemen of te vernietigen. Van Veghel tot Eindhoven waren alle beschikbare eenheden van de Amerikanen volledig ingezet, alle reserves waren opgebruikt en van de glider-
troepen was nog niets beschikbaar, vooral de oostelijke flank lag helemaal open. Plotseling kwamen de Panthertanks van de Duisers de
kanaaldijk op rijden en schoten een vrachtwagen midden op de brug in brand. De consternatie in Son was compleet. Iedereen die een geweer kon dragen pakte die om de Duitse tanks maar tot stoppen te brengen. Toen is generaal Taylor persoonlijk naar het landingsterrein gereden met een jeep en heeft daar een 6-ponder antitank kannon meegenomen wat geen seconde te laat in stelling werd gebracht. De voorste tank werd 50 meter voor de brug uitgeschakeld en toen konden de andere 50 tanks hem niet meer passeren over de smalle kanaaldijk en de Duitse aanval liep vast. Toen besloot de brigadeleiding van de Duitsers zich terug te trekken voor de volgende dag, als ze toen de meegenomen infanterie hadden laten aanvallen was de brug zeker in Duise handen gevallen. In Eindhoven werd ondertussen de noordoostkant afgegrendeld met alle beschikbare eenheden.
Het bombardement.
Om 19.20 uur geallieerde tijd hingen er ineens lichtkogels boven
Eindhoven en vielen in totaal 76 Duitse vliegtuigen, de zware Ju-88 duikbommenwerper en de middelzware Do-217 bommenwerpers van het voor deze aanval gemaakte Gefechtsverband Hellbig, (in een ander boek wordt gezegd dat het 120 Junker 87 en 88's waren) de lange colonnes van de geallieerden in de stad aan die geen kant uitkonden. Het was niet alleen verbazingwekkend dat de Luftwaffe nog zoveel vliegtuigen bij elkaar kon krijgen maar dat ze ongemerkt door het verdedigingsscherm van de geallieerde luchtmacht heen konden glippen was nog veel verbazingwekkender. Doordat veel van de Duitse piloten al lange tijd rond Eindhoven waren gelegerd konden ze zeer nauwkeurig bombarderen. De schade was groot, vrachtwagens vol met munitie werden getroffen en explodeerden en daardoor vlogen er weer brandstofwagens in brand. De geallieerden hadden nog niet eens de tijd gehad om afweergeschut op te stellen en de piloten hadden dus vrij spel. Op dat moment bevonden er zich ook nog een heleboel burgers op straat en velen sneuvelden. Het bombardent duurde ongeveer 40 minuten maar voor velen leek het wel uren.
Woensdag 20 september
In totaal waren er tijdens het bombardement 228 woningen vernield. Er waren 190 doden en 11 vermisten plus 800 gewonden. (in een ander boek wordt beweerd dat er 1000 tot 3000 doden waren) De Eindhovenaren
dachten dat het alleen een wraakactie van de Duitsers was net zoals het bombardement op Parijs een tijdje daarvoor, maar dit bombardement had zeker wel tactisch belang want de Geallieerde opmars naar het noorden had minstens 8 uur stilgelegen en ten noorden van Eindhoven werden de rantsoenen van munitie, medicamenten, enz steeds kleiner.
Om 5.30 uur s'ochtends heropende de infanterie van de Duitse 107e brigade de aanval op de smalle corridor die ondertussen de bijnaam Hell's Highway gekregen had. De C-compagnie van het 327e regiment, die de linie tussen Son en Bokt bezette moest de aanval keren. In aantal waren de Amerikanen sterk in het nadeel, maar zij hadden de dekking van de weinige sloten die daar liepen terwijl de Duitsers over open weiland moesten aanvallen. Bovendien lagen de Duitsers constant onder vuur van het 377e airborne artillerie bataljon en hadden de Duitsers geen beschikking over artillerie. De Duitsers bereikten de weg wel niet, maar de colonne lag toch weer stil want de chauffeurs moesten dekking zoeken. De Duitsers gaven het niet op, een uur later werd de aanval versterkt door meer infanterie en een paar tanks opnieuw ingezet. Juist op tijd want de Amerikanen dreigden te bezwijken kwamen er 10 Cromwell tanks van de 15/19 Hussars die Eindhoven hadden versterkt, maar die vielen zo roekeloos aan dat ze door hun eigen mijnenveld reden, waarbij meerdere tanks verloren gingen. Maar uiteindelijk wisten deze tanks de Duitsers toch te verdrijven.
Maar pas om 11.00 kwam de colonne weer op gang en waren er weer vele kostbare uren verloren gegaan.
De tegenaanvallen van de geallieerden.
Na de overwinning bij Best moest nu eindelijk het gebied tussen Nuenen en de Hell's Highway maar eens van Duitsers gezuiverd worden. Bovendien waren er weer nieuwe versterkingen in Eindhoven aangekomen die als geroepen kwamen. Het tweede onafhankelijke tankbataljon, het 44e royal tanks samen met artillerie en luchtdoelgeschut was aangekomen. De aanval die snel was ingezet was kort en succesvol. De geallieerden gebruikten de ouderwetse tangbeweging en om 12.00 waren de troepen en tanks uit Eindhoven en die uit Son elkaar zo dicht genaderd dat de Duitse troepen daartussen in de val zaten. De airbornes maakten weer 185 krijgsgevangenen. Ondertussen was een kleine groep Hussars, 5 tanks en 2 verkenningswagens als een speerpunt diep doorgedrongen in het Duitse gebied en hielden, ondanks felle aanvallen van de Duitsers, stand. Langzaam maar zeker werd de 107e brigade
teruggedrongen naar het oosten.
Het enige lichtpuntjs voor de Duitsers was dat eindelijk de rest van de brigade op het strijdtoneel arriveerde. Overigens had de brigade nog geen druppel van de beloofde diesel ontvangen en hadden ze al verscheidene tanks moeten achterlaten zonder brandstof.
De tanks trokken inmiddels bijna zonder infanterie op naar Nuenen.
Er ontstond een heuse tankslag bij Nuenen waarbij de geallieerden zware verliezen leden . Tegen de avond was het nog onbeslist en trokken de geallieerden zich terug.
De volgende dag echter kwamen er steeds meer tanks en troepen van het tweede leger die de corridor verbreedden. De 107e brigade trok zich toen in snel tempo terug. Ondanks zware gevechten was die kant van de corridor nu gezuiverd. Alleen in Best zat nog een sterke troepenmacht en er werden nog bittere gevechten geleverd om het dorp te bevrijden.
De strijd verplaatst zich naar het noorden.
De volgende 5 dagen kwam echter als nog de doodsklap voor Market
Garden. De Duitsers wierpen nu alle nog beschikbare troepen bij elkaar. De 107e brigade, de kampfgruppe Walther, de fallschirm troepen en de 59e infanteriedivisie van Poppe sneden gezamenlijk de corridor meerdere malen door tussen Sint-Oedenrode en Uden. Van de vijf volgende dagen was de corridor er 3 geblokkeerd en dit bracht de doodsklap in het noorden.
De slag om Nijmegen.
De opdracht van de Amerikaanse 82e luchtlandingsdivisie was om de lange bruggen over de Waal bij Nijmegen en de Maas te veroveren en bezet te houden. Daarnaast moest Gavin ( de bevelhebber van de 82e divisie) de overgangen over het Maas-Waalkanaal in handen krijgen. Maar dat was nog niet alles, er waren berichten binnengekomen dat zich Duitse pantsertroepen in het Reichswald ophielden. Gavin was het met Browning eens dat de heuvelrug bij Groesbeek en Berg en Dal van cruciaal belang was voor het verloop van de strijd, omdat dit gebied als een plateau doorliep naar het Reichswald in Duitsland, en dat zonder dit gebied de bruggen onhoudbaar zouden zijn en de rechterflank van het tweede leger ongedekt zou zijn tijdens de opmars over de Maas en de Waal. Daarom besloot hij om 2 van de 3 parachutistenregimenten, die de eerste dag zouden landen, in te zetten om deze heuvelrug te veroveren. Zijn hoofdkwarier, een bataljon artillerie en Brownings vooruitgeschoven hoofdkwartier zouden meegaan. Het derde parachutistenregiment zou ten noorden van Grave springen om de bruggen over het kanaal en de noordkant van de brug over de Maas bij Grave te veroveren. Ten slotte zou 1 compagnie de zuidkant van deze 500 meter lange brug veroveren. Door deze tactiek zou een gebied veroverd worden met een omtrek van 40 kilometer, hierdoor moest Gavin zijn troepen splitsen in kleine groepjes die alleen de belangrijkste
kruispunten bezetten. Kort voor het vertrek besloot Gavin echter dat hij het risico kon nemen om alvast 1 bataljon op de verkeersbrug in Nijmegen af te sturen. Daarom beval hij Lindquist van de 508e parachute-brigade om alvast 1 van zijn bataljons zo spoedig mogelijk na de landing vrij te maken voor de verovering van de brug tenzij dan de rest van de sector in gevaar zou komen.
De landing van de 82e divisie was perfect. Er werden zelfs flak-batterijen uitgeschakeld doordat er kleine eenheden para's bovenop landden. Door de pathfinders geloodst begon de landing van het 504e regiment onder leiding van kolonel RH Tuckers om 13.13 ten noordoosten van Grave. Met behulp van de compagnie die ten zuiden was gesprongen vielen de brug en het dorp snel in Amerikaanse handen. De Duitsers kregen geen gelegenheid de brug op te blazen door de snelheid van de aanval. Een tweede compagnie had de meest oostelijk gelegen brug over het Maas-Waalkanaal in Huemen bij Mook veroverd. Dat was maar goed ook want 2 andere bruggen waren al opgeblazen en de 4e werd pas de volgende ochtend aangevallen. 'S avonds maakten groepjes van de 505e Parachute Infantry, die in het zuidelijk deel van de heuvelrug bij Groesbeek geland waren, contact met Tucker. De geruchten over Duitse tanks in het Reichswald bleken onjuist te zijn tot ieders opluchting. Tot nu toe was alles goed verlopen, de verliezen waren gering en alleen Nijmegen en de brug over de Waal moesten nog veroverd worden. De taken die het 508e regiment moest uitvoeren waren de hoogte die van Nijmegen via Berg en Dal naar het dorpje Wyler liep veroveren en bezet houden. Een bataljon moest worden ingezet om vijandelijke troepenbewegingen van Nijmegen naar het zuiden tegen te houden en het 504e regiment moest worden geassisteerd bij het veroveren van de 2 noordelijkste bruggen over het Maas-Waal kanaal. Daarnaast moesten de LZ's ten zuiden van Wyler bewaakt worden en er moest een bataljon vrijgemaakt worden voor de verovering van de verkeersbrug in
Nijmegen. Ondanks dat er vanuit het oosten geen dreiging te verwachten viel duurde het nog 7 uur voordat het eerste bataljon zijn mars naar de brug begon. Dit bataljon kreeg al gauw problemen, nadat de Nederlandse gids verdween, verdwaalde 1 compagnie in de donkere straten en stuitte de rest op sterke Duitse tegenstand. In het gevecht werd duidelijk dat dit geen garnizoenstroepen waren. Het leek erop dat de 590 meter lange verkeersbrug stevig in Duitse handen was en dat deze zeker zou worden opgeblazen.
Maandag 18 september.
De volgende dag waagde een compagnie van het 508e regiment kort na het aanbreken van de dag opnieuw een poging om de brug te bereiken. Ze gingen de stad vanuit het zuidoosten binnen maar vlakbij de brug
stuitten ze weer op felle Duitse tegenstand. Er treedden echter ook andere problemen op. Doordat zo'n klein aantal troepen een groot
gebied moesten verdedigen waren er stechts enkele patrouilles
beschikbaar om de landingsgebieden te verdedigen. In de vroegte die dag waren kleine groepjes Duitse soldaten het gebied binnengedrongen en deze begonnen nu lastig te worden. Deze eenheden bestonden uit inderhaast opgetrommelde garnizoenstroepen, versterkingen en uitrustende militairen die echter bij Wyler zeer hardekkig gevochten hadden. Later bleek dat ze zo hardnekkig gevochten hadden omdat Wyler net over de grens in Duitsland ligt en de militairen alles op alles zetten om te voorkomen dat de geallieerden voet op Duitse bodem zouden zetten.
Toen werd ook duidelijk dat er ondanks tegengestelde berichten de vorige dag er toch Duitse troepen en pantservoertuigen in grote getalen aanwezig waren in de bossen. Gelukkig hadden de 450 zweefvliegtuigen van de 82e divisie door het slechte weer boven Engeland vertraging want zo had Gavin nog net de tijd om zijn troepen terug te trekken uit Nijmegen om daarmee de Duitsers van de landingterreinen te verjagen. Bij deze acties maakten zij 150 krijgsgevangenen en
doodden zij 50 Duitsers. Het 508e regiment had er een druk dagje opzitten. De afstand van de Goesbeekse heuvelrug en weer terug bedraagt 25 kilometer, ze hadden zich buiten Nijmegen ingegraven en een aantal hadden een fel gevecht geleverd in Nijmegen alvorens weer terug te gaan en daar nog een fel gevecht te leveren. Maar de tweede landing was, ondanks dat er op de landingzone nog gevochten werd, een succes, net als de daaropvolgende dropping van voorraden.
Het 504e en het 508e regiment verstevigden hun positie door de 4e brug over het Maas-Waalkanaal te veroveren die de vorige dag over het hoofd gezien was maar tijdens de bestorming van de brug werd die tot ontploffing gebracht. Dat betekende dat de colonnes die zich bij hun zouden voegen via de brug Huemen moesten worden omgeleid, wat een enorme omweg betekende. Intussen had een bataljon van het 505e
regiment Mook veroverd, een strategisch gelegen dorp op de hoofdweg
Venlo-Nijmegen.
De Amerikanen hadden echter een ding over het hoofd gezien. Het was bij niemand opgekomen om de spoorlijn te blokkeren en 1 trein richting Duitsland kon ongehinderd passeren, pas de tweede trein werd geblokkeerd.
Na de tweede landing moest er een plan worden gemaakt om de spoor- verkeersbruggen in Nijmegen te veroveren. Dit was tenslotte de
belangrijkste taak van de divisie en volgens het schema van Market-Garden zou het 30e corps om zes uur binnentrekken. Men wist daar toen nog niet dat de opmars vertraagd was. Het plan was dat een bataljon van het 504e regiment recht op de bruggen zou afgaan terwijl het 508e regiment een flankaanval zou uitvoeren. Maar toen Browning het plan onder ogen kreeg bedacht hij zich en besloot dat het behoud van de heuvelrug belangrijker was. Dit was maar een van de weinige beslissingen die Browning hoefde te nemen. Zijn hoofdkwartier, dat vlak bij die van Gavin lag, werd de eerste dag in 36 zweefvliegtuigen
vervoerd, toestellen die anders gebruikt hadden kunnen worden om een extra infanteriebataljon te vervoeren, waaraan op dat moment zo'n dringende behoefte bestond in Arnhem of in Nijmegen. Browning was
eigelijk beter op zijn plaats geweest in Engeland, waar hij had kunnen beslissen over het inzetten van reserves. Ondanks dat Browning zelf mee was gekomen was er sprake van slechte verbindingen met de verschillende onderdelen wegens gebrek aan codeerpersoneel, zelfs de verbinding met Engeland kon niet worden gebruikt. Hiermee hadden alle luchtlandingstroepen te kampen.
Het XXX-corps komt aan.
Generaal Broning en Gavin stonden samen bij de brug over de Maas bij Grave te wachten op de eerste pantservoertuigen. De Grenadier Guards die op dat moment de voorhoede vormden kwamen om ongeveer 10 uur aan. Ze lagen inmiddels al 30 uur achter op schema. Browning gaf de regimentsgevechtsgroep nu opdracht om de brug te bestormen, samen met het 2e bataljon van het 505e regiment. Vervolgens werd de Coldstream
Guard groep aan de 82e divisie toegevoegd om die te versterken met
pantservoertuigen en infanterie. Tot dan toe waren er nog geen aanvallen van pantservoertuigen uit het bos gekomen, maar dat kon nog steeds ieder moment gebeuren.
De voorste eenheden van de Guards moesten ten zuide van Grave het MaasWaalkanaal bij Huemen oversteken, omdat de andere bruggen vernietigd waren. Dit veroorzaakte nog meer vertraging en de aanval op de spoor- en verkeersbrug begon pas laat in de middag. De aanvallen liepen in het begin vast, hoewel de Duitsers het nu zwaar te verduren kregen. De aanval op de spoorbrug, geholpen door Nederlandse verzetsleden, liep 500 meter voor de spoorbrug vast omdat de voorste tank werd getroffen en er een gebrek aan munitie kwam. Een tweede aanval op de rechterflank liep vast op 300 meter vanaf de verkeersbrug, bij een wegversperring van boomstammen waarbij een aantal 80-mm gemechaniseerde kanonnen stonden opgesteld. Hier gingen ook een aantal tanks verloren. Een derde aanval ging naar het postkantoor waar volgens het Nederlandse verzet de opblaasapparatuur stond voor de brug, maar dat bleek niet zo te zijn en toen ook deze tanks naar de brug gingen
stuitten ze op zwaar verzet. Het grote probleem was niet zozeer dat de Amerikaanse para's en de Britse tanks het niet goed met elkaar konden vinden, maar veel meer dat de Duitsers SS'ers waren die nog zeer bereid waren om te vechten en die zich goed ingegraven hadden.
De geallieerden hadden nog al wat tegenslagen. Er waren 600 gewonden, 150 doden en nog een groter aantal vermisten. Op de Groesbeekse heuvelrug veschenen groepjes Duitsers die veel last veroorzaakten in het gebied dat door het 508e regiment bezet werd gehouden. Het 325e
glider-regiment was niet komen opdagen door de slechte weersomstandigheden. Bovendien waren die dag de droppingen van de voorraden helemaal fout gegaan en kwam slechts een klein gedeelte van de voorraden in handen van de Amerikanen.
Er waren nu 4 generaals; Horrocks, van het 30e corps, Browning, de bevelhebber van alle luchtlandingstroepen, Gavin, van de 82e
luchtlandingsdivisie en Aldair, de commandant van de Guards Armoured division.
Gavin kwam toen met een vreemd plan. In plaats van nog meer tanks en infanterie in de strijd om de brug te werpen, om daarna misschien de Duitsers op het allerlaatste moment de brug op zien te blazen, zouden zijn mannen 2 km zuidwaarts de rivier over kunnen steken om daarna de Duitsers in de rug aan te vallen. Er waren niet onmiddelijk boten beschikbaar maar in de achterhoede een heel eind de volle weg af waren een paar wagens met 33 canvas aanvalsboten. Er bestond geen hoop dat deze boten voor het eind van de dag in Nijmegen waren, maar Gavin's voorstel werd aangenomen. 2 bataljons van Tucker's 504e regiment werden van hun taak ontheven om de brug bij Grave te bewaken om zich voor te bereiden op wat een riskante aanval bij daglicht zou worden. Tegelijkertijd met de overtocht zouden de Grenadier Guards samen met het bataljon Amerikanen hun aanval op de zuidkant van de brug hervatten.
Om 8.30 uur 's ochtends begon het 504e regiment met ondersteuning van de Irish Guards de buitenwijken van Nijmegen, stroomafwaarts, te zuiveren. Tegelijkertijd gingen de Grenadier Guards met het 505e regiment weer op de verkeersbrug af. Ze boekten enige successen maar leden ook zware verliezen. Het 504e regiment had inmiddels de oevers bereikt en wachtten nu op de aanvalsboten. Als zij hadden geweten dat de Duitse veldmaarschalk Model op dat moment de 10e waffen SS-panzerdivisie verzamelde aan de andere kant van de rivier hadden ze waarschijnlijk nog minder zin gehad in de hele operatie.
Op dat moment kwamen er weer nieuwe problemen. Het zojuist aangekomen Duitse 2e Parachute-corps had met 7 gemengde bataljons twee geconcentreerde aanvallen uitgevoerd op Groesbeek. De Amerikanen konden hier
slechts 5 uitgebluste bataljons tegenover zetten, samen met de Coldstream Guards. Achtereenvolgens vielen Wyler, Beek, Riethorst en Mook, waardoor de opmarsweg van het XXX-corps bedreigd werd. 2 kilometer verderop lag de belangrijke brug over het kanaal bij Huemen. Maar door zeer goed leiderschap van Gavin, hij zette zijn weinige troepen op handige plaatsen in en maakte uitstekend gebruik van zijn beperkte artillerie, werden de Duitsers, ten koste van veel verliezen, uiteindelijk verdreven. Als Gavin's 325e glider-regiment zoals voorgenomen op woensdag was geland was het allemaal veel makkelijker geweest. Er kwam die dag slechts een batterij artillerie voor de 101e divisie aan. Wel stegen alle bevoorradingsvluchten op maar zij leden zware verliezen en slechts een heel klein deel kwam bij de troepen in Arnhem aan, een groot gedeelte kwam wel in Nijmegen aan hoewel er op dat moment op de DZ's gevochten werd.
Terug naar het 504e regiment. Om 3 uur 's middags was het uur van de overtocht en slechts een half uur daarvoor waren ongeveer 30 canvas boten aangekomen, genoeg om 2 compagnieën over te zetten zonder zware wapens. Er was hevig ondersteuningsvuur van zowel de artillerie als de luchtmacht maar het bleek niet genoeg om de Duitse stellingen kapot te maken.
Slechts de helft van de boten bereikte de overkant. De Amerikanen renden als gekken de dijk af en joegen de Duitsers met hun bajonet de loopgraven uit, er werden weinig krijgsgevangenen gemaakt. Maar er werd een bruggehoofd gevormd en de Amerikanen veroverden wat omliggende dorpjes, onder andere het dorpje Lent waar zowel de spoorlijn als de verkeersweg doorheen liepen en de verdediging van het oude fort Hof van Holland werd uitgeschakeld. Toen om ongeveer 5 uur de para's van het 504e regiment de noordkant van de brug naderden
stortte de verdediging in. 'S avonds toen het donker was reden de eerste tanks over de brug en wat iedereen verwachtte gebeurde NIET, de brug werd niet opgeblazen. Wel werden er daarna de draden doorgesneden van de springladingen die wel degelijk aanwezig waren op de brug. Niemand begreep toen waarom de brug niet was opgeblazen. Het gerucht ging dat een Nederlandse verzetstrijder Jan van het Hoof de springladingen zou hebben verwijderd (dit wordt nu zeer onwaarschijnlijk geacht) in werkelijkheid was het Model zijn schuld. Hij wachtte te lang met het geven van het bevel tot het opblazen van de brug. Er is echter wel geprobeerd om de brug op te blazen maar waarschijnlijk was het ontstekingsmechanisme defect of hadden de genisten net de
draden doorgeknipt. In ieder geval hadden de SS-ers die dat probeerden toen niet meer de tijd om dat te herstellen en als Model de brug eerder had laten opblazen hadden ze die tijd wel gehad.
Toen werd een bruggehoofd gevormd en werd Tucker geprezen, maar die had veel liever gezien dat ze opschoten naar Arnhem want van daaruit waren alarmerende berichten ontvangen. 1 van de problemen schijnt de starre organisatie van de Guars Armoured Division geweest te zijn en er was weer een probleem met de bevoorradingslijn, de tanks moesten eerste tanken. Maar dan nog was het mogelijk geweest alvast een
kleine groep tanks vooruit te sturen.
Toen de Irish Guards de volgende ochtend op donderdag weer verder gingen om 12.30, 19 uur nadat de verkeersbrug tegen zo'n hoge prijs veroverd was, werden ze opgewacht door de Duitse 10e divisie die de hele nacht de tijd hadden gehad om zich in te graven. De aanval liep even snel als hij begonnen was weer muurvast en er werden veel tanks kapot geschoten die als konijnen in een schiettent op de weg stonden. Horrocks maakte een grote fout door niet een omtrekkende beweging te maken. Bovendien was er veel te weinig infanterie om de drassige
velden naast de weg te zuiveren. Door een combinatie van fouten
verdwaalden hele bataljons temidden van de uitzinnige menigte.
Weer een dag was verspeeld in de aanval van het tweede leger.
Gelukkig was er die dag nog wat positiefs te melden; de Amerikanen van de 82e luchtlandingsdivisie hadden de Goesbeekse heuvelrug beveiligd tegen verdere Duitse aanvallen.
De slag om Arnhem.
Zondag 17 september.
De 1st British Airborne Division van Urquhart moest landen op 5 terreinen op heide en bouwlanden ten westen van Arnhem. 3 van de L.Z's
(landingzones) waren ten noorden van de spoorlijn Arnhem-Utrecht. Er reed echter allang geen treinverkeer meer want er was een algehele staking afgekondigd . De verste L.Z. van deze 3 was 14 km van de
verkeersbrug. 2 andere lagen tussen het dorpje Heelsum en de spoorlijn, in de buurt van de Rijn. Dichter bij de stad was nog een D.Z. (dropzone) waar later nog voorraden zouden worden aangevoerd.
De Poolse brigade zou in de polder ten zuiden van de rivier springen als het afweergeschut al uitgeschakeld was! Urquhart had in tegenstelling tot de Amerikaanse bevelhebbers, die de eerste dag 3
regimenten luchtlandingsinfanterie meenamen, besloten om 1 parachutistenbrigade, 1 ailandingbrigade (met zweefvliegtuigen), zijn eigen hoofdkwartier en een groot gedeelte van zijn veldartillerie mee te nemen. De rest zou dus later volgen. Dit deed hij omdat hij rekening hield met een snelle Duitse reaktie. Dit gegeven dat de Engelsen beter waren in verdedigen en de Amerikanen in aanvallen hebben we al meerdere keren geconstateerd tijdens de slag om Eindhoven.
Omdat een verrassingsaanval met zweefvliegtuigen rond de brug onmogelijk was werd besloten om een frontale aanval uit te voeren met het 1st Airborne Reconnaisance Squadron met veel jeeps. De jeeps van dit squadron waren wel niet gepantserd, maar hadden wel dubbelloops
mitrailleurs die zeer effectief waren. Nadat de manschappen die per parachute geland waren zich bij de jeeps gevoegd hebben die de brug bestormd hadden, zou de eerste airlanding brigade de landingzones beschermen tegen Duitse tegenaanvallen. Nadat de versterkingen zijn aangevoerd moesten de airlanding brigade en de dan net gearriveerde 4e parachute brigade optrekken om zich bij de eerste parachute brigade aan te sluiten om dan een stelling te vormen rond Arnhem die nog versterkt zou worden door de Poolse brigade. Er moest een front van 18 km gevormd worden vanaf een heuvel ten oosten van Oosterbeek tot de brug over de IJssel, een hele zware taak voor 1 lichtbewapende divisie in moeilijk terrein.
Om 1 uur s'middags 17 september landden de eerste zweefvliegtuigen en na 50 minuten was de laatste geland. Om 2 uur begonnen de parachutisten te landen. Na anderhalf uur had iedereen zijn onderdeel gevonden en waren ze klaar voor de strijd. De 1ste parachutistenbrigade vertrok richting Arnhem. Lathburry (de bevelhebber van deze brigade die de bijnaam rode duivels hebben) was van plan om langs 3 evenwijdige routes Arnhem binnen te trekken. Het 2de bataljon moest door Heelsum naar het oosten gaan. In de buurt van Arnhem gekomen, moest het bataljon eerst de spoorbrug en daarna de noordelijke schipbrug en de hoofdverkeersbrug over de Rijn veroveren. Naar het noorden toe moest het 3e bataljon over de weg van Utrecht naar de bruggen trekken terwijl het 1e bataljon nog noordelijker zich naar het hogergelegen gedeelte boven de stad moest begeven. Hiertoe was besloten omdat de geallieerden maar geringe tegenstand van slecht kwaliteit verwachtten. Ondertussen was het ergste gebeurd met het Recce squadron. Ze waren op sterke Duitse tegenstand gestuit en hoewel hij er door
slechte radioverbindingen niet van op de hoogte was stond Frost er alleen voor. Frost's plan was om zijn C-compagnie de spoorbrug te laten veroveren, er overheen te trekken en dan de verkeersbrug vanuit het zuiden te laten benaderen. Men had hevig tegenstand verwacht van flakopstellingen maar die was er niet en toen ze de brug wilden betreden werd de brug opgeblazen. Ondertussen liep de rest van de brigade tegen sterke Duitse tegenstand op en vorderde slechts langzaam met grote verliezen. Dit terwijl de eenheden die de D.Z. en de L.Z.'s moesten beschermen een rustig nachtje hadden. Terwijl Urquhart
besloot te wachten haalde Frost met het 2e bataljon een koud kunstje uit. Nadat de spoorbrug was opgeblazen had de A-compagnie nogal last van Duitse tegenstand maar met behulp van de B-compagnie infiltreerden ze in de achtertuinen. Zonder te letten op de Duitse tegenstand renden de mannen langs de schipbrug waarvan het middengedeelte van bleek te ontbreken naar de noordelijke oprit van de verkeersbrug die intact en onbewaakt was en bezette daar enkele hoge en stevige huizen die uitzagen over de oprit. Daarna arriveerden daar nog meer troepen. Eerst Frost met zijn staf, daarna het overgrote deel van de commandopost van de 1e brigade (zonder Lathburry), een aantal genisten, een peleton van de Army Service Corps en tenslotte Cough met 2 jeeps van het Recce Squadron.
3 bataljons waren er op uitgestuurd om de brug te veroveren. Toen de nacht viel was slechts 1 uiteinde van de brug in Britse handen en slechts bezet door een gedeelte van een bataljon met een allegaartje van andere troepen. De zuidelijke oprit was nog steeds in Duitse handen en de gevolgen van de beslissing om geen troepen ten zuiden van de brug af te werpen werden nu duidelijk. Die nacht werd er tweemaal geprobeerd de zuidkant te bestormen maar dat mislukte. Ondanks dat de geniesoldaten de eventuele springladingen onder de brug niet konden verwijderen omdat er 4 Duitse vrachtwagens in brand stonden waren de ongeveer 500 man tevreden met wat ze bereikt hadden. Bovendien werden de tanks van het XXX-corps dinsdag 19 september verwacht en zou er snel hulp komen van de rest van de divisie rond Arnhem.
Maandag 18 september
De volgende ochtend hoefden ze niet lang te wachten op de Duitsers. Tegenover het huis waarin zich het hoofdkwartier van het 2e bataljon verschansd had kwamen een paar vrachtwagens vol Duitsers aanrijden. Dit was een van die typische vergissingen die zich voordoen in
straatgevechten. Slechts een paar van de inzittenden ontkwamen de slachting. Zo begon een hevig gevecht dat ruim 2 uur zou gaan duren. Vanuit nabijgelegen gebouwen schoten de Duitsers op alles wat bewoog terwijl ze de ene na de andere granaat en mortierbom de huizen
inschoten. Toen kwam om half tien een colonne pantservoertuigen uit Nijmegen de brug over rijden die zij veilig gewaand hadden. De eerste 4 slaagden erin veilig de brug over te komen maar de volgende 7 vielen ten prooi aan de anti-tankwapens die vanuit de huizen werden afgevuurd die uitzicht gaven over de brug. Aan de oostzijde slaagden er zelfs enkele soldaten in om handgranaten van bovenaf in de aan de bovenkant onbeschermde halfrupsvoertuigen te gooien. De rest van de dag bleven de Duitsers in kleine groepjes proberen om binnen te dringen in het gebied maar uiteindelijk hielden ze daar mee op en lieten ze het over aan het steeds aanhoudende artillerievuur op de huizen.
'S avonds maakte Frost de balans van die dag op. Het grootste deel van de B-compagnie had hem die dag weten te bereiken maar de
C-compagnie die betrokken was bij de actie bij de spoorbrug was
spoorloos. Er begon een tekort te komen aan munitie en er was weinig nieuws over de rest van zijn brigade. Bovendien ontdekte hij dat zijn krijgsgevangenen van de 9e SS-panzerdivisie kwamen en dat terwijl men had voorspeld dat ze slechts met lichte tegenstand te maken zouden krijgen.
Ondertussen hield het eerste bataljon zich op bij de spoorlijn in de buitenwijken van de stad. Nadat het de bossen ingetrokken was omdat het de vorige middag Duitse tanks en pantserwagens tegengekomen was op de Amsterdamseweg, bleef het Duitse troepen tegenkomen en verliezen lijden. Tenslotte kwam het op de Utrechtseweg, waarover ook het 3e para-bataljon ging en trok richting Arnhem. Na een zeer warrige strijd, waarin de beide bataljons zelfs het vuur op elkaar openden en Urquhart het laatste beetje contact verloor doordat de colonne uit elkaar was gevallen, bestonden beide bataljons nog maar slechts uit ongeveer 100 man en vochtten beide bataljons in de omgeving van het St-Elizabeths Gasthuis-ziekenhuis. Tussen de beide bataljons in bevond zich Duitse infanterie en pantserwagens. De hele morgen had de leiding er op gerekend dat de tweede landing uitkomst zou bieden in deze situatie. De landing zou niet alleen de 4de parachute brigade brengen met nog meer kanonnen en genisten