Werkstuk: Egypte
VOORWOORD
Ik hou het over Egypte omdat ik het een leuk onderwerp vind.
Ook kijk ik veel naar programma?s op Discovery.
Die filmpjes vind ik interessant.
Ik ben zo ook wat over hierogliefen te weten gekomen.
Daarom vind ik het een leuk onderwerp.
INHOUDSOPGAVE
1. Op de oevers van de Nijl
2. Beroemde Farao?s
3. Het koninklijk hof
4. Eeuwige lichamen
5. Leven na de dood
6. De piramides
7. Goden en godinnen
8. Schrijvers en schrift
1. Op de oevers van de Nijl
De woestijn wordt ook wel het rode land genoemd. Dit bedenkt meer dan 90% van Egypte. Alleen in de droge rivierdalen en de oases zijn woonplaatsen te vinden. De Egyptenaren woonden op de oevers van de Nijl of de gegraven kanalen. Dit was het ?Zwarte Land? vernoemd naar het vruchtbare slib van de Nijl waarop de boeren hun eten verbouwden. Zonder deze vruchtbaarheid zou er in Egypte geen hogere ontwikkeling van de mensen zijn geweest. Tot in de modernere tijd zijn deze vruchtbare oever van de Nijl heel belangrijk geweest voor Egypte. Nu is het leven in Egypte erg veranderd. Dit komt door de grote bevolkingsgroei en de uitbreiding van de steden en industrie. Met de overstroming van de Nijl begon voor de Egyptische boer het werk. Als het water zich had teruggetrokken zaaiden de boeren gerst en emmerkoren Meestal hadden ze in de zomer een goede oogst.
2. Beroemde Farao?s
De koning was de machtigste en belangrijkste man in het land. Hij werd Farao genoemd. Het grootste huis was eigelijk het huis van de koning. De koningin werd ook wel eens als een godin gezien. Meestal niet en droeg ze de titel grootste vorstelijke vrouw. Een prins werd op zijn taak als Farao voorbereidt. Hij kreeg een training als sporter en als bevelhebber. Vaak benoemde de Farao zijn opvolger tot mederegeerder. Zo verliep de overdracht van de regering vlot. Soms moest een prins lang wachten. De zoon van Pepi II moest 94 jaar wachten. Opvallend is dat in de lange geschiedenis van Egypte slechts een paar Farao?s worden vermoord. Meestal wilde een andere prins dan de erfgenaam de troon bezetten.
3. Het koninklijk hof
Bij grote bijeenkomsten zoals dat de koning 25 jaar aan de macht is of het geven van geschenken van voorgetrokken hovelingen, kwamen de koning en het hof bijeen. Ook hoge abtenaren, diplomaten en hoge priesters waren aanwezig. Sommige hovelingen waren verwanten van de koning. Sommige kregen een baan bij de Farao omdat ze heel goed konden schrijven. Soms kusten de mensen de grond voor de voeten van de Farao . Zo lieten ze zien dat ze de koning eerde.
4. Eeuwige lichamen
De Egyptenaren waren bang dat de wereld op een dag niet meer zou bestaan. Daarom lieten ze hun lichaam na de dood balsemen. Na het balsemen werd de mummie in de doodskist geplaatst volgens de Egyptenaren zou het lichaam zo voor eeuwig bestaan. Ze geloofde dat het lichaam na de dood weer tot leven zou komen. Ze dachten ook dat iemands schaduw en zijn naam eeuwig zou blijven bestaan. De mooi bewaard gebleven lichamen die in Egyptische graven gevonden zijn laten zien hoe goed dit gelukt is.
5. Leven na de dood
De oude Egyptenaren dachten dat er een onderwereld bestond. Ze noemde de onderwereld Doeat. Sommige gebieden in de Doeat waren erg gevaarlijk. Daar waren mensen van vuur, giftige slangen en beulen. Om deze Om aan deze gevaren te ontkomen werden er toverspreuken gebruikt. Vele daarvan werden ook op doodskisten geschreven waarop ook een kaart van de onderwereld was getekend. Deze ontwikkelde zich tot prachtig versierde papyrusrollen omdat vele ervan op of bij mummies werden gevonden. Het boek was een paspoort dat je door alle gevaren heen hielp van de dodenwereld. Als je de juiste spreuken kon opzeggen had je een kans om heelhuids door het dodenrijk heen te komen.
6. De piramides
De eerste piramides werden ongeveer 2630 voor Christus gebouwd als begraafplaats voor koning Djoser, door zijn begaafde architect Imhotep. De piramide werd in zes lagen gebouwd en word daarom een Trappenpiramide genoemd. Het moest een reusachtige trap worden voorstellen die de koning kon beklimmen om zich bij de zonnegod in de hemel toe te voegen. Enkele latere koningen hadden ook trappenpiramides maar onder de regering van koning Snofroe ontstond de echt piramide mat hellende zijden. Het idee was dat de piramide de terp moest voorstellen die uit de drassige grond was opgerezen aan het begin van de tijd.
7. Goden en godinnen
De Egyptenaren vereerden honderden verschillende goden en godinnen. Soms was het moeilijk om uit te maken wie wie was. Veel goden worden voorgesteld als dieren. Zo kan een baviaan soms de god Thoth en soms Chonsoe voorstellen. Elke provincie had zijn eigen god. Daarnaast waren er nog vele anderen goden.
Overdag was er een god Cherpi, de mestkever (=scarabee) , die de zon van het westen naar het oosten rolde. De zon, ze noemde hem Re, had alles geschapen, de mensen, de dieren en de vruchtbare bodem. De zon was ook de koning van de goden. Hij beschermde de Farao als hij oorlog ging voeren. Hij kon ook veranderen in Re-nHarachti . Dat is een grote havik die door de lucht scheerde. Hij was verantwoordelijk voor alles wat op aarde leefde, en voor de reis van de koning door de onderwereld.
Farao Achnaton had alle goden afgeschaft behalve Re, de zonnegod. Zijn zoon Toetanchamon herstelde alle goden weer in hun eer.