Werkstuk: Leonardo da Vinci
Inleiding:
Ik koos voor het onderwerp Leonardo da Vinci omdat ik hem bewonder.
Hij is een van de beste uitvinders ooit volgens mij mening.
Hij heeft veel dingen uit gevonden die in deze tijd pas werden gebruikt O.A. de tank maar dat word verder in dit werkstuk uit gelegd.
De hoofd vraag is: wie was Leonardo da Vinci?
De deel vragen zijn: In welke tijd leefde hij?
Welke uit vindingen heeft hij gedaan?
Waar leefde hij?
Veel plezier met het lezen van dit werkstuk......
Hoofdstuk 1: Wie was Leonardo da Vinci....
1.1: de geboorte
Leonado da Vinci werd geboren in Vinci, een klein dorpje in Toscane.
Hij werd op 15 april 1452 om 3 uur s?nachts geboren. Hij was een zoon van een notaris genaamd Piero di Antonio. Zijn voor ouders namen sinds de 13e eeuw de offiele taken van het dorp op zich en hij was een zoon van de boeren dochter Caterina. Hij was nog geen 1jaar toen zijn vader trouwde met een 16 jarig meisje afkomstig uit de beste burgerlijke kringen. Leonardo?s moeder vind troost met een boer uit de omgeving genaamd Acattabriga di Piero del Vacca. Hoewel Leonardo in de strijd met de religie geboren werd, word hij in de Santa Croce-kerk gedoopt. Op 5 jaarige leeftijd werd hij bij zijn moeder weg gehaald en daarna met heel veel zorg door zijn stiefmoeder opgevoed. Maar Leonardo was zeer geveolig en moest daarom zich vast houden aan wat lang leeft: de natuur.
1.2 zijn jeugd
Leonardo leefde tot rond zijn 17e in een somber rood huis tegen de zijkant van een heuvel dat tegen Vinci aanligt. Het lag midden tussen de wijstroken en olijfbomen. Hij voelde zichzelf vrij zeker en ook beschermd door zijn zachtaardige grootvader van vaderskant, die tot zijn dood hem opvoede, door een grootmoeder, een 22 jarige oom genaamd Francesco en door zijn vader en zijn huidige vrouw. In 1464 verliet zijn oom francesco de familie. Het jaar daarop stierf zijn stiefmoeder Albiera. In het jaar 1468 word Leonardo naar de ?bottega? (een aterlier) van beeldhouder en schilder Andre di Francesco di Cione gebracht. Hij word ook wel Verrocchio genoemd (1435-1488).
Door Leonado?s oneindige fijnzinnigheid, zijn intelligentie, bekoorlijkheid en schoonheid, door de kracht van zijn woorden en zijn talent in alle dingen kon hij gemoederen en harten veroveren. Hij wist als snel dat hij op veel gebieden dingen ging doen. Hij bezat veel originaliteit en een zintuig voor het verrassende. Hij kon heel goed tekenen , schilderen en beeldhouwen en zelfs beter zingen en op de luit spelen als de meeste bekwaamste meesters van deze tijd.
1.3 het verdere verloop van zijn leven
Vanaf zijn zijn 17e werkt Leonardo in het aterlier van Verrocchio. Zijn vrienden hier zijn de 23 jarige Sandro Filipepi ook wel Botticelli genoemd. De 20 jarige Pietro Vannucci ook wel Perugino genoemd. De 14jarige Lorenzo di Credi. De 21 jarige Domenico Ghirlaio en de 24 jarige Francesco Botticini. In die tijd zag het werk in een atelier er heel anders uit als nu. De leer periode was een lange geduldproef. Volgens de middel eeuwse traditie duurde de opleiding rond de 7 jaar. Net als zijn medeleerlingen kreeg Leonardo steeds moeilijkere opdrachten zoals het overbrengen van de kartons op de te beschilderden ondergronden. Pas wanneer hij bewijs heeft geleverd van zijn vakkennis word een leerling hulp van zijn meester en mag dan naar zijn voorbeeld schetsen en onder de aanwijzingen van de meester een heel schilderij maken. Een kunstenaar in die tijd was niet meer dan een dienaar die op bestelling werkte. Leonardo was nog maar kort in Verrocchio?s atelier toen hij begon aan een ?doop van Christus? voor de San Salvi-kerk. Leonardo kreeg op zeer jonge leeftijd een opdracht om een engel te schilderen. Hij voerde deze gestalte zo volkomen uit dat ze beter werd dan de figuren van Andrea; en Andrea onstemd over het feit dat een kind meer wist dan hij, wilde vanaf die tijd niet meer omgaan met verf en kleuren.
De vraag is: waarom kon Leonardo zo goed schilderen. Heeft hij het in het dorpje Vinci alles geleerd en van welke schilder? Als het schilderij echt uit 1472 stamt dan heeft Leonardo 2 leerjaren achter zich en kan deze hoogbegaafde zijn meester verslaan in schilderen. De vader van Leonardo heeft dit atelier gekozen door de goede gemeenschap die er heerste. In 1472 duikt Leonardo?s naam op in het register van het schildersgilde San Luca als: Leonardo di Ser Piero da Vinci dipintore. Hij is net 20 jaar oud en zou na een betaling van de rechten een eigen ?bottega? kunnen op zetten. Omdat Leonardo nauwelijks beschikte over de nodige middelen om een eigen atelier bleef hij nog 4 jaar bij Verrocchio waar hij steeds belangerijkere opdrachten kreeg. Een van zijn eerste hand gedateerde tekeningen (5 Augustus 1473) toonde aan dat hij, de links handige, al van rechts naar links schreef hoewel hij ook goed met zijn rechter hand van links naar rechts kon schrijven. Het jaar 1476 was voor Leonardo ook een vervelende tijd. In dit jaar werd hij samen met 3 medeleerlingen tweemaal (op 8 april en op 7 juni) beschuldigd van ontocht met een zekere Jacopo Saltarelli, een jong model uit Verrocchio?s atelier maar ook een bekende prostitue. Het stond in een anonieme brief in een ?tambuso? (een brievenbus voor aanklachten). Deze tambuso was evenals de ?bocche di leone? (de leeuwenmuilen) een geheime plaats waar klikbriefjes werden achter gelaten waarop de politie uit alle tijden zo dol op was. Natuurlijk was er geen bewijs. Dus de zaak werd niet door gezet en Leonardo en de andere 3 kregen geen aanklacht.
Hij was er goed vanaf gekomen. Enige jaren later word de zelfde aanklacht bestraft met de dood, omdat de onverbiddelijke Savonarola van mening is dat alle homo sexuele moeten verbrand worden. Vanaf die tijd duikt de vraag op: is Leonardo homosexueel? Zijn gehele werk zou ons dat zeker doen beweren. Maar de affaire Saltarelli bewijst helemaal niets. Er is ook helemaal geen informatie over zijn liefdes leven, hij is nooit getrouwd heeft geen kinderen en had ook geen minares. Leonardo houd zeker van het lichaam van een vrouw. Hoe zou hij het anders zo levendig kunnen weer geven?
Hij deelde zijn leven met gewone mensen zoals zijn leerling Francesco Melzi, een middelmatige, maar zijn meester zeer toegendane schilder, en een zekere Gian Giacomo Copotti da Oreno met de bijnaam Salai (de duivel). Een boosaardige leperd wiens verhaal wij later zullen vergeten.
In de tijd dat hij bij Verrocchio leerde bezocht hij veel dierenmarkten. hij kocht dan BV een dier en liet hem vrij waar de handelaar bij stond. Leonado lachte dan en de brave burgers snapte er dan nix van. De handeling zal hij altijd overal herhalen. Telkens dezelfde dingen hooren zoals: wie is deze gek? Dan zegt hij: niemand heeft het recht om deze arme dieren op te sluiten in kooien, ieder wezen heeft van God zijn vrijheid gekregen en niemand mag die van ze afnemen. Leonardo was als leerling niet in de heerschap van de mens over de natuur geintereseert. De natuur was voor hem wonderbaarlijk onschuldig en heidens en moeder van het gehele schepping.
Wanneer Leonardo de mona lisa schilderde deed hij dat niet aan de joodse-christelijke modellen maar omdat hij een jonge aandachtelijke en meesterlijke leerling was van onze wezenlijke overlevering, namelijk de traditie die werd gesmeed uit het erfgoed van Athene en Rome. Hier in leek hij veel op zijn tijd genoten.
Het volgend jaar verwerft Leonardo na hard strijd de opdracht voor het altaar van de San Bernardo-kapel in palazzoVecchio in Florence. Twee schilderijen van de Maagd Maria die hem worden toegeschreven: de ?Benois Madonna? en de ?Madonna met de vaas? stammen waarschijnlijk uit deze peroide. Vasari schrijft over het 2e werk: Leonardo schilderde een voortreffelijk Madonna beeld, dat ater in bezit kwam van paus Clemens de 7e. Dit schilderij bevatte ondermeer met water gevulde glazen vaas met bloemen er in, een wonderwerk. Rond de 15e eeuw is de naast de stad Florence de stad Milaan het belangerijkste hof. In Milaan besloeg de residentie van de heersers het gehel stads centrum. Deze reusachtige en machtige vesteging kn de hevigste oorlog aanvallen en volksopstanden weerstaan. Hij was omringd door grachten en 62 ophaalbruggen en werd continu beschermd door 500 tot 2000 zeer volmaakte oorlogs machines en door 1500 goed betaalde soldaten. In deze stad ariveerde Leonardo in het jaar 1483. hij vestigde zich niet in deze stad als schilder. Ludovico Sforza (een medi die hem had gevraagd om te komen) heeft hem in dienst genomen als beeldhouwer en gieter. Dit bewijst voor ons nog 1 ding, namelijk dat hij op dit gebied al een goede naam moest hebben. En wat men van hem verwachte was de uitvoering van een bronzen standbeeld van Francesco Sforza; een stand dat hij zelf nooit heeft gegoten.
Rond 1483 of 1484 verdwijnt Leonardo voor enige jaren van het milaanse toneel. Hij laat wel de ?Madonna van de rotsspelonk? achter waarna hij bij zijn terug keer verder aan werkt. Niemand heeft ooit precies geweten waar hij naar toe was gegaan. Door zijn geschriften heeft hij de these van zijn ?reis naar de Orient? geloofwaardig maakt. Natuurlijk is het niet onmogelijk dat Kait-Bai, de diodarius (stadhouder) van Cairo, hem werkelijk een belangerijke wetenschappelijke missie voor de sultan van Egypte heeft toevertrouwd. Leonardo haatte reizen heel erg en avonturen even min. Bovendien had hij in Milaan veel opdrachten gekregen waarvan we tegenwoordig nog de contracten bezitten. Zou Leonardo werkelijk hebben gereisd? Ik denk van niet.
Voor zijn vertrek was Leonardo begonnen met het werk aan het ruiterstandbeeld van Francesco Sforza, een reus achtig project waar aan hij vermoedelijk 10 jaar mee bezig was. In zijn voorwoord (1497) bij zijn door Ludovico Sforza naar Milaan uitgenodigde wiskundige, geschreven dat het bronzen paard van hoef tot hoofd 12 vadem (circa 7,5 meter) hoog moest zijn en rond de 70 ton moest wegen. Hoewel dit project uitvoerbaar was en ondanks alle modelarbeid van Leonardo zou Ludovico moeten afzien van zijn droom om op een dag zijn onsterfelijk gemaakte vader te aan schouwen.
Er is nergens vrede en koning Karel de 7e het hoofd van een groot leger met 36 bronzen kanonnen trekt door de alpen. Men roept Leonardo op, die smane met bramante werkt aan de versterking. De oorlog komt dicht bij. Het lawaai vult de straten van Milaan. Niemand voelt zich meer veilig. Het brons dat eigenlijk bedoelt was voor het standbeeld word nu in beslag genomen voor de artillerie. Voor Leonardo komt de kans om zijn mooiste droom werkelijkheid te maken: de kolos van terracotta, die hij al voor 1494 had gemaakt.
Leonardo is eenzaam, vreselijk eenzaam. Tot aan de dag, kort nadat hij het bescheiden atelier had verlaten, om in het Castello Sforzesco van Ludovico il Moro te gaan wonen.
In 1499 vermaakt de op stervende liggende Ludovico aan Leonardo een wijnberg en goed land.
In het jaar 1499 nadat Ludovico il Moro is uitgeleverd aan de fransen verlaat Leonardo Milaan. Hij zou graag terug willen keren naar Florence maar moet dit ontwijken. In maart word hij geconstracteert als militair ingenieur door de Venetianen, die vrezen voor een aanval van de turken. Leonardo gaat snel aan de slag. Hij onderzoekt de stad en stelt voor om de loop van de Isonzo via sluizen omhoog te leiden naar het gebied rondom Venetie wat gemakkelijk onderwater gezet kan worden.
Tegelijkertijd vindt hij voor de verdediging een soort onderzeeboot en een duikpak uit maar hij kwam er niet verder mee als een schets op papier. Zijn iedeen bevallen de Venetianen wel. Hij kon zich in de stad vestigen en daar dan rustig verder leven maar hij wou terug naar Florence. Vanaf pasen 1500 is hij weer in de stad Florence.
In Florence is veel veranderd. In de tijd dat hij weg was (18 jaar) zijn de medici verbannen uit de stad. Door de inval van Karel de 8e in Italie versnelde de val van de medici vanaf 1494. In Florence had Leonardo geen werk. De bewoners van Florence zijn Leonardo vergeten. Ze hebben nu hun eigen schilders, ingenieurs en architecten. In de tijd dat hij nix te doen heeft gaat hij vaak rond lopen door het Toscaanse platteland wat hem kracht terug geeft die hij kwijt was. In deze tijd krijgt Leonardo veel insperatie. Isabelle d?Este vraagt of Leonardo komt om schilderijen te maken maar Leonardo heeft weinig zin om alleen maar een hofschilder te zijn. Leonardo weigert om nog schilderijen te maken maar speciaal voor Lodewijk de 12e maakt hij het tegenwoordige verdwenen portret van de ?Maagd Maria?. Lodewijk was namelijk de eerste Franse koning die zich in Leonardo intereseerde. Toen hij milaan binnenviel ging hij zelfs zo ver om Leonardo te vragen de stad niet te verlaten omdat hij hem opdrachten wilde geven.
Maar toen hij eenmaal terug was in Florence volgde hij zijn dromen meer dan ooit. Hij lijdt onder de politieke veranderingen, die zijn stad enigzins in verwarring hebben gebracht. Hij voelt zich zelf niet meer op zijn gemak. Zijn uiterlijk is sterk veranderd toen hij de 50 was gepaseerd. Rond deze tijd verveelt hij zich zelf enorm. Hij heeft zich weer gericht op de studies zoals latijn, wiskunde en de anatomische werkzaam heden. Hij weet dat hij alleen kan overleven als hij weer gaat schilderen wat hij perfect kan. Met deze vorm van kunst werd hij beroemd terwijl hij liever bekend was als een geniale uitvinder, wiskundige, ingeneur of architect. Hij kreeg weer een opdracht (dankzij zijn vader die intussen voor de 4e keer is getrouwd) in de naam van Vasari. Toen Filippino (de echtelijke schilder van het schilderij) dit hoorde trok hij zich zelf terug van het schilderij en de monnniken droegen het schilderij over aan Leonardo. Het werd het schilderij met ?de Madonna, de heilige Anna en het Christuskind?. Tegen deze tijd lijdt Leonardo niet meer aan armoede. Niet alleen het geld dat hij kreeg van de monniken voor dit schilderij maar ook laat hij 50 van de 600 gouden dukaten overkomen die hij in zijn Milaanse tijd heeft gespaard overkomen. Leonardo laat de opdracht van het klooster Annunziata (waar de ?Heilige Anna te drieen uit voortkwam) liggen en gata weer verder met zijn studies aan zijn mathematische studies.
In het voorjaar van 1502 treed Leonardo in dienst bij Cesare Borgia. Hij word zijn militaire ingeneur. Cesare Borgia deelde met Ludovico Sforza de droom om geheel Italie te bezitten. De vader van Cesare was de paus Alexander de 4e en die had zijn zoon benoemd tot maarschalk van de pauselijke troepen en laten kiezen tot hertog van de Romagna en dat allemaal in de naam van de ?heilige kerk?.
In mei is Leonardo in Piombino en werkt daar aan een plan om moerassen droog te leggen. In oktober wordt Leonardo door Borgia naar Imola geroepen en woont samen met Borgia in het Palazzo Sforza Riario. In deze tijd heeft hij veel geniale dingen getekend zoals: bastions, bruggen, machines voor de vrede en ook geweldadige machines maar ook bloemen en hoofden van mensen en prachtige ontwerpen voor de stad Imola.
Van 1503 tot 1506 woont Leonardo weer in Florence. Nu word de stad geregeld door Piero Soderini. Als hij hier is neemt hij alle militaire en waterbouwkundige taken opzich. Ook schrijft hij zich weer in bij het plaatselijke schldersgilde. In het begin van zijn verblijf presenteert hij aan het bestuur van de stad een groot plan voor de omleiding van de Arno. Het plan is om een bevaarbare weg aan te leggen die Florence met de zee moet verbinden en het tot een echte haven moest maken. In deze tijd maakt hij ook het schilderwerk de slag van Anghiari. Een schilderij dat eigenlijk als een wedstijd bedoeld was met Michelangelo. Met dit werk is hij een lange tijd bezig geweest en heeft het ook 2 keer opnieuw moeten maken omdat het een keer mislukt was. Tussen 1503 en 1505 schilderd Leonardo het bekendste werk van hem: de Mona Lisa. Dit werk is een portret van de jonge echtgenote van Bartolomeo di Zambini del Giocondo, commandant van de gedarmerie van Florence. Vasari bewonderde het realisme van dit werk. Want de ogen hadden die glans die we in het echte leven voortdurend zien. Erom heen zie je de roodachtige blauwe kringen en het aderwerk wat alleen met de grootste tederheid kan uitvoeren. Wie aandachtig naar de halsketting keek kon het kloppen van de pols zien. In 1504 sterft Ser Piero, Leonardo?s vader.
In 1507 gaat Leonardo terug naar Milaan en word onthaalt door Charles d?Amboise, de maarschalk van Frankrijk en een groot heer uit het Italiaans Renaissance. Men stelt hem voor om riviren te kanaliseren en ook een ruiterstandbeeld te maken dat moet worden gewijd aan Gian Giacomo Trivulzio, een Milaanse edelman die voorzieningen had getroffen voor de finaciering van een groot grafmonument. Het werk van het standbeeld word nooit gemaakt hoewel alle voorbereidingen werden gedaan. De rede was simpel van politieke aard: het hertogdom Milaan maakte zich op om het hoofd te bieden aan eventuele vijandigheden aan de oostgrens, zodat het niet de tijd was voor grote beeldhouwkundige waagstukken.
Leonardo leeft somberder dan ooit te voren. Zijn eten bestaad uit brood, wijn, eiren, paddestoelen en vruchten. Rond deze tijd sluit een jonge vriendelijke 15 jarige jongen zich bij Leonardo aan genaamd Francesco Melzi. Hij zal zich tot aan het eind Leonardo helpen met materiele zaken.
Wanneer Lodewijk de 12e in 1507 Milaan binnen komt krijgt Leonardo de opdracht voor de planning van de feestelijkheden. Misschien heeft hij prachtige machines gebouwd om het volk te vermaken. In deze tijd onstaat zijn vriendschap met Jean Perreal, de vaste schilder van de Franse koning. Hij is ook heel erg geinterseert in mathematica en wetenschappen. Leonardo volgt de koning Lodewijk de 12e als militair ingeneur. Lodewijk valt Hij was ook aan wezig bij de slag van Agnadel. In de tijd dat Leonardo in Milaan was heeft hij veel verdiepingen in de wetenschap gedaan. Hij krijgt minder opdrachten als ingeneur zijnde dus heeft hij veel tijd om zijn wetenschappelijke werkzaam heden voort te zetten.
Op 23 September 1513 verlaat Leonardo de stad voor de tweede keer en gaat op in een beroeping om naar Rome te komen door kardinaal Giuliano de? Medici, hertog van Nemours en broer van Giovanni de? Medici die in 1513 de paus Leo de 10e werd. In Rome woont hij in het slot Belvedere, een klein lustslot op de heuvel van het Vaticaan dat word omgeven door een prachtige tuin. Giovanni laat voor Leonardo een groot laboratorium bouwen. Leonardo blijft 2 jaren in Rome wonen van 1513 tot 1515. hij werd niet als schilder uitgenodigd maar als ingeneur. Hij wou een deel van de pontijnse moerassen in het zuiden van Rome droog leggen. De werkzaam heden leken veelbelovend te worden maar helaas werd Leonardo ziek. Giuliano werd ook ziek en ging zelfs bijna dood. De paus vond het idee om de moerassen droog te leggen geen goed idee en kon, door middel van zijn ziek broer te gebruiken, het plan stil leggen en het plan werd gecanseld. Giuliano ging dood en dat gaf een enorme klap aan Leonardo. Hij had nergens meer zin in, ook niet meer in leven. Hij is nu 64 jaar oud.
In het jaar 1515 gebeurt er voor de laatste keer iets erg in Leonardo?s leven: de Franse koning Lodewijk de 12e overlijd op nieuwjaarsdag. Zijn opvolger (Frans de 1e) komt voor een moeilijke opdracht te staan namelijk de herovering van Milaan. Frans de 1e was niet zo en thousiast over Leonardo?s werken als zijn voorganger. Maar hij bood Leonardo wel datgene dat Italie hem niet kon geven: een solide oudedag voorziening, een mooi klein slot en volledige vrijheid om te scheppen en te onderzoeken. Waarom zou hij zo?n aanbod hebben moeten afslaan? Zijn geboorteland toonde zich zelf al eerder als een ravenmoeder voor Leonardo. Bovendien had de koning van Frankrijk nog een pluspunt: hij was jong en moedig.
In april 1516 vertrekt Leonardo uit Milaan en neemt 3 schilderijen nee: Johannes de Doper, Heilige Anna te drieen en het portet van een zekere Florijnse dame (de Mona Lisa). Deze werken komen onder valse voorwendselen naar Frankrijk. Enige tijd later had Leonardo zich zelf gevestigd in zijn slot dat Frans de 1e hem aanbood (Cloux). Leonardo krijgt een salaris van 700 daalders per jaar en krijgt de titel ?hoogste schilder en ingeneur van de koning (staatswerktuigbouwkundige)?.
Vanaf zijn 65e levensjaar kan Leonardo niet meer schilderen want hij lijdt aan reuma en heeft een hart aanval gehad. Toch blijft hij wonderbarelijke zaken uitvinden. In september 1517 vind hij voor een feest een mechanische leeuw uit waarbij je door op zijn buik te kloppen een bos lelies te voor schijn komt. Verlamd in zijn rechter arm probeert hij met zijn linkerhand te tekenen. Aan de muren van zijn slot waar de 3 schilderijen hangen werkt hij ze af. Hij is eenzaam maar niet geisoleerd. Hij ontvangt vaak bezoekers. Tijdens de bezoeken van de kardinaal is de oude Leonardo heel erg in de weer, als een kind dat al zijn dingen wil laten zien. De ander begrijpt zijn uitleg niet over de wetenschap en ziet hem als een nar die geluk heeft dat hij bij de koning mag zijn.
Hij heeft wardering voor de koning van Frankrijk en is hem oneindig dankbaar dat hij in Frankrijk mag verblijven. Hij is oud en ziek maar ook nog vol met zijn verstand. Hij wil nog dingen maken maar hij weet dat hij dit niet kan door zijn gezondheid. Hij weet dat alles wat hij nu bedenkt dat het nooit af komt en dat het hem slechts op een rustige avond in het slot op hem wacht.
Op 23 april aan de vooravond van pasen in 1519 ontbied Leonardo zijn testament aan de koninklijke notaris genaamd Guillaume Boreau. Hij geeft aan zijn broers zijn 400 dukaten. Aan Francesco Melzi laat hij al zijn boeken, instrumenten en tekeningen achter verwege zijn trouwe diensten. Naar zijn half broer Battista gaat een deel van het mooie landgoed met wijgaard bij Milaan, het andere deel geeft hij aan de ondankbare Salai. Niemand mochr vergeten worden. Op 2 mei 1519 krijgt Leonardo na de biecht de sacramenten toegediend en sterkst, als men de trdionele verhalen mag geloven, in de armen van Francesco Melzi. Hij was 67 jaar oud geworden.
Toen koning Frans de 1e dit hoorde moet hij lange tijd gehuild hebben.
Hoofstuk 2: zijn uitvindingen?
Leonardo deed veel uit vindingen, de meeste uitvindingen die hij deed kwamen overeen met dingen uit de voorige eeurw O.A.: de fiets, de tank, de parachute, vliegtuig en het machinegeweer. Maar de meeste daarvan werden niet uitgevoerd en kwamen nooit verder als een schets op papier.
2.1 gevechts wapens...
Naast het schilderen en architecteur deed hij ook veel uitvindingen in de wapenkunst. In de tijd dat hij in Sforza was heeft hij een van zijn belangerijkste gevecht wapen uit gevonden, namelijk de voorloper van de tank. Het was een gepantserde constructie op vier wielen die wordt getrokken door mensen of dieren door middel van een systeem van zwengels, drijfstangen en tappen. Voor de kannonen, waar de schutters zich dekking van houden, zijn uitsparingen aangebracht aan de onderkant. Een wacht toren op de bovenkant van het voertuig was handig om te zien wat er gebeurde. De uitvinding werd pas inzet baar met de komst van de verbrandingsmotor omdat het voertuig gewoon niet vooruit kwam door middel van mensen of dieren.
Hij had ook een strijdwagen, de sikkelwagen, een super dodelijke kar met sikkels aan de voor of achterkant om mensen op een bloedelijke en verschrikkelijke manier te doden of te verlammen. Deze is net als veel van zijn uitvindingen nooit gemaakt.
Ook had hij, als eerste, veel vuur wapens bedacht zoals het orgel geschut, dat is een kanon maar dan met veel lopen zodat je heel vaak kan schieten en bijna niet hoeft te stoppen met vuren. Ook kan er in verschillende richtingen mee geschoten worden. Ook had hij een instalatie bedacht om de storm trappen omver te duwen als ze een slot of kasteel wilden veroveren. Als er ladders waren werd er aan een paal getrokken en zo werden de ladders naar voren geduwd en vielen ze om en kan de vijand niet binnen komen.
2.2 Vliegende machines...
Da Vinci had ook een paar vliegende machines uit gevonden.
De meest bekende is de vliegende schroef. Dat is een machine die veel weg heeft van een helikopter. Hij wordt aan gedreven door 2 mensen die op een plateau lopen en de schroef doen draaien.
Hij heeft ook een soort hangglider uit gevonden waar aan een mens aan kon hangen en de vleugels hadden veel weg van de vleugels van een vogel.
Hij had ook een soort vliegendschip uit gevonden. Het was een boot met vleugels die werd aan gedreven om de vleugels op en neer te laten gaan.
Hij heeft ook een soort parachute uit gevonden. Dat was een piramide waaraan de onderkant open is zodat de snelheid afgenomen kan worden.
Het is jammer dat al zijn vliegende uitvindingen het nooit deden.
2.3 water machines
Da Vinci had ook de sluis uit gevonden zoals we die nu kennen. Hij had ook een soort flipper voor aan de hand uitgevonden waarmee je sneller kan zwemmen en beter kan sturen.
Ook had hij iets dat lijkt op waterschoenen om op water te kunnen lopen uitgevonden. Een soort super grote schoenen die heel erg hol zijn waardoor je op water kan lopen. Hij heeft ook soort ski stokken er bij gedaan zodat je je even wicht niet verliest.
Hoofdstuk 3: de plaats Vinci?
Vinci is een klein plaatsje in het midden van het noorden van Italië. Het ligt midden tussen de heuvels en rivieren. Het heeft 14.000 inwoners en het ligt in het midden van Tuscany. Niet ver van Pisa vandaan. Het landschap heeft Leonardo veel geïnspireerd.
Er staat ook een kasteel die rond het jaar 1000 is gemaakt en is gemaakt door Conti Guidi.
Hoofd en deel vragen
De hoofdvraag was: wie is Leonardo da Vinci. Leonardo was een man uit Vinci die heel erg begaafd was in schilderen, schrijven, tekenen en uitvinden. Hij is volgens mij de grootste uitvinder allertijden op Albert Einstein na.
De deelvragen waren: 1 in welke tijd leefde hij: hij leefde van 1452-1519
2: Welke uitvindingen deed hij: hij heeft veel uit gevonden op het gebied van natuurkunde wapenkunde waterkunde en vliegkunde
3: Waar leefde hij: hij leefde in het plaatsje Vinci tot dat hij verhuisde naar Firenze en toen naar Milaan toen weer naar Firenze en toen naar Rome en toen naar Parijs.
Slotwoord
Ik vond het een leuk onderwerp om te doen en vond het vooral informatief om het te maken. Ik hoop dat jij het ook vind en wens je veel lees plezier.....
Bronnenlijst
Jean-claude Fere, Leonardo da Vinci Hedel 2001
http://www.leonet.it/comuni/vinci/index.html
http://www.museoscienza.org/english/Leonardo/leonardo.html
www.altavista.com
www.google.com