Werkstuk: Motor
Geschiedenis
Vroeger waren de motortjes een soort fietsen met een motor erop. Het ziet er daarom ook heel grappig uit als je een motor gewend bent uit deze tijd. Het waren echte fietsen met een lang recht of krom stuur. Sommige motoren hadden een riemaandrijving (een riemaandrijving is een soort riem die om de motor zit en naar het achterwiel loopt en daar de hele tijd rondjes draait) met één versnelling. De meeste motoren, bijna alle motoren, hadden een kettingaandrijving(dat lijkt een beetje op een ketting van de fiets die wordt aangedreven door een motor en die ronddraait om de as). De kettingaandrijving is wel beter, want die slipt niet weg, maar hij slijt wel sneller. De oude motormerken die dat soort dingen hadden waren Harley-Davidson uit 1903 en Indian, van Indian weet ik niet precies uit welk jaar, maar ik weet wel dat de fabrieken in 1953 gesloten werden en dat Indian tot die tijd het meest bekende merk van Amerika was.
Motor
De motor is steeds uitgebreider geworden. Eerst was het een fiets met een motor erop. Je moet het niet vergelijken met een motor van nu die vol met onderdelen zit, nee het is gewoon een fiets met een motor erop die je ziet zitten. Sommige motoren hadden een rempedaal en een gaspedaal, maar de meeste moest je net zoals een trapfiets eerst trappen om de motor aan te draaien. Bij de motoren van nu kun jij je bijna niet voorstellen wat er allemaal op en aan zit, al zijn sommige dingen niet nuttig. Bij de open motoren zie je dat heel goed. Maar de meeste motors zijn gewoon dicht, dat zijn dus aërodynamische motoren om hard mee te gaan, maar dat hoeft niet altijd. Als je de kap van zo?n motor eraf haalt zal het geen gezicht zijn. Niet zo mooi afgewerkt als de open motoren (de motoren zonder kap), nee alles door elkaar, snoertjes los, je ziet de banden om de accu die de koelvloeistof door de motor laten lopen. Ik zal niet weten waar dat in de open zit. Misschien wel verstopt of het loopt door de buizen. De motor zit midden in de motor. Via banden laat hij koelstof door de motor lopen en draait dynamos aan maar het belangrijkste de wielen. Maar dat gebeurt met een ketting omdat hij dan sneller kan optrekken. Ook belangrijk is de rem. Op de motor zit een schijfrem. Als je in de handrem knijpt, loopt dat via draadjes naar een zwart blokje dat om een schijf zit. Wat er dan gebeurt, is precies het tegenovergestelde van een trommelrem, hij krimpt in; de schijf kan er dan niet meer door heen en de motor remt af. De trommelrem zet uit. In de ronde trommel zitten twee halve manen die tegen de zijkanten duwen, daardoor remt de fiets. De motor rijdt op benzine, ongeveer een op twintig.
Motor rijles
Als je wilt motorrijden, moet je wel eerst een rijbewijs hebben net als bij autorijden. Motorrijden is heel bijzonder. De leerling rijdt op een motor en de instructeur (degene die hem lesgeeft) in een auto achter hem. De motorrijder rijdt voorop en draagt een felgekleurd pak en een L van lesmotor op zijn nummerbord waardoor hij goed herkenbaar is. De instructeur praat via een zender tegen zijn leerling. De leerling heeft een koptelefoon in zijn helm zitten en zo verstaat hij wat de instructeur zegt. De instructeur geeft allemaal tips, zoals zachter rijden of harder, links of rechts de bocht om. Hij geeft steeds aanwijzingen. Een heel belangrijk onderdeel van motorrijden is theorie les. Daar begin je mee. Bij theorieles leer je verkeersregels en verkeersborden kennen. Als je daarvoor geslaagd bent, mag je op de motor. Je leert eerst hoe je moet remmen en hoe hij rijdt. Je leert daarna de speciale verrichtingen. Dat is: achtjes draaien, slalomrijden, stapvoetsrijden, halve draai, noodstop, en rijden in het verkeer. Als je dit alles kan mag je examen doen. De examinator (een examinator is een instructeur maar dan voor het examen) neemt het examen met je af. Dan moet je eerst de speciale verrichtingen doen en als je dat goed doet moet je 20 minuten in het verkeer. Als je dat allemaal kan, ben je geslaagd.
Motor merken
Er zijn heel veel verschillende motormerken. De bekendste is natuurlijk Harley-Davidson. Er zijn ook nog andere merken, kijk maar:
BMW: komt uit Duitsland daar zijn hier in Nederland veel motoren van waaronder veel politiemotoren.
Ducati: is een Italiaans merk dat vooral racemotors heeft.
Harley-Davidson: komt uit Amerika en heeft veel tourmotoren.
Honda: komt uit Japan en heeft heel veel motoren gemaakt racemotoren en tourmotoren.
Moto Guzzi: komt uit Italië en ontstond in 1921 en was tot in de jaren 50 een geweldig racemerk.
Suzuki: komt uit Japan en heeft veel verschillende motoren gemaakt.
Yamaha: komt uit Japan en ontstond in 1955 en heeft veel verschillende motoren gemaakt
Motorsport
Over motorsport valt veel te vertellen. Bijvoorbeeld off-the-road motoren. Dat zijn ruige terreinmotoren. Die zijn ontstaan in Canada. Daar heb je ook veel bergen en bossen al is dat heel veel minder geworden. Met off-the-road motoren doe je bijvoorbeeld trialwedstrijden. Dat zijn wedstrijden die je op ruig terrein moet rijden en waarbij je voet de grond niet mag raken. Je hebt ook trialwedstrijden binnen dan maken ze binnen met kisten, boomstammen en nog wat andere voorwerpen ook een terrein waarbij je op de kisten moet blijven. Je voet mag de grond niet raken en als je valt lig je op de grond.
Dit zijn de sporten met motoren:
-wegrace (circuitrace)
-motorcross (op een ruw terrein rijden)
-motortrial (ruige terrein met hindernissen)
-motorsprint (korte race)
-speedway (word gereden op gravel of sintel)
-ijsrace (word op ijs gereden)
-enduro (is een langeduurrace, bijv. 24 uur)
-motorbal (voetballen op een motor)
-zijspan (race rijden met een zijspan)
wegrace
De bekendste race is de wegrace. Deze wordt op een circuit gereden met asfalt.
In Nederland hebben wij ook zo'n circuit: het circuit van Zandvoort en van Assen. Op Assen wordt elk jaar een wedstrijd gehouden. Naast de weg moet gras liggen of iets anders zachts. Het is niet leuk als direct naast de baan een vangrail zit want als je daar tegenop botst, heb je een probleem want de coureur valt van zijn motor tegen de vangrail. Je hebt ook verschillende classes. Bijv. 50cc (cc = cilinderinhoud) 125cc, 250cc, 350cc, 500cc en de zijspan. Want anders is het niet eerlijk als er een motor met 50cc racet tegen een motor met 500cc.
De zijspan
Bij zijspanwegraces is de taak van de zijspanpassagier het belangrijkst. De zijspanpassagier is niet degene die op de motor zit, maar ernaast in de zijspan. Die zorgt voor het evenwicht in de bochten. Dat doet hij door een kant op te leunen.
Dat moet wel de goede kant zijn anders vliegt de motor uit de bocht. Je hebt maar één zijspan dus als je een andere bocht maakt waar de zijspan aan de buitenkant zit, moet hij achter de motor langs leunen. Het parcours waar de zijspan op rijdt, lijkt een beetje op het crossparcours.
Motorcross
Je kent het vast wel met al die heuveltjes. In dit werkstuk zit er ook een plaatje van. Het lijkt niet zwaar om steeds door de lucht te vliegen maar toch is het dat wel. Probeer maar eens zo?n motor op te tillen, nou dat valt aardig tegen. En de bochten met het voetje en het landen. Dat is echt wel zwaar werk. Vooral als het regent. Je hebt het wel eens op tv gezien dat ze een steile helling op moeten en dan blijft er een liggen en de andere kan er niet meer door en zo gaat het maar door.
De ijsrace
De ijsrace is heel gevaarlijk, want er zitten allemaal spijkers op de wielen. Als je naast de motor valt en onder de wielen komt heb je een groot probleem. Langs de kant staan pakken met hooi. Dat is zacht als je erin belandt.
Vroeger waren de motortjes een soort fietsen met een motor erop. Het ziet er daarom ook heel grappig uit als je een motor gewend bent uit deze tijd. Het waren echte fietsen met een lang recht of krom stuur. Sommige motoren hadden een riemaandrijving (een riemaandrijving is een soort riem die om de motor zit en naar het achterwiel loopt en daar de hele tijd rondjes draait) met één versnelling. De meeste motoren, bijna alle motoren, hadden een kettingaandrijving(dat lijkt een beetje op een ketting van de fiets die wordt aangedreven door een motor en die ronddraait om de as). De kettingaandrijving is wel beter, want die slipt niet weg, maar hij slijt wel sneller. De oude motormerken die dat soort dingen hadden waren Harley-Davidson uit 1903 en Indian, van Indian weet ik niet precies uit welk jaar, maar ik weet wel dat de fabrieken in 1953 gesloten werden en dat Indian tot die tijd het meest bekende merk van Amerika was.
Motor
De motor is steeds uitgebreider geworden. Eerst was het een fiets met een motor erop. Je moet het niet vergelijken met een motor van nu die vol met onderdelen zit, nee het is gewoon een fiets met een motor erop die je ziet zitten. Sommige motoren hadden een rempedaal en een gaspedaal, maar de meeste moest je net zoals een trapfiets eerst trappen om de motor aan te draaien. Bij de motoren van nu kun jij je bijna niet voorstellen wat er allemaal op en aan zit, al zijn sommige dingen niet nuttig. Bij de open motoren zie je dat heel goed. Maar de meeste motors zijn gewoon dicht, dat zijn dus aërodynamische motoren om hard mee te gaan, maar dat hoeft niet altijd. Als je de kap van zo?n motor eraf haalt zal het geen gezicht zijn. Niet zo mooi afgewerkt als de open motoren (de motoren zonder kap), nee alles door elkaar, snoertjes los, je ziet de banden om de accu die de koelvloeistof door de motor laten lopen. Ik zal niet weten waar dat in de open zit. Misschien wel verstopt of het loopt door de buizen. De motor zit midden in de motor. Via banden laat hij koelstof door de motor lopen en draait dynamos aan maar het belangrijkste de wielen. Maar dat gebeurt met een ketting omdat hij dan sneller kan optrekken. Ook belangrijk is de rem. Op de motor zit een schijfrem. Als je in de handrem knijpt, loopt dat via draadjes naar een zwart blokje dat om een schijf zit. Wat er dan gebeurt, is precies het tegenovergestelde van een trommelrem, hij krimpt in; de schijf kan er dan niet meer door heen en de motor remt af. De trommelrem zet uit. In de ronde trommel zitten twee halve manen die tegen de zijkanten duwen, daardoor remt de fiets. De motor rijdt op benzine, ongeveer een op twintig.
Motor rijles
Als je wilt motorrijden, moet je wel eerst een rijbewijs hebben net als bij autorijden. Motorrijden is heel bijzonder. De leerling rijdt op een motor en de instructeur (degene die hem lesgeeft) in een auto achter hem. De motorrijder rijdt voorop en draagt een felgekleurd pak en een L van lesmotor op zijn nummerbord waardoor hij goed herkenbaar is. De instructeur praat via een zender tegen zijn leerling. De leerling heeft een koptelefoon in zijn helm zitten en zo verstaat hij wat de instructeur zegt. De instructeur geeft allemaal tips, zoals zachter rijden of harder, links of rechts de bocht om. Hij geeft steeds aanwijzingen. Een heel belangrijk onderdeel van motorrijden is theorie les. Daar begin je mee. Bij theorieles leer je verkeersregels en verkeersborden kennen. Als je daarvoor geslaagd bent, mag je op de motor. Je leert eerst hoe je moet remmen en hoe hij rijdt. Je leert daarna de speciale verrichtingen. Dat is: achtjes draaien, slalomrijden, stapvoetsrijden, halve draai, noodstop, en rijden in het verkeer. Als je dit alles kan mag je examen doen. De examinator (een examinator is een instructeur maar dan voor het examen) neemt het examen met je af. Dan moet je eerst de speciale verrichtingen doen en als je dat goed doet moet je 20 minuten in het verkeer. Als je dat allemaal kan, ben je geslaagd.
Motor merken
Er zijn heel veel verschillende motormerken. De bekendste is natuurlijk Harley-Davidson. Er zijn ook nog andere merken, kijk maar:
BMW: komt uit Duitsland daar zijn hier in Nederland veel motoren van waaronder veel politiemotoren.
Ducati: is een Italiaans merk dat vooral racemotors heeft.
Harley-Davidson: komt uit Amerika en heeft veel tourmotoren.
Honda: komt uit Japan en heeft heel veel motoren gemaakt racemotoren en tourmotoren.
Moto Guzzi: komt uit Italië en ontstond in 1921 en was tot in de jaren 50 een geweldig racemerk.
Suzuki: komt uit Japan en heeft veel verschillende motoren gemaakt.
Yamaha: komt uit Japan en ontstond in 1955 en heeft veel verschillende motoren gemaakt
Motorsport
Over motorsport valt veel te vertellen. Bijvoorbeeld off-the-road motoren. Dat zijn ruige terreinmotoren. Die zijn ontstaan in Canada. Daar heb je ook veel bergen en bossen al is dat heel veel minder geworden. Met off-the-road motoren doe je bijvoorbeeld trialwedstrijden. Dat zijn wedstrijden die je op ruig terrein moet rijden en waarbij je voet de grond niet mag raken. Je hebt ook trialwedstrijden binnen dan maken ze binnen met kisten, boomstammen en nog wat andere voorwerpen ook een terrein waarbij je op de kisten moet blijven. Je voet mag de grond niet raken en als je valt lig je op de grond.
Dit zijn de sporten met motoren:
-wegrace (circuitrace)
-motorcross (op een ruw terrein rijden)
-motortrial (ruige terrein met hindernissen)
-motorsprint (korte race)
-speedway (word gereden op gravel of sintel)
-ijsrace (word op ijs gereden)
-enduro (is een langeduurrace, bijv. 24 uur)
-motorbal (voetballen op een motor)
-zijspan (race rijden met een zijspan)
wegrace
De bekendste race is de wegrace. Deze wordt op een circuit gereden met asfalt.
In Nederland hebben wij ook zo'n circuit: het circuit van Zandvoort en van Assen. Op Assen wordt elk jaar een wedstrijd gehouden. Naast de weg moet gras liggen of iets anders zachts. Het is niet leuk als direct naast de baan een vangrail zit want als je daar tegenop botst, heb je een probleem want de coureur valt van zijn motor tegen de vangrail. Je hebt ook verschillende classes. Bijv. 50cc (cc = cilinderinhoud) 125cc, 250cc, 350cc, 500cc en de zijspan. Want anders is het niet eerlijk als er een motor met 50cc racet tegen een motor met 500cc.
De zijspan
Bij zijspanwegraces is de taak van de zijspanpassagier het belangrijkst. De zijspanpassagier is niet degene die op de motor zit, maar ernaast in de zijspan. Die zorgt voor het evenwicht in de bochten. Dat doet hij door een kant op te leunen.
Dat moet wel de goede kant zijn anders vliegt de motor uit de bocht. Je hebt maar één zijspan dus als je een andere bocht maakt waar de zijspan aan de buitenkant zit, moet hij achter de motor langs leunen. Het parcours waar de zijspan op rijdt, lijkt een beetje op het crossparcours.
Motorcross
Je kent het vast wel met al die heuveltjes. In dit werkstuk zit er ook een plaatje van. Het lijkt niet zwaar om steeds door de lucht te vliegen maar toch is het dat wel. Probeer maar eens zo?n motor op te tillen, nou dat valt aardig tegen. En de bochten met het voetje en het landen. Dat is echt wel zwaar werk. Vooral als het regent. Je hebt het wel eens op tv gezien dat ze een steile helling op moeten en dan blijft er een liggen en de andere kan er niet meer door en zo gaat het maar door.
De ijsrace
De ijsrace is heel gevaarlijk, want er zitten allemaal spijkers op de wielen. Als je naast de motor valt en onder de wielen komt heb je een groot probleem. Langs de kant staan pakken met hooi. Dat is zacht als je erin belandt.