Werkstuk: Regenboog
Een regenboog is een natuurverschijnsel.
Voor het ontstaan van een regenboog zijn regendruppels en zonlicht onmisbaar.
Zonlicht is opgebouwd uit lichtstralen van verschillende kleuren. In tegenstelling tot bijvoorbeeld verf of inkt, waarbij alle kleuren door elkaar gemengd de kleur zwart oplevert, heeft een lichtbundel waarin alle kleuren vertegenwoordigd zijn de kleur wit.
Het lijkt dus dat het zonlicht wit is, maar in werkelijkheid bestaat het zonlicht uit meerdere kleuren.
Bij regen valt het zonlicht op een regendruppel. De straal wordt gebroken door de druppel. Vervolgens weerkaatst het licht weer op de achterkant van de druppel (spiegeling) en wordt het weer gebroken. Daarna breekt de straal nog een keer bij het verlaten van de druppel.
Bij wisseling van lucht naar water en andersom wordt de witte kleur van het licht ontleed in de werkelijke kleuren. Dat verklaart de kleuren die je ziet. Elke kleur breekt in een andere hoek.
De volgorde van de kleuren is altijd hetzelfde, ook aan de andere kant van de evenaar. Er zitten in totaal zeven kleuren in de regenboog. De kleuren van buiten naar binnen zijn rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Samen vormen deze kleuren het kleurenspectrum.
Men denk dat de regenboog halfrond is, oftewel de helft van een cirkel. De regenboog heeft eigenlijk ook niet de vorm van een echte cirkel want bij een cirkel is de hoek van het middenpunt 45? en bij de regenboog is deze hoek 42,5?. De regenboog heeft eigenlijk meer de vorm van een kegel.
Men denkt dat de regenboog ?rond? is omdat we van de regenboog meestal maar een klein gedeelte zien. Enerzijds komt dat omdat zich niet overal regendruppels bevinden, anderzijds doordat aardoppervlak of bebouwing ons het zicht op de boog verhinderen. Vanuit ballonnen en vliegtuigen kun je de complete ?cirkel? wel zien.
Men zegt wel eens dat aan de voet van de regenboog een pot goud te vinden is. Omdat de regenboog ?rond? is, heeft het dus geen voet. Je kunt dus lang zoeken voordat je de pot goud vindt.
Voor het ontstaan van een regenboog zijn regendruppels en zonlicht onmisbaar.
Zonlicht is opgebouwd uit lichtstralen van verschillende kleuren. In tegenstelling tot bijvoorbeeld verf of inkt, waarbij alle kleuren door elkaar gemengd de kleur zwart oplevert, heeft een lichtbundel waarin alle kleuren vertegenwoordigd zijn de kleur wit.
Het lijkt dus dat het zonlicht wit is, maar in werkelijkheid bestaat het zonlicht uit meerdere kleuren.
Bij regen valt het zonlicht op een regendruppel. De straal wordt gebroken door de druppel. Vervolgens weerkaatst het licht weer op de achterkant van de druppel (spiegeling) en wordt het weer gebroken. Daarna breekt de straal nog een keer bij het verlaten van de druppel.
Bij wisseling van lucht naar water en andersom wordt de witte kleur van het licht ontleed in de werkelijke kleuren. Dat verklaart de kleuren die je ziet. Elke kleur breekt in een andere hoek.
De volgorde van de kleuren is altijd hetzelfde, ook aan de andere kant van de evenaar. Er zitten in totaal zeven kleuren in de regenboog. De kleuren van buiten naar binnen zijn rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Samen vormen deze kleuren het kleurenspectrum.
Men denk dat de regenboog halfrond is, oftewel de helft van een cirkel. De regenboog heeft eigenlijk ook niet de vorm van een echte cirkel want bij een cirkel is de hoek van het middenpunt 45? en bij de regenboog is deze hoek 42,5?. De regenboog heeft eigenlijk meer de vorm van een kegel.
Men denkt dat de regenboog ?rond? is omdat we van de regenboog meestal maar een klein gedeelte zien. Enerzijds komt dat omdat zich niet overal regendruppels bevinden, anderzijds doordat aardoppervlak of bebouwing ons het zicht op de boog verhinderen. Vanuit ballonnen en vliegtuigen kun je de complete ?cirkel? wel zien.
Men zegt wel eens dat aan de voet van de regenboog een pot goud te vinden is. Omdat de regenboog ?rond? is, heeft het dus geen voet. Je kunt dus lang zoeken voordat je de pot goud vindt.